Late middeleeuwen

In de Middeleeuwen overheerst de katholieke kerk het denken van de mensen.

Het doel van het leven was dat de ziel van elk mens in de hemel zou komen. Het aardse leven was gericht op de hemel waarvan God het middelpunt was. Hetzelfde beeld had men van het heelal. De aarde in het midden en daaroverheen de banen van de planeten en de sterrenstelsels. Boven de aarde de hemel; daaronder de hel. Vulkanen waren een soort uitlaten van de hellebrand.

God zat in het midden van de hemel naast Jezus; daaromheen zeven sferen met engelen (vooraan zaten de aartsengelen) en dan pas daarbuiten de ringen van de hemelse zielen. Ook de schepsels waren hiërarchisch geordend. Onder de mensen kwamen de dieren (van hoog tot laag); dan de planten (net zo), dan de gesteenten en dan de dode stof