Surrealisme

Beweging op het terrein van beeldende kunst, literatuur en film. Ontstond omstreeks 1920 in Frankrijk. Werd niet beschouwd als een stroming maar als een levenshouding, een geestesgesteldheid. In het 'Manifeste du surréalisme', door André Breton gepubliceerd (1924), werd artistieke expressie beschreven als een puur psychisch automatisme, een uiting van gedachten, zonder controle van de rede, zonder esthetische of morele bedoelingen. Grote waarde hechtte Breton aan de droom als middel om de doelstellingen, het ontsluiten van het onbewuste en het bevrijden van de menselijke geest van rede en logica te bereiken. Was na de tweede wereldoorlog over zijn hoogtepunt heen, maar vele ontwikkelingen in de kunst zijn niet denkbaar zonder deze beweging. De schilderkunst ontwikkelde zich in een abstracte en een figuratieve richting. Het automatisme leidde tot een abstracte stijl, gekenmerkt door organische, vloeiende vormen en vaak poëtische titels. André Masson en Joan Miró waren belangrijke representanten. Het vastleggen van dromen leidde tot een figuratieve stijl, verwant aan het magisch realisme, waarin een traditionele, zeer precieze techniek werd toegepast. Kenmerkend is het naast elkaar plaatsen van gewoonlijk niet te combineren objecten, waardoor dingen of situaties uit hun normale verband worden gerukt. Vertegenwoordigers: Salvador Dalí, Paul Delvaux en René Magritte.