Alkmaar – Bergen aan Zee 19,5 kilometer
(382,5 - 0)
Dinsdag, 23 juni 2009
Waardering 8-
’s Morgens om kwart over acht stapte ik uit de trein in Alkmaar. Het was prachtig weer. Via de Stationsstraat wandelde ik naar de rand van de binnenstad, waar ik bij het Clarissenbolwerk de route oppakte. De weg voerde langs het water, door een park; na een paar honderd meter stak ik het water over en begaf me aan de andere kant richting Alkmaar Medisch Centrum, dat midden in een bosachtige aanleg ligt. Als je hier voorbij bent volgt er een druk bereden fietspad in de richting van Heiloo, dat ik ging volgen. Via een tunneltje doken we onder de rondweg om Alkmaar heen en daarna volgde de halflandelijkheid: rechts koeien, links een buitenwijk en langs het pad een sloot met knotwilgen.
Bij het Heilooër Bosschen aamgekomen ging ik rechtsaf langs de bosrand. En aan het einde van de weg gekomen liep ik helaas fout, wat me op een zoekpartij van bijna een kwartier kwam te staan. Toen ik het juiste spoor terug had stak ik het spoor over en daarna via een valhek een bos in, waar het ook niet makkelijk was het rechte pad te volgen. De rood/wit-zetter was al sinds het begin van Alkmaar (etappe 7) niet erg kwistig met zijn verf en stickers!
Maar uiteindelijk kwam alles goed en schampte ik aan de gemeente Heiloo. Ik volgde nu gedurig het Zomerdijkje, dat me in de richting van Egmond voerde en dat in vroegere tijd de heerweg naar de abdij was geweest. In Egmond aan de Hoef waren de café’s nog niet open, zodat ik zonder koffie verder ging. Ik kwam uit bij de N511, die ik in vroegere dagen, toen pa en ma Hogema hun huisje in Schoorl nog hadden, heel wat gereden had.
Bij het Delverpad sloeg ik rechtsaf; ik was nu in het PWN-natuurgebied, waar je een kaartje voor moet kopen, maar in tegenstelling tot wat in mijn boekje stond, was er nergens een kaartjesautomaat. De weg volgde langdurig de bosrand en het zeedorpenlandschap, wat hier nog als een van de laatste in Nederland aanwezig is, was goed zichtbaar.
Na verloop van tijd ging het pad weghlopen van de geestgrondrand en moest er geklommen worden door het mulle zand, gelukkig meestal via een trap.
Tot nu toe was ik vrijwel geen mens tegengekomen. Nu haalde ik echter een wandelend echtpaar in, dat mij niet in de gaten had en zich doodschrok van mijn “goede morgen!” Een paar honderd meter moest ik weer eem uitzichtduin op, en nu zag ik vanaf mijn hoge plek de zee en de vuurtoren van Bergen aan Zee.
Terug op het pad werd het meer een boswandeling dan een duinwandeling. Na verloop van heel veel tijd passeerde ik een autoweg, de Zeeweg naar Bergen. Nu schoot het op! Eerst een stukje een klinkerpad, daarna weer een mooi bospad. Hier kwam ik een echtpaar tegen met het Trekvogelpad boekje in de hand: zij waren net begonnen.
De weg eindigde op het geasfalteerde fietspad
Verspijckweg, waar ik vele jaren eerder samen met Paul Jansen de LF1 gefietst had van Den helder naar Hoek van Holland. Deze volgde ik nog een minuut of tien en daarna kwam er een einde aan het Trekvogelpad bij “Het Zeehuis”.
In Bergen aan Zee at ik een broodje en begaf me daarna met allerlei kleine Buurtbusjes naar Heiloo, waar ik de trein terug pakte.
Einde
Ik wandel heden naar het einde toe:
Nu naar het strand!
‘t Lopen van een pad nog steeds niet moe.
Nu naar het strand.
Nog tien etappes wachten mij,
Tesaam met Rob. Het maakt me blij.
De rugzak om, wat een gedoe:
Nu naar het strand.
Het lopen maakt je geest stress-vrij.
Nu naar het strand.
Zeedorplandschap
In Egmond liggen dorpen in de duinen.
Die dorpen, die zijn zeedorpen genaamd.
Zij zijn ook al twee eeuwen zeer befaamd,
Men kweekt er prei, soms rogge of ajuinen.
Ze liggen diep benee, nooit op de kruinen.
Dat is vanwege ’t water zo beraamd.
Wees daarom blij en voel je niet beschaamd:
Toon trots je prei, je rogge of ajuinen.
Duinland, een zonnetje:
Wat wil een mens nog meer?
Alle collega’s aan’t werk,
Ik ben vrij!
Nu volgt het eind van het
Trekvogelwandelpad,
Waard om te lopen,
Het stemt de mens blij.