Dag 01

Enschede – den Braam 10,5 kilometer

Vrijdag, 18 april 2008

(10,5 – 372)

Waardering 8-

We hadden elkaar om kwart over acht op het Amstelstation getroffen. Rob had de kaartjes voor de heenweg betaald en ik had voor ons beiden koffie gehaald in de kiosk. Met de eerste beste sprinter reden we naar Duivendrecht, waar we overstapten op de intercity naar Enschede. Zoals we pas, toen Elly en ik naar Berlijn gingen, ook al gemerkt hadden: na Apeldoorn ben je er beslist nog niet, het is een eind naar Enschede!

Om 11 uur waren we er. We verlieten het station en zochten het centrum, waar we niet van onder de indruk waren. Het was droog, maar er stond een straffe kille wind, zodat een terrasje er niet inzat. Op het grote plein stapten we bij Bistrot binnen, waar we koffie en een broodje konden krijgen. Eigenlijk was het nog te vroeg voor de ober om al aan broodjes te beginnen, maar hij streek met de hand over zijn hart…

We wandelden terug naar het station en gingen bij het busstation op zoek naar bus 4. We hoefden slechts tien minuten te wachten, voor we op weg gingen naar halte Hesselinklanden in de buitenwijk Stroiklanden van Enschede. Het bleek nog een hele bustocht te zijn!

In het land van

C.W.Staring

gaan wij goedgemutst

op pad.

Even niet dat

opgeklopte,

drukke leven

in de stad.

Fijne bossen,

mooie beemden,

kijk toch naar dat

jonge groen!

De natuur is

lenteprachtig.

’n Trektocht is nu

goed te doen.

Onderweg (Reprise)

Dit is de start. Een nieuw pad gaat weer beginnen

Er valt voor ons geen hoon of

eeuwigdurend’ eer te winnen.

Het Pieterpad is klaar, dus onze kunde staat wel vast.

Van blaren of van krampen hebben wij maar zelden last.

Beloken zonschijn op ons hoofd, goed voor ’t verzet der zinnen!

We naderen het Witte Veen, door hekjes gaan we binnen.

We zien de schotse Hooglanders zich op hun maal bezinnen.

De zon vervangt het grijs en schijnt nu lekker op je bast:

Dit is de start.

Kijk daar een Tukker boer die zijn midwinterhoorn wast

Hij gaat straks naar de harmonie, dat doet ie enthousiast.

Wij naderen Den Braam, een dorpje dat we straks gaan minnen

En waar het bier gereed staat op een dis gedekt met linnen.

In´t restaurant worden voor ons de piepers al gejast…

Dit is de start.

Bij de bushalte begon het Trekvogelpad. En Rob en ik zouden Rob en ik niet zijn als we niet binnen vijfhonderd meter de markering en de weg kwijt waren. Maar dat was eens maar nooit meer en de fout werd binnen een minuut hersteld!

De route liep door het landgoed Smalenbroek en volgde daarna smalle paadjes langs houtwallen. Voorlopig erg aantrekkelijk. De smalle paadjes gingen over in een asfaltweg, de Twistveenweg, die langs de Duitse grens voerde en na verloop van tijd een zandweg werd. We kwamen via een hekje in het natuurgebied “Witte Veen”, één van de hoogtepunten van onze tocht. In dit natuurgebied deed men pogingen om het oorspronkelijke hoogveen te herstellen en weer te laten aangroeien. De vlakte werd begraasd door Hooglanders en de waterspiegel werd kunstmatig hoog gehouden, zodat een kunstmatig moeras was ontstaan. Volkomen nieuw voor ons en prachtig!

In dit gebied zagen we verscheidene herten, konijnen en eekhoorns. Na een bankje noodde het wit/rode teken ons linksaf, het moeras in. De weg ging over knuppelbruggetjes, die we eerder ook al eens bij Venlo gezien hadden. We kwamen voor het eerst tegemoetkomende Trekvogels tegen, een echtpaar dat het Noaberpad volgden.

Het pad vervolgde kronkelend, eerst langs de Duitse grens en later langs de Braamse beek. Het eindigde tenslotte op een autoweg, nog een paar honderd meter naar Den Braam.

We passeerden het Nivonhuis, - waar we toch maar besloten niet te gaan slapen – en wandelden naar het pannenkoekenhuis. Hier dronken we een biertje en besloten maar meteen te eten, voor het geval (en die kans was niet denkbeeldig) ons overnachtingadres nog een stuk gaans was.

Onder het eten informeerden we naar de Haaksbergseweg, waar ons bed+breakfast was gelegen en dat bleek toch nog ruim 4 kilometer verwijderd. We wandelden naar de Alsteedse weg en gingen die volgen tot Buurse, waar de naam verandert in Haaksbergse weg. We stonden nog een poos bij de bushalte op de buurtbus te wachten, maar die kwam niet op het aangekondigde uur, dus verder lopen maar weer. Het was echt doorbijten en de nummers op de Haaksbergse weg schoten niet op, omdat de boerderijen ver uit elkaar lagen. Opeens verscheen het buurtbusje en die bracht ons voor één euro spoedig naar de Groepsaccomodatie De Burinkhof, waar we bed and breakfast hadden bij mevrouw Burink sr. Inderdaad verwees de dochter, die aan de weg woonden ons naar een kleinere villa, wat

terzijde van de weg, waar we vriendelijk door moeder werden ontvangen. We hadden de beschikking over een kleine zitkamer met tv en een slaapkamer met twee stapelbedden, alsmede een kleine badkamer.

Hier hielden we het wel een nachtje uit. Mevrouw Burink was vriendelijk, doch zakelijk en onmiddellijk bereid ons morgen bij vertrek tegen de geldende openbaar vervoertarieven een slinger te geven naar Den Braam! (Buurtbus rijdt niet in het weekend!).

We keken eerst naar het journaal, waar we breed uitgemeten kregen, dat in Afganistan twee Nederlandse soldaten door een bermbom waren omgekomen, waarvan één de zoon van de man, die een dag eerder tot algemeen bevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten was benoemd.

Na het journaal ging Rob douchen en installeerde ik me met “Wie betaalt de veerman?” in een luie stoel. Mevrouw Burink bracht nog een kan koffie, dus wij hoefden er niet meer uit!

Rob volgde de voetbalwedstrijd Ado – Volendam, waarbij het Volendam van Stanley Menzo kampioen van de eerste divisie werd en zo voor de zoveelste keer de eredivisie binnenhuppelde.

Tegen een uur of elf hadden we het wel gehad. We kropen ieder in ons eigen stapelbed en binnen vijf minuten waren we beiden in diepe slaap.