Het belang van leerdoelen
· Van activiteitgericht naar doelgericht: het wordt belangrijk dat leerlingen doelen behalen in plaats van bezig gehouden worden met opdrachten en werkbladen. De opdrachten en werkbladen staan in dienst van het behalen van het leerdoel.
· Een leerdoel geeft richting aan je instructie: je ontwerpt je instructie zo dat het leerdoel gehaald kan worden.
· Leerdoelen maken het mogelijk om te controleren in hoeverre leerlingen deze beheersen. Deze controle maakt het mogelijk om leerlingen feedback te geven zodat ze verder kunnen komen in de beheersing van de leerstof.
· Goed geformuleerde leerdoelen leiden leerlingen stapsgewijs naar einddoelen (hebben een opbouw in moeilijkheid).
Het delen van leerdoelen motiveert leerlingen:
Leerlingen zien het nut meer in van de lesinhoud;
Leerlingen voelen zich minder onzeker en afhankelijk;
Leerlingen krijgen zicht op de leerlijnen en het leerproces;
Het leerdoel verduidelijkt het belang van hun inzet en vergroot daarmee het gevoel van verantwoordelijkheid voor hun eigen leren het eigenaarschap wordt vergroot.
Een goed geformuleerd leerdoel:
· Korte zin die concreet beschrijft wat er geleerd gaat worden.
· Zorgt dat je activiteiten en opdrachten kunt bedenken waarmee je kunt checken in hoeverre de leerlingen het doel beheersen.
Dus: compact, concreet en controleerbaar.
Van: We behandelen trappen van vergelijking.
Naar: Ik kan woorden invullen op de trappen van vergelijking.
Een goed geformuleerd leerdoel heeft daarnaast:
- een concept (trappen van vergelijking): het belangrijkste begrip uit het lesdoel.
- en een vaardigheid: de stappen die een leerling moet nemen om tot een oplossing te komen. Vaardigheden zijn werkwoorden als aflezen, zetten, berekenen, herkennen, omschrijven, bepalenenz. Het zijn vaardigheden die je echt kunt controleren. Vermijd daarom ook woorden als kennismaken, oriënteren, begrijpen, want hiervan kun je moeilijk vaststellen of het doel is bereikt. De vaardigheid is altijd in overeenstemming met wat de leerlingen moeten doen tijdens de zelfstandige verwerking.
- Sommige leerdoelen hebben daarnaast een context waarbinnen het concept en de vaardigheid worden aangeboden (ik kan een samenvatting schrijven van een krantenartikel, ik kan hoeken berekenen met een geodriehoek, ik kan de persoonsvorm in een zin vinden door deze in een andere tijd te zetten).
Deel het leerdoel
Deel aan het begin van de les het leerdoel met de leerlingen. Stel veel vragen om de leerlingen bij het doel te betrekken:
· Welke woorden ken je al en wat betekenen ze?
· Noem iets dat we eerder hebben geleerd dat past bij dit leerdoel.
· Welke moeilijke woorden staan er in dit leerdoel?
· Wat zou je eraan kunnen hebben?
Koppel het leerdoel duidelijk aan eerdere lesstof.
Tijdens de les:
· Het belang van het leerdoel benoemen. Hiervoor is het belangrijk dat leerlingen in staat zijn de waarde te begrijpen en dus al iets verder zijn met hun kennis. Dit moment zal dus ergens tijdens de les zijn. Hoe complexer het onderwerp, hoe verder in de les je het belang van het leerdoel kunt uitleggen.
In methodes zijn de leerdoelen vaak al voor je gemaakt. Controleer vooral of deze voldoen aan de vereisten van een compact, concreet en controleerbaar leerdoel. Splits leerdoelen desnoods op zodat ze wel voldoen. Een leerling moet in één keer lezen begrijpen wat ze moeten kunnen met welk concept.
Einddoelen
Leerdoelen zijn dus een stapje op weg naar meer complexe einddoelen. Voor het goed formuleren van de leerdoelen, ben je eerst het einddoel nodig. Een einddoel omzetten naar leerdoelen vereist de volgende stappen:
1. Kies een einddoel.
2. Bepaal de concepten en vaardigheden.
3. Formuleer afzonderlijke leerdoelen.
4. Stem de verwerking en het leerdoel op elkaar af.
Voorbeeld:
1. Dit einddoel komt uit het referentieniveau 3F (eind Havo) voor taal:
De leerling kan adequate brieven en e-mails schrijven, gevoelens genuanceerd uitdrukken en een standpunt beargumenteren.
2. Bepaal de concepten en vaardigheden
Concepten
Brieven
e-mails
gevoelens
genuanceerd
standpunt
(argument)
Vaardigheden
Schrijven
Uitdrukken
beargumenteren
3. Formuleer afzonderlijke leerdoelen
1. Ik kan een brief schrijven.
2. Ik kan een e-mail schrijven.
3. Ik kan een standpunt beargumenteren.
4. Ik kan gevoelens schriftelijk uitdrukken.
5. Ik kan me genuanceerd schriftelijk uitdrukken.
4. Stem de verwerking en het leerdoel op elkaar af.