Symbolisme

Nauw verbonden met de symbolistische literatuur verscheen omstreeks 1885 het symbolisme in de schilderkunst, reeds in de jaren zestig ingezet door Gustave Moreau en de Prerafaëlieten. De kunstenaars zochten naar nieuwe symbolen om 'het onzichtbare zichtbaar te maken en het onuitsprekelijke uit te drukken'. Karakteristiek thema was de geheimzinnige macht van de slechte, mooie vrouw over een jonge held. Zij zagen ook in, proporties in kleur en lijn, middelen om gevoelens uit te drukken zoals Paul Gauguin in 'Jacob worstelend met de Engel' (1888; National Gallery of Scotland, Edinburgh). Het geeft een abstract begrip (het geloof) weer en de subjectieve beleving ervan (het geloof is een opgave) in eenvoudige, direct aansprekende vormen en kleuren. Het symbolisme uit de laatste jaren van de 19de eeuw wordt gekenmerkt door een op decoratieve effecten gerichte stijl en een zeer literaire inhoud, bijv. 'De sphinx' (ook: 'De kunst' of 'De liefkozing', 1896; Museum voor Schone Kunsten, Brussel) van Fernand Khnopff. Vertegenwoordigers zijn Jan Toorop, Odilon Redon, Gustave Klimt en Franz von Stuck.