Dadaïsme

Artistieke, internationale beweging die zich tussen 1912 en 1924 op de gebieden van literatuur, beeldende kunst, muziek en theater heeft gemanifesteerd. De term werd voor het eerst in 1916 in Zürich gebruikt. Toen richtte een aantal kunstenaars, die voor de oorlog naar Zwitserland waren uitgeweken, op initiatief van de Duitser Hugo Ball het Cabaret Voltaire op, waar verschillende soorten kunst en dagelijks leven tegelijk aan bod kwamen. Behalve Ball namen Marcel Janco en Tristan Tzara uit Roemenië en Hans Arp uit Duitsland deel. Door de oorlog ontgoocheld, zetten zij zich af tegen de westerse cultuur, die volgens hen hol en leugenachtig was. De dadaïsten benadrukten de absurditeit en toevalligheid in het leven en probeerden aan het begrip kunst een nieuwe inhoud te geven. Ze gaven ruisconcerten, declameerden klankgedichten en maakten collages en fotomontages. Zo was al in 1913 Marcel Duchamps eerste ready made ontstaan: een fietswiel op een keukenkruk, samen als kunstwerk gepresenteerd. In 1915 vertrok Duchamp met Picabia naar New York, waar zij met de Amerikaanse schilder-fotograaf Man Ray de kern vormden van Dada in New York. Een bekend Dada-kunstenaar in Duitsland was Kurt Schwitters met zijn Merzbilder. In Nederland werd het dadaïsme gepropageerd door Theo van Doesburg, medeoprichter van De Stijl, die samen met Schwitters in 1922-23 Dada-avonden organiseerde (onder meer in Leiden, Amsterdam en Drachten) en het tijdschrift 'Wat is Dada?' uitgaf. Dada inspireerde veel twintigste eeuwse stromingen en uitingsvormen in de kunst zoals pop art, nouveau réalisme, Nul/Zero, Fluxus, minimal art, arte povera, conceptual art, environments en happenings.