Invloed van levensvisie en persoonlijkheid van de therapeut op de behandeling

Interview met Els Versteegh

Bron: VHV juli/aug 1988 Themanummer

Invloed van levensvisie en persoonlijkheid van de therapeut op de behandeling

In het kader van het thema volgt nu een interview met Els Versteegh- Vermeij, stottertherapeute. Er wordt gefluisterd dat ze een sterke persoonlijkheid heeft en dat straalt ze ook wel uit. Een visie heeft ze zeker: haar ideeën over stotteren moeten we vooral in de hoek van de Doetinchemse Methode zoeken. Ze heeft veel respect voor de theorieën van Alfred Adler, maar ziet diens Individual Psychologie niet als de Enig Zaligmakende. Wat religie betreft is ze Doopsgezind opgegroeid. Dat zal haar leven ongetwijfeld beïnvloed hebben, maar hiervan treedt niet zoveel naar buiten.

VHV: Hoe denkt zij over de in invloed van de persoonlijkheid en de levensvisie van de therapeut op de behandeling? Wat vindt ze eigenlijk van dit thema?

Els: Heel belangrijk. Als je anderen wilt helpen, zul je eerst met jezelf in het reine moeten zien te komen. Natuurlijk kost dit tijd; het is een proces, waarin je voor jezelf evenwicht moet vinden en moet leren anderen de ruimte te geven. Geen eisen stellen, maar mensen confronteren met hun eigen gedrag. Bevalt hen dat gedrag, prima. Zo niet, en willen ze veranderen, dan kun je hen daarbij ondersteunen.

Over behandelingsmethoden zegt Els Versteegh. . .

Els: Geen enkele methode is dé methode. Een methode slaat altijd maar bij een bepaald percentage van de mensen aan; er zijn er altijd bij wie het niet werkt.

Net als iedere medicijn bijwerkingen heeft, kleven er ook nadelen aan iedere methode.

Bovendien past niet elk mens bij elke therapeut. Als ik bijvoorbeeld heel duidelijk voel dat ik als persoon 'te zwaar' ben voor degene die bij mij om hulp komt, dat mijn invloed veel te groot is, dan kan ik niet goed functioneren. Of als iemand bang voor mij is (ik lijk bijvoorbeeld op zijn moeder!) Het lijkt mij dan beter de behandeling aan een ander over te laten. Dit is niet vaak gebeurd hoor, maar toch wel eens. Er op ingaan is theoretisch mogelijk, maar ik heb gemerkt dat dat niet altijd goed is, althans dat ik dat niet altijd kan. Een therapeutische relatie is wel min of meer een afhankelijkheidsrelatie, maar daar wil ik zo gauw mogelijk van af. Wat ik het liefst wil is iemand leren voor zichzelf op te komen.

VHV: Wat vindt u het belangrijkste? De therapeut of de behandelingsmethode?

Els: De therapeut. Als je als therapeut iemand op eigen benen kunt zetten, dan heb je al een geweldig stuk therapie klaar. De methode is daarbij dan secundair. Dat wil niet zeggen dat methodes onbelangrijk zijn, want je kunt er stottergedrag mee beïnvloeden. Maar de basisvoorwaarden bij de therapie is voor mij, dat ik iemand help zich thuis te voelen in zijn eigen lichaam, in zijn 'eigen huis', Want dán kan iemand zélf deuren openen die vroeger gesloten bleven. Er zijn in Nederland maar weinig therapeuten die zeggen: mijn methode is goed, en alle anderen deugen niet. De meesten zeggen: een aantal mensen kan ik helpen, maar niet iedereen. Misschien zullen we ooit (over vijftig jaar?) één veelomvattende stottertherapie hebben ontwikkeld, waarin zóveel aspecten verenigd zijn dat ieder die stottert de hulp kan krijgen die hij of zij persoonlijk nodig heeft.

VHV: Wat vindt u van therapieën die het geloof in hun therapie betrekken?

Els: Nee, ik vind dat dat niet mag. Het heeft iets te maken met dat eerdergenoemde overmatig afhankelijk zijn van de therapeut, met de enorme invloed die je als therapeut kunt hebben en die je niet mag gebruiken op een oneigenlijke manier.. Aan de Schoenakers is indertijd verweten dat ze het Bahai geloof uitdroegen. Zij waren inderdaad Bahá’í, maar zij hebben dat nooit in de therapie ter sprake gebracht. Als een Christen naar de kerk gaat vindt iedereen dat heel gewoon, maar als iemand ongewone rituelen in acht neemt, dan wekt dat nieuwsgierigheid op. Het zou mijns inziens ook vreemd zijn als je niet op vragen daarover zou mogen antwoorden. Dat is iets anders dan propaganda maken. Als je geloof echt veel voor je betekent dan kun je niet voorkomen dat er iets van zichtbaar wordt. De levenshouding die je onder invloed van je geloof aanneemt draag je natuurlijk altijd uit. Zolang je geen dogma's van een bepaalde geloofsrichting verdedigd lijkt mij dat ook allerminst een bezwaar.

VHV: Stotteraars zijn vaak kwetsbaar en makkelijker te beïnvloeden. Ze zouden ook sneller geneigd kunnen zijn zo'n levenshouding (of het achterliggende geloof) van de therapeut over te nemen.

Els: Daarom is het juist zo belangrijk dat je vanaf het begin van de therapie al werkt aan de eigen kracht, de eigen basis van de stotteraar. Dan reduceer je de beïnvloedbaarheid. Als iemand zich vrij voelt, dan kan hij een échte keuze maken. Als dat niet het geval is, dan is kiezen niets anders dan kiezen voor de weg van de minste weerstand, geen echte keuze dus. Op een gegeven moment kan stotteren een vrije keuze worden, je laat je leven er dan niet meer door bepalen. Je hebt er greep op als je kunt kiezen tussen spontaan stotteren, het maar laten gebeuren, en bewust overschakelen op een door jou gewenste spreektechniek.

VHV: Misschien hebben sommige mensen het geloof of iets anders nodig om de kracht te vinden die keuze te maken.

Els: Ja, misschien is dat wel zo, die mensen ontlenen kracht aan hun geloof. Maar ik zou willen dat iemand vanuit zijn eigen vrijheid voor dat geloof kiest en niet vanuit een soort paniekreactie zich eraan vastklampt. Dus het komt toch weer neer op kiezen vanuit een positie van relatief evenwicht. Geloven is: zich overgeven aan een macht boven ons. Dat is geen paniekreactie, integendeel. Ik denk zelf dat je je niet kan overgeven als je niet ergens staat, aanwezig bent, letterlijk en figuurlijk.

VHV: Hoe zit het met bewuste tegenover onbewuste invloed van de therapeut?

Els: Ik denk dat het heel belangrijk is dat een therapeut zijn of haar eigen sterke en zwakke punten kent, en dat je bewust afstand schept, ruimte geeft in de therapie. Zodra ik merk dat ik er belang bij heb dat iemand veranderd moet ik dat loslaten. Daar denk ik heel bewust over na, .vóór, tijdens en na de therapiezittingen. Dat nadenken, het mij bewust worden, heb ik moeten leren, dat deed ik niet vanzelf. Daar hebben mijn collega's me bij geholpen.

VHV: Moet je als therapeut een volmaakt mens zijn?

Els: Nou als je dat van jezelf eist, ben je heel verkeerd bezig. Ik wil bereid blijven mijn eigen zwakheden en de fouten die ik in de therapie maak te erkennen en ervan te leren, maar een perfect mens willen worden. . . nee. Het blijft heel erg belangrijk anderen te accepteren zoals ze zijn, ik merk dat ik dat beter kan als ik mezelf accepteer zoals ik ben. Ik streef ernaar niet kritisch te 'sturen', alleen maar bewust te laten worden wat iemand feitelijk doet: mensen te helpen iets anders te kiezen, vanuit hun eigen kracht en gevoel van eigen waarden. Kinderen geef ik wat meer structuur, zodat ze vanuit een basis van zekerheid kunnen gaan 'groeien'. Maar ook hen geef ik ruimte: ze moeten de kans krijgen hun eigen fouten te maken.

VHV: Bedankt voor dit gesprek.

Meer:

Stotterjijofstotterik https://sites.google.com/site/stotterjijofstotterik/

Els Versteegh 1917 - 2007

In memoriam Els Versteegh - Vermeij 1917 - 2007

Stotteren en spontane communicatie

Twintig jaar vrijheidstrijd met stotteraars

Invloed van levensvisie en persoonlijkheid van de therapeut op de behandeling

Professionalisering

Een omweg die loont

Balance, lichaamsbewustzijn en emotioneel evenwicht

William H. Perkins Stotteren voorkomen Red.: E.H. Versteegh-Vermeij