15: Kennis van het Zelf
Ashtavakra zei:
15.1 Een man met open intuïtie kan het Zelf realiseren bij het horen van een willekeurige instructie, terwijl een man met een rommelige geest zijn hele leven in verwarring vraagt.
15.2 Aversie tegen de aanbiedingen van de wereld is bevrijding. Aantrekking tot de aanbiedingen van de wereld is het lijden van slavernij. Dit is de waarheid. Doe nu wat je wilt.
15.3 Deze kennis van Waarheid maakt een welbespraakte, wijze en actieve man stom, leeg en inert. Liefhebbers van de wereld mijden het daarom.
15.4 Je bent niet het lichaam. Je hebt geen lichaam. Je doet noch geniet. Je bent alleen Bewustzijn - de tijdloze Getuige. Je bent vrij. Ga in geluk.
15.5 Hechting en afkeer zijn eigenschappen van de geest. Jij bent niet de geest. Jij bent Bewustzijn zelf - onveranderlijk, ondeelbaar, vrij. Ga in geluk.
15.6 Realiseer het Zelf in Alles en Alles in het Zelf. Wees vrij van persoonlijke identiteit en het gevoel van "mijn". Wees gelukkig.
15.7 Jij bent Dat waarin het universum verschijnt, zoals golven verschijnen in de oceaan. Jij bent Bewustzijn zelf. Geen reden tot zorgen.
15.8 Heb geloof, mijn zoon, heb geloof. Jij bent alleen Bewustzijn, het Zelf, de Ene. Jij bent de Heer van de Natuur.
15.9 Het lichaam is gemaakt van wereldse materie. Het komt, blijft even en gaat dan weer weg. Het Zelf komt niet en gaat niet, maar blijft wel bestaan. Waarom rouwen om het lichaam?
15.10 Als het lichaam blijft bestaan tot het einde der tijden of vandaag vergaat - is er dan winst of verlies voor jou? Jij die Bewustzijn bent?
15.11 Laat de golven van het universum opkomen en neergaan zoals ze willen. Jij hebt niets te winnen of te verliezen. Jij bent de oceaan.
15.12 Jij bent de substantie van Bewustzijn. De wereld is Jou. Wie denkt dat hij het kan accepteren of afwijzen? En waar staat hij dan?
15.13 In jou, die Eén bent - smetteloos, onbeweeglijk Bewustzijn - waar kan er geboorte, actie of een afzonderlijk persoon ontstaan?
15.14 Wat je ook waarneemt, ben jij en jij alleen. Hoe kunnen armbanden, armringen en enkelbanden anders zijn dan het goud waarvan ze zijn gemaakt?
15.15 Laat zulke onderscheidingen als "Ik ben Hij, het Zelf" en "Ik ben dit niet" achterwege. Beschouw alles als Zelf. Wees zonder verlangen. Wees gelukkig.
15.16 Jouw onwetendheid creëert alleen het universum. In werkelijkheid bestaat er slechts Eén. Er is geen persoon of god anders dan Jij.
15.17 Wie zeker weet dat het universum een illusie is, een niets, wordt zonder verlangens, zuiver Bewustzijn en vindt vrede in het bestaan van niets.
15.18 In de oceaan van het bestaan is alleen Eén, was en zal altijd Eén zijn. Jij bent noch gebonden noch vrij. Leef tevreden en wees gelukkig.
15.19 Roer de geest niet met "ja" of "nee". Jij bent puur Bewustzijn. Wees stil en blijf in de zaligheid van het Zelf.
15.20 Verlaat volledig alle contemplatie. Houd niets in de geest of het hart. Jij bent het Zelf, voor altijd vrij. Wat heb je aan denken?
Het volgende hoofdstuk / Homepage
15: Knowledge of the Self
Ashtavakra said:
15.1 A man of open intuition may realize the Self upon hearing a casual instruction, while a man of cluttered intellect inquires bewildered for a lifetime.
15.2 Aversion to the world’s offerings is liberation. Attraction to the world’s offerings is the suffering of bondage. This is the truth. Now do as you please.
15.3 This knowledge of Truth turns an eloquent, wise and active man mute, empty and inert. Lovers of the world therefore shun it.
15.4 You are not the body. You do not have a body. You neither do nor enjoy. You are Awareness only--the timeless Witness. You are free. Go in happiness.
15.5 Attachment and aversion are attributes of the mind. You are not the mind. You are Consciousness itself-- changeless, undivided, free. Go in happiness.
15.6 Realize Self in All and All in Self. Be free of personal identity and the sense of “mine.” Be happy.
15.7 You are That in which the universe appears like waves appearing in the ocean. You are Consciousness itself. No need to worry.
15.8 Have faith, my son, have faith. You are Awareness alone, the Self, the One. You are the Lord of Nature.
15.9 The body is made of worldly stuff. It comes, it lingers, it goes. The Self neither comes nor goes, yet remains. Why mourn the body?
15.10 If the body lasts until the end of time or perishes today— is there gain or loss for you? You who are Awareness?
15.11 Let the waves of the universe rise and fall as they will. You have nothing to gain or lose. You are the ocean.
15.12 You are the substance of Consciousness. The world is You. Who is it that thinks he can accept or reject it? And where does he stand?
15.13 In you who are One— immaculate, still Awareness— from where can birth, action or a separate person arise?
15.14 Whatever you perceive is You and You alone. How can bracelets, armlets and anklets be other than the gold they are made of?
15.15 Leave behind such distinctions as “I am He, the Self,” and “I am not this.” Consider everything Self. Be desireless. Be happy.
15.16 Your ignorance alone creates the universe. In reality One alone exists. There is no person or god other than You.
15.17 One who knows for certain that the universe is illusion, a no-thing, becomes desireless, pure Awareness, and finds peace in the existence of nothing.
15.18 In the ocean of existence only One is, was, and ever will be. You are neither bound nor free. Live content and be happy.
15.19 Do not stir the mind with “yes” or “no.” You are pure Consciousness. Be still, and abide in the bliss of Self.
15.20 Give up completely all contemplation. Hold nothing in the mind or heart. You are the Self, forever free. Of what use is thinking to you?