Dag 07

7 Hoenderloo - Otterlo 14 kilometer

Zondag, 4 juli 2010 (123,5 – 259)

Waardering 8- ; Trekvogel 2 + 6 + 6 + 2

Om negen uur zaten we bij Mevrouw Bosman aan het ontbijt. We hadden redelijk geslapen, al waren we nogal belaagd door vliegen en Rob ook door de nodige muggen. Het ontbijt was overvloedig en lekker en buiten scheen een stralende zon in een blauwe hemel met hier en daar een wolkje erin. Op onze vraag, hoe we het beste naar Hoenderloo konden komen om daar met onze dagwandeling te beginnen, raadde Mevrouw Bosman ons aan om naar de Otterlose ingang van de Hoge Veluwe te lopen (zij wist een binnendoorweg) en daar een witte fiets mee te pakken en dwars door de Hoge Veluwe naar de uitgang Hoenderloo te fietsen. We vonden dat een voortreffelijk idee en een half uurtje later waren we op weg, langs binnendoor-wegen naar de ingang van ’s lands grootste natuurpark.

We kochten kaartjes en pakten daarna een witte fiets. We besloten via het Jachtslot Hubertus te rijden en daar koffie te drinken.

We volgden de route via een breed asfaltfietspad, eerst door het bos en daarna door de hei, langs een enorm standbeeld van Christiaan de Wet, gemaakt door Mendes da Costa in opdracht van Helene Kröller-Muller.

Tien minuten later naderden we een grote kunstmatige vijver en zagen het Jachtslot voor ons liggen. We reden er heen en parkeerden onze fiets. Van de fietsparkeerplaats wandelden we over een brede oprijlaan naar de binnenplaats van het Jachtslot St.Hubertus. We wandelden door, de tuin in naar de waterkant, waar we in een in stijl gehouden tuinhuisje koffie kochten die we langs de waterkant opdronken. Rob informeerde nog naar een rondleiding, maar daar waren we nog te vroeg voor: die begonnen pas om 12 uur en van dan af elk half uur.

Na de koffie pakten we onze fietsen weer en reden in twintig minuten door een nogal open bos naar de ingang Hoenderloo. We zetten onze fiets in de stalling en vonden vrijwel onmiddellijk ons rood-witte teken. Het voerde ons om de dagcamping bij de ingang heen en daarna door een plezierig open bos, waar we in de schaduw konden voortstappen, maar toch voldoende licht en lucht hadden. Het werd een prettige wandeling, ondanks de toenemende warmte.

Na een uurtje bereikten we via een kleine zandverstuiving, waar we een boterhammetje aten, opnieuw het Jachtslot St.Hubertus. We dronken nog een kopje koffie en kochten kaartjes voor een rondleiding, die over een kwartier van start ging. En die was de moeite waard. Een deskundige dikke dame legde de groep van zo’n 12 personen alle details uit van de prachtige architectuur van Berlage, ze wees ons op leuke kleine details en wist veel verhalen eromheen te vertellen.

Hoge Veluwe

Midden in der

Veluw’s bossen

Staat een huis van

Grote stand;

’t Is gebouwd door

Hooggeboren

Heer Kropholler

In het zand.

’t Is een huis met

struise toren.

Midden in het

Woeste woud.

Art deco en

Ondergrondse

Museaal:

Bepaald niet fout!

Na drie kwartier stonden we weer buiten en we vervolgden onze tocht. Eerst volgden we de oever van het kunstmatige meer (niet meer dan een meter diep en op de bodem bedekt met asfalt!), we gingen door een klein moeras en passeerden de voormalige watertoren, gebouwd door de architect, die Berlage opgevolgd was, toen deze door mevrouw Kröller-Muller, na een onenigheid over een serre aan haar kamer in het Jachtslot, aan de kant was gezet.

We staken de autoweg over en kwamen nu in een minder parkachtig en meer heideachtig gebied, met grote stukken zandverstuiving. Het vaak moeilijk te vinden pad bleef aan de rand

de zandverstuiving en het open bos. Zo ging het een paar hete kilometers door, tot we tenslotte de parkeerplaats van het Museonder en restaurant de Koperen Kop bereikten.

We namen plaats op het terras van dit zelfbedieningsrestaurant, annex speeltuin en haalden een flesje fris en een portie bitterballen. Even de schoenen uit, even de voeten luchten!

Na een half uurtje vervolgden we ons pad, langs het Museonder, langs een nieuwe zandverstuiving en daarna door een nogal dicht bos op de kam van een stuwwal. Na een kilometer kwamen we terug op het niveau van het stuifzand, we passeerden een autoweg en gingen een uitgestrekt bos binnen, lopend op een asfaltpad. En hier raakten we dan toch echt ergens ons teken kwijt! Maar aan de hand van de kaart in het boekje wandelden we verder en we kwamen na een kwartiertje en één keer navragen bij wat wandelaars, weer op het rechte pad. Deze eindigde uiteindelijk op de autoweg tussen Hoenderloo en Otterlo. Ons pad volgde de autoweg een poos, eerst door de hei en daarna weer door een bos tot de uitgang bij Otterlo.

We verlieten het Nationale Park en wandelden de laatste kilometer tot de kom van Otterlo. We deden een klein onderzoekje naar de drie horecagelegenheden, die hier op een kluitje lagen, en we kozen tenslotte voor een lommerijk terras, tegenover de Nederlands Hervormde Kerk, precies op de plek, waar we morgen weer van start moesten gaan.

We bestelden bier, luchtten onze voeten en vertrokken om beurten naar de toiletten om ons wat op te frissen. Daarna bestelden we; Rob at gegrillde sardientjes en ik Oosterse biefstukreepjes, die we ons goed lieten smaken, terwijl het terras om ons heen vol liep.

Na afgerekend te hebben wandelden we de bijna twee kilometer terug naar huis. Dat was iets om morgen ook rekening mee te houden, wanneer we toch al de langste tocht van de week naar Ede zouden lopen.

Terug in huis maakten we een praatje met mevrouw Bosman en bestelden het ontbijt voor morgen om acht uur. Vervolgens douchten we en Rob installeerde zich voor de tv om nog wat info over het WK en de tour tot zich te nemen. Ik las geruime tijd in mijn psalmenoproer, tot we opeens tegen half elf naar een sf-film zaten te kijken, die zo spannend was, dat we niet konden stoppen. Zo werd het toch nog laat!

Vóór we het bed in stapten, maakte Rob een uitgebreide rondgang door de kamer om zoveel mogelijk muggen en vliegen te doden, en met succes, want we hadden ’s nachts aanzienlijk minder last van gezoem en gevlieg!

Jachtslot Hubertus

Een jachtslot is niet meer van deze tijd.

De roaring twenties konden je verblijden.

Wie is er nu nog Mecenas-bereid?

En wie woont financieel aan de zonzijde?

Je mag de dieren niet meer laten lijden;

Een jachtslot is niet meer van deze tijd,

Dus ga je liever zuipen met de meiden.

Je raakt je laatste jachtinstincten kwijt.

De tijd is zwaar veranderd, ’t is een feit:

De koeien staan niet meer in groene weiden,

Een jachtslot is niet meer van deze tijd,

Een Jan Plezier gaan wij niet meer berijden.

Milieuwetgeving moeten wij verbeiden.

PvdD wil haar ideeën kwijt:

De dieren op een voetstuk, nooit meer lijden.

Een jachtslot is niet meer van deze tijd.

Digitalis zie je hier,

Voorwaar een bonte rij!

Hij kleurt en siert

Verrukkelijk

De heidevelden vrij.

Horzels: een grote plaag.

Wie heeft die soort gemaakt?

Wat is het nut van hun

Schimmig bestaan?

Geef me een tip voor een

Prikbultherstellende

Zalf. En een mepper:

Wie helpt me daaraan?