Groepsvormingprocessen
Door het grote belang dat gehecht wordt aan socialiteit wordt tegenwoordig op veel Dalton scholen tijd en aandacht geïnvesteerd in het proces om van een groep een groep te maken. Vaak gebeurt dat met name in de zogenaamde gouden weken aan het begin van het jaar. Een hanteerbare aanpak is daarvoor ontwikkeld door Tuckman. Hij onderscheidt vijf fasen in de ontwikkeling van groepen. Deze fasen die Tuckman onderscheidt, worden overigens niet altijd strikt in deze volgorde doorlopen. In de eerste fase heeft het sociaal-emotioneel functioneren de overhand, in de laatste fasen meer het taakgerichte.
Fase 1: Forming (oriëntatiefase). Er is wel een groep individuen, maar nog geen groep of teamgevoel. Individuele posities en rollen zijn nog niet ingenomen. Groepsleden nemen een afwachtende houding aan en hebben behoefte aan richting (koers/opdracht) en leiderschap (wie stuurt?).
Fase 2: Storming (Machtsfase). In deze fase proberen de groepsleden hun positie in de groep in te nemen. Dat leidt vaak tot strijd als de ideeën van de groepsleden op gespannen voet met elkaar staan. In deze fase wordt ook duidelijk wie het voor zeggen krijgt. In deze fase ontstaat informeel en georganiseerd leiderschap.
Fase 3: Norming (affectie/normeringsfase). Groepsleden komen dichter tot elkaar. Afspraken, regels en methoden van samenwerking worden bepaald. De gemeenschappelijke teamdoelen worden gedeeld en vastgelegd. Er ontstaat een meer volwassen wijze van samenwerken op basis van relaties en de taak.
Fase 4: Performing (prestatiefase). Er is nu sprake van een team. Teamleden vullen elkaar aan en er wordt samengewerkt aan het gemeenschappelijke teamdoel. Het team is in staat zelfstandig te werken en mogelijke problemen te bespreken.
Fase 5: Adjourning (afscheidsfase). Het team wordt opgeheven of valt uiteen. Teamleden vertrekken en/of er komen nieuwe leden bij. Het leiderschap wisselt of de team opdracht veranderd waardoor er andere kwaliteiten en competenties worden gevraagd. Het team wordt weer een groep en er wordt teruggepakt op vorige fasen. In groepsvorming processen worden deze fases elk schooljaar weer opnieuw doorlopen, zelfs na langere vakantieperiode. De docent speelt in de fases en de daarbij behorende ondersteuning behoeften steeds in op de leerlingen. Docenten hebben namelijk veel invloed op de kwaliteit van de relaties, niet door op de voorgrond te treden, maar juist doen we vanaf de zijlijn beschikbaar te zijn. Luisteren, vertrouwen bieden, optreden als het echt nodig is, uitnodigende omstandigheden creëren, het goede voorbeeld zijn, uitdagen en ondersteunen zijn belangrijke voorwaarden voor het ontstaan van goede relaties.