In de negentiger jaren is de Werkgroep Effectmeting Stottertherapieën (WES) geïnstalleerd.
Deze werkgroep participeerde in een wetenschappelijk onderzoek van de afdeling Stem- en Spraakstoornissen van het Academisch Ziekenhuis St. Radboud te Nijmegen.
De opdrachtgever van het onderzoek was het CvZ.
Er is daarbij helaas gekozen voor (slechts) drie therapievormen, allen uit het reguliere (logopedische) circuit, n.l:
(1) Comprehensive Stuttering Program (CSP (Uit Canada),
(2) de Vereniging van Stottercentra Nederland (VSN) (Hoofdzakelijk individuele therapie) en
(3) de Stichting Stottertherapie Doetinchemse Methode (SSDM).(Groepstherapie)
De therapeutische effecten zijn gemeten op drie dimensies van het stottergedrag, te weten:
de spraakmotoriek,
de spraakkwaliteit,
het sociaal, cognitief en emotioneel functioneren van een ‘stotteraar’ (beleving).
Er vonden bij elke therapievorm in totaal vijf metingen plaats, te weten
twee voormetingen:
twee weken, resp.
één week voorafgaand aan de start van de therapie
en drie na-metingen:
direct na beëindiging van de therapie,
één jaar na therapie,
twee jaar na therapie.
De officiële resultaten zijn in het najaar van 2004 bekend gemaakt.
Daaruit is komen vast te staan dat vrijwel altijd therapie-op-zich een duurzaam positief effect heeft.
Therapie volgen is dus beter dan géén therapie.
Eén methodiek die er uit deze drie aantoonbaar als beste uitspringt was echter niet aan te wijzen.
2003 Eindverslag van het evaluatieonderzoek stottertherapieën PDF
2004 Rapport Effectiviteitsonderzoek bij stottertherapieën PDF
Zie ook: