column Adriaan Bertens

Deze tekst werd gemaakt door Adriaan Bertens die jammer genoeg in 2020 overleed.

Ervaringsdeskundig

Er doet zich een nieuw fenomeen voor in hulpverlenersland: de ervaringsdeskundige. Deze persoon, een leedkundige, mag meepraten en heeft soms een (betaalde) rol in behandeling of therapie.

In mijn ogen leven we in een narcistische en hedonistische tijd. Als de persoonlijke levenservaring dan pijnlijk is geweest, krijg je een doekje voor het bloeden: je mag optreden als ervaringsdeskundige. Een relikwie van een slachtoffer, met certificaat van echtheid.

En wee de gene (ik dus) die daar vraagtekens bij stelt. Dat wordt als een bedreiging ervaren: ‘krijg ik eindelijk erkenning, word ik eindelijk gezien, dreigt iemand roet in het eten te gooien.’ De machteloze wordt machtig! Pak dat niet af! Ten aanval !

Recent hoorde ik dat er een certificering komt. Een geregistreerde, opgeleide ervaringsdeskundige! Oei, die heeft vast macht én gezag.

Nou ken ik dat fenomeen al heel lang. Ik ben dus ervaringsdeskundig op het gebied van ervaringsdeskundigen! Mijn eerste specialisatie was stottertherapie. Mijn leraren waren een Griek, twee Duitsers en veel Angelsaksen. Amerikanen maakten met elkaar oorlog vanwege ervaringsdeskundigheid: kan een stotterende stottertherapeut toch een goede therapie geven? In ‘Controversies about stuttering’ werden de stotterende professoren afgemaakt door de collega’s die vloeiend spraken vanaf hun geboorte: waarom waren ze zo weinig ambitieus? Waarom was het doel nooit vloeiend spreken? Omdat ze dat zelf niet konden bereiken? Het was vaak ver voorbij de controverse. Ik heb verbale oorlogen meegemaakt. Ik heb vuige brieven gezien.

Hier in Nederland en Vlaanderen werden juist de niet stotterende therapeuten, zoals ik, in het nauw gedreven: geen ervaringskennis, geen recht van spreken! Ik heb veel charlatans aperte onzin horen beweren over stotteren. De controverse in de Verenigde Staten was op academisch niveau. Hier werd beleid en opinie gemaakt door amateurs. En dus werden ervaringsdeskundigen geloofd. Ik wist niet waarover ik praatte. De enige gepromoveerde Nederlandse professional, foniater prof.dr. Damsté, met heel veel liefde voor het vak, werd door charlatan Del Ferro met kulpraat negatief bejegend. Stotteren was een ademprobleem, beweerde de operazanger van den IJzer. Wat een kul! De strijd werd onprofessioneler toen de charlatans ervaringsdeskundigen gingen inzetten als ’therapeut’.

Ik ben dus ervaringsdeskundig met ervaringsdeskundigen.

Prof. Charles van Riper was hoogleraar spraakpathologie in Michigan en in zijn tijd dé autoriteit. In zijn kinderjaren stotterde hij heftig, als professional kon hij er ook wat van! Maar hij kon zijn spraak ook sturen en was dan heel communicatief en eloquent. In zijn boeken over stotteren, waarschuwde hij voor de ervaringsdeskundige. De kans dat deze de eigen ellende ging projecteren was levensgroot. Dat hij iedereen ging behandelen met zijn eigen hulpmiddelen, was eveneens groot.

Een mooi Nederlands voorbeeld is Jan Heuvel: hij heeft zichzelf geholpen met de Hausdorfermethode, te boek gesteld door een Duitse apotheker, Oskar Hausdorfer. Een aantoonbaar onzinnige theorie en een aanpak die wel werkt. Dat het werkt is wel logisch, zeker als je de meta-analyses van therapie-effecten kent. Maar zo ver reikt de ervaringskennis meestal niet.

Behalve die van collega Gert Reunes. Een stotterende stottertherapeut. Was al actief op het vlak van stotteren en besloot toen om logopedie te gaan studeren. Dat was gewaagd, want stotterende sprekers werden niet of nauwelijks toegelaten op logopedie-opleidingen. Gert heeft nu kennis van zaken. Heeft ambitie, heeft charisma, inspireert. En is….ervaringsdeskundig.

Een ervaringsdeskundige die er recht op heeft om gehoord te worden!

Dat brengt mij bij de kern: een ervaringsdeskundige moet brede kennis hebben op zijn/haar terrein. Vooral breed. En vooral kennis over de uitzonderingen. Kennis hebben over de meta-analyse van therapieresultaat en werkzame factoren. En vooral evenwichtig zijn. En tolerant. In plaats van passief agressieve vragen (‘weet jij wel waarover je praat?) vragen naar de bijdrage vanuit het perspectief van de andere ander. Samen werken. Gezag in plaats van macht. Evenwichtig. Wijs. Kom daar maar eens om in deze tijd van het dikke IK.

Adriaan.