Pop art

Pop art ontstond begin jaren vijftig in Engeland, al snel gevolgd door Amerika. Popkunstenaars zochten inspiratie in de moderne consumptiemaatschappij. De dagelijkse producten van supermarkten en warenhuizen (voedsel in blik, hamburgers, huishoudelijke apparaten), auto's, strips, advertenties en de glamour van beroemde sterren als Marilyn Monroe. Zij gaven deze voorwerpen onpersoonlijk weer, zonder blijk van emotionele relatie tussen henzelf en het onderwerp. Om ook in de schildertechniek elk persoonlijk element te vermijden, maakten zij gebruik van druktechnieken (o.a. zeefdruk) of schilderden zij met felgekleurde plastic-, metaal- of emailverven. Vooral de Amerikaanse pop art met New York als artistiek centrum, agressiever en overweldigender dan die in Engeland, door gebruikmaking van close-ups en enorme formaten, heeft grote bekendheid gekregen. Bekende vertegenwoordigers in Engeland: Richard Hamilton, Allen Jones en David Hockney. In Amerika noemt men: Robert Rauschenberg, Jasper Johns, Roy Lichtenstein, Claes Oldenburg en Andy Warhol.