Beslissingen nemen

Weet jij soms ook niet wat je wilt?

Theo Schoenaker

Bron: “Moed doet goed” [PDF]

De mens, als een wezen dat beslissingen neemt, is een psychologisch principe.

Het is weliswaar slechts een aanname, maar misschien behoor jij ook tot de mensen, die hier aan kunnen wennen en zichzelf daardoor beter kunnen leren kennen. Het werken met dit principe is weliswaar slechts een bouwsteen, maar het kan je, samen met de andere bouwstenen uit de volgende hoofdstukken, een helder inzicht over jezelf geven, als je een keer voor jezelf een raadsel bent.

Jij kunt ervoor kiezen om naar de bioscoop te gaan of om thuis te blijven. Jij kunt ervoor kiezen om op bezoek te gaan bij vrienden of om alleen weg te gaan.Dat is ons algemeen bekend en daarmee leven we.

Jij kunt echter ook in elke situatie ervoor kiezen om de mondhoeken te laten hangen of om ze hoog te houden en lachend in de wereld en in jezelf rond te kijken. Je kunt ervoor kiezen om de fouten, het storende aan je partner, aan je ouders, aan je collega's te zien of om je blik te richten op het goede, op het constructieve en het beminnelijke. Je kunt ervoor kiezen om je poot stijf te houden of om te vergeven. Je kunt ervoor kiezen om onder te gaan in de wirwar van het dagelijks leven of om over geestelijke onderwerpen na te denken. Je kunt als voorheen zwijgen, morren en dralen, of je kunt dat verhelderende gesprek dat al zo lang op stapel staat eindelijk riskeren. Maar welke beslissing je ook neemt, dat, wat je doet, is dat wat je wilt.

Je kunt als een stijfkop blijven staan op je eigen wensen en voorwaarden, je kunt echter ook als dienst aan de vrede toegeven en een gemeenschappelijke basis zoeken. Je kunt verder gaan zoals je tot nu toe leefde of je kunt die beslissing nemen, waarvan je weet dat hij al lang had moeten worden genomen. Maar welke beslissing je ook neemt, dat, wat je doet, is dat wat je wilt.

Dit inzicht is ook om te draaien: Dat, wat je wilt, wordt zichtbaar in dat, wat je doet. Zo beoordelen we immers andere mensen en reageren ook zo op ze. Want als ik in mijn achteruitkijkspiegel kijk en ik zie dat de auto achter mij naar links uitwijkt en zijn snelheid verhoogt, dan weet ik door dat, wat hij doet, wat hij wil: hij wil me inhalen.

De beslissingen die je neemt bepalen de kwaliteit van je leven. Je kunt de beslissing nemen, het zo te doen als de pauw, die altijd tevreden is, zijn hoofd hoog houdt en alleen naar zijn mooie veren kijkt en nooit op zijn lelijke poten let. Je kunt het ook zo doen als David, toen hij tegenover de grote Goliath stond. De Joden, die zich verzameld hadden om het duel mee te maken, sidderden van angst en dachten: 'Wat is hij klein en wat is die groot. Dat lukt hem nooit.' David dacht echter: 'Mooi dat hij zo groot is, dan raak ik hem altijd'.

Je kunt je opgaven zus of zo doen. Je kunt het positieve of het negatieve zien. De beslissing en daarmee de kwaliteit van je leven ligt bij jou, maar wat je werkelijk wilt, is dat, wat je doet.

Het principe, dat de mens een wezen is dat beslissingen neemt, houdt echter nog meer in. Het gaat er in de eerste plaats namelijk niet om dat je de ene of de andere beslissing kunt nemen, waar het om gaat is dat je niet niet een beslissing kunt nemen.

Als ik zeg dat de mens een wezen is dat ademt, dan geef ik daarmee aan dat de mens, zolang hij leeft, niet kan ontkomen aan het proces van in‑ en uitademen. Zo is het ook met beslissingen: zolang je leeft kun je het proces van beslissingen nemen niet ontwijken.

Alles wat je doet, voelt, denkt, verwacht of droomt, is het resultaat van je eigen, meestal onbewuste beslissingen.

Normaal gesproken bedoelen we met het woord 'beslissing' een 'doel'‑bewust doorgevoerd plan. Je neemt je voor een bepaald persoon naar de weg te vragen; je loopt op haar toe en voert het plan uit. Of je werkelijk de beslissing hebt genomen om het te doen wordt zichtbaar in je handeling. Dat was een bewuste beslissing.

Het begrip is echter ook op onbewuste processen van toepassing en zo kun je in het algemeen zeggen dat je kunt zien wat je werkelijk wilt, als je erop let, wat je doet of hebt gedaan. Dit geldt zowel voor bewuste als voor onbewuste beslissingen.

www.uitgeverij-anode.nl

Samenvatting van het boek

De wereld van vandaag is niet altijd even bemoedigend. De meesten van ons kennen wel dat gevoel: ‘Ik ben niet goed genoeg’, ‘nee, ik kàn het niet’. Veel dagelijkse dingen beleven we dan als ontmoedigend en vaak zijn we ons dat niet eens bewust. Daardoor ontbreekt het ons soms aan moed om dingen aan te pakken, laten we kansen aan ons voorbijgaan en gaan de dingen niet zoals we zouden willen.

Nieuwe, bemoedigende inzichten zijn nodig om dit te veranderen. En die staan in ‘Moed doet goed’:

Eerst een beetje theorie over onszelf, als mens:

Wij mensen zijn ‘sociale wezens’ en ontwikkelen, temidden van onze medemensen, onze eigen, unieke kijk op de dingen om ons heen. En als we maar eenmaal leren zien hoe wij ‘in het leven staan’, begrijpen we ook steeds beter hoe we ons gedragen, en dat we zo onze vaste patronen hebben.

Het leren begrijpen van onze eigen ‘levensstijl’ is daarom een belangrijk en plezierig avontuur.

Met ‘Moed doet goed’ kunnen we de eerste stappen zetten.

Verder wordt ondermeer helder beschreven wat de relatie is tussen ons denken - voelen - doen. We doen namelijk nooit iets "zo maar". Ons doen en laten blijkt altijd gericht op een doel, bewust of onbewust. Dus: 'als je wilt weten wat je werkelijk wilt, kijk dan naar wat je doet, en wat de gevolgen daarvan zijn'.

Op die manier ontdekken we ook onze vrijheid om bewust 'anders' te gaan doen dan anders, als we dat willen. Als we moediger zouden zijn.

Daarom het hoofd-onderwerp: bemoediging, uitgewerkt in al haar aspecten:

+ wat is bemoediging en waarom is het nodig?

+ hoe werkt bemoediging en wat doet het?

+ hoe leer je jezelf en anderen bemoedigen

En dan aan de slag ermee: bemoediging in de praktijk.

Want kennis alléén is niet genoeg: veel mensen blijven hierin steken. Maar men moet niet alleen weten, maar ook: doen.

Moediger worden is een proces van kleine stappen.

In de laatste honderd bladzijden van ‘Moed doet goed’ zijn daarom bemoedigende eigenschappen voor jezelf en naar anderen toe beschreven, om te leren en te oefenen. En dat is een bewuste, plezierige manier van leven. En met elk behaald resultaat gaat dat proces sneller, en worden we een moediger en bemoedigend mens.

In het dagelijks leven neem je maar weinig beslissingen volgens een bewust plan. De meeste beslissingen komen niet bewust tot stand. Daarom begrijp je vaak ook niet waarom of met welk doel je voor een bepaald gedrag, een bepaald gevoel of een bepaalde gedachte hebt gekozen.

Als iemand, terwijl hij een boek leest, in zijn neus peutert, dan is het duidelijk dat die vinger niet een eigen leven leidt en zich niet zonder toedoen van de lezer in zijn neus kan zitten, maar dat de lezer, misschien niet bewust, het besluit heeft genomen om met zijn vinger in zijn neus te peuteren. Het zou toch belachelijk zijn om aan te nemen dat die vinger een eigen leven leidt.

De betreffende persoon zal, volgens het hierboven uitgewerkte principe zijn situatie als volgt definiëren: 'Ik moet de beslissing hebben genomen om te lezen en tegelijkertijd in mijn neus te peuteren.'

Als een vader zich over iets opwindt en zijn kind slaat, dan luidt zijn inzicht daarna: 'Ik heb de beslissing genomen om me op te winden en mijn kind te slaan.'

We merken al aan dit voorbeeld dat de zin: 'De mens is een wezen dat beslissingen neemt' nogal ongemakkelijk is. Deze zin laat geen ruimte over voor verontschuldigingen. We kunnen niet meer teruggrijpen op krachten of invloeden van buitenaf. Natuurlijk kan het zijn, dat het kriebelde in de neus van de lezer en dat het kind het leven van zijn vader moeilijk maakte. Deze omstandigheden kunnen echter niets veranderen aan het feit dat de betreffende persoon de beslissing genomen heeft in zijn neus te peuteren respectievelijk zijn kind te slaan. Alle verontschuldigingen die later worden aangevoerd, zoals bijvoorbeeld: 'Ik wilde mijn kind niet slaan, ik kon er niets aan doen, mijn hand is uitgeschoten; iets in mij was sterker dan mij.' is zelfbedrog en ontneemt ons het zicht op de waarheid.

Als je met een treurig gezicht in de hoek zit, kun je over jezelf zeggen: 'Ik heb de beslissing genomen om in de hoek te gaan zitten en een treurig gezicht te trekken.' Tenslotte kon alleen jij jezelf in de hoek zetten en je gezichtsspieren zijn jouw gezichtsspieren, waarvan je de uitdrukking alleen zelf kunt bepalen.

Ik weet zeker dat je in de meeste gevallen je eigen situatie niet als het resultaat van je eigen beslissing ervaart, je voelt je gewoon verdrietig omdat iets niet zo is gelopen zoals je het je had voorgesteld. Misschien voel je je ook een slachtoffer van je eigen stemmingen. Maar hoe het ook zij, het kan je helpen je in zulke situaties jezelf voor ogen te houden dat jij, als wezen dat beslissingen neemt, het blijkbaar zo wilt hebben zoals het nu is, anders had je natuurlijk ook een andere beslissing kunnen nemen.

De meeste mensen geven dat niet graag toe en daarmee stuiten we op begrippen als beoordeling en verantwoordelijkheid.

Beoordeling en verantwoordelijkheid

'Als mijn daden een uiting zijn van mijn eigen beslissingen, dan draag ik ook de verantwoordelijkheid voor mijn eigen handelingen.'

Een dergelijke uitspraak vinden we een teken van volwassenheid. Of je echter bereid bent je handelingen als een weerspiegeling te zien van je eigen beslissingen, hangt nauw samen met of je je eigen handelingen als positief of negatief beoordeelt. Als je vrolijk of vriendelijk bent, een boek leest of een sigaret rookt, dan kun je deze handeling als positief of neutraal benoemen en toegeven: 'Ik heb de beslissing genomen om vriendelijk te zijn. Ik heb de beslissing genomen om vrolijk te zijn. Ik heb de beslissing genomen om een boek te lezen. Ik heb de beslissing genomen om een sigaret te roken. Daar sta ik achter.'

In andere gevallen zoals bijvoorbeeld verdrietig zijn, huilen, blozen, stotteren, ontrouw zijn of in woede uitbarsten, heb je er waarschijnlijk meer moeite mee deze grondregel consequent toe te passen. Dat zou dan namelijk betekenen: 'Ik heb de beslissing genomen om verdrietig te zijn; Ik heb de beslissing genomen om te huilen; Ik heb de beslissing genomen om te blozen, te stotteren, ontrouw te zijn, een woede‑uitbarsting te hebben.'

De aanname dat deze gedragingen een weerspiegeling zijn van je eigen beslissingen betekent dus ook dat jij de verantwoordelijkheid daarvoor draagt en de daarmee verbonden gevolgen niet uit de weg wilt gaan.

Bij de formulering: 'Ik heb de beslissing genomen om …..merk je al dat, als je had gewild, je ook een andere beslissing had kunnen nemen. Dat is vaak onaangenaam en daarom gebruiken we verontschuldigingen, waardoor we omstandigheden en andere personen verantwoordelijk maken voor het verdriet, voor het huilen enzovoort en zeggen we: 'Ik kan er niets aan doen' of 'Ik zou het zo graag anders willen, maar het gaat gewoon niet' of 'Ik ben onschuldig' enzovoorts.

Instaan voor je eigen handelingen en de gevolgen is een begerenswaardige sociale houding, waarbij dit individual‑psychologische principe 'De mens is een wezen dat beslissingen neemt' ons kan helpen.

Er zijn sociaal‑nuttige en sociaal‑schadelijke gedragingen; er zijn gevoelens die verbinden en gevoelens die verbreken. Daarvoor hebben we de begrippen 'goed' en 'slecht'.

De angst om slecht te zijn of slecht gevonden te worden leidt er toe dat we proberen het inzicht dat sociaalstorend gedrag en gevoelens die verbreken in het bereik van onze eigen beslissingen liggen, niet aan te nemen.

Voor de ontwikkeling van jezelf kan het echter een grote hulp zijn, als je voorlopig geen waardeoordelen aan je gedrag geeft. Het gaat er nu niet om of verdrietig zijn, huilen, ontrouw, agressiviteit, eenzaamheid en dergelijke goed of slecht zijn, maar dat je voor jezelf kunt vaststellen:

  • 'Ik heb de beslissing genomen om verdrietig te zijn, anders zou ik toch niet verdrietig zijn.'

  • 'Ik heb de beslissing genomen om te huilen, anders zou ik niet huilen.'

  • 'Ik heb de beslissing genomen om te vechten, anders zou ik niet vechten.'

  • 'Ik heb de beslissing genomen om toe te geven, anders had ik niet toegegeven.'

  • 'Ik heb de beslissing genomen om te blozen, anders had ik nu niet zo'n rood hoofd.'

  • 'Ik heb de beslissing genomen om agressief te zijn, anders zou ik niet agressief zijn.'

  • 'Ik heb de beslissing genomen om eenzaam te zijn, anders zou ik niet eenzaam zijn.'

Pas als je je gedrag hebt geaccepteerd als je eigen beslissing, zonder jezelf slecht te maken, kun je je zakelijk bezig houden met de vraag: 'Waarom heb ik dat nodig? Waarom neem ik geen andere beslissing? Wat levert dit gedrag mij op?'

Zolang je het idee 'Ik kan niet anders' hebt over je eigen gedrag, sluit je de deur naar zelfkennis. Als je echter je gedrag kunt 'bekleden' met deze nieuwe inzichten, bijvoorbeeld: 'Ik wil het blijkbaar zo', dan komt ook gelijk de volgende vraag in je op: 'Hoezo, waarom heb ik het dan nodig?'.

Zolang de vader gelooft: 'Ik wilde mijn kind niet slaan .... mijn hand schoot uit' dan stopt zijn denken op deze plaats. Als hij de verantwoordelijkheid neemt: 'Ik wilde mijn kind slaan' dan gaat het denkproces verder met de vraag: 'Hoezo, waarom eigenlijk?'.

Als je met behulp van deze waardevrije zelfobservatie op de weg naar zelfkennis verder wilt gaan, helpt het je om je twee dingen te bedenken. Het gaat er niet om of je goed of slecht bent en het gaat er niet om dat je je moet veranderen. Het gaat in dit proces enkel en alleen om zelfkennis. Glimlach liever van binnen en denk: 'Aha, daar ga ik weer'.

Ik neem de beslissing, ik wil, ik zou graag willen ...

Het is ons probleem dat we niet alleen veel van onze beslissingen niet begrijpen, maar dat we veel van die beslissingen ook vele niet willen erkennen. 'Hoe kan ik accepteren, dat mijn chaos, mijn eigen beslissing is, terwijl ik toch zo graag rust wil?'. 'Hoe kan ik accepteren, dat ik kies voor mijn agressiviteit, terwijl ik toch zo graag vredig met anderen wil samenleven?'.

Wel, dat wat je graag wilt, is meestal niet dat wat je doet. Je kunt vaststellen dat dat wat je met 'ik zou graag willen' aanduidt, meestal een schijnwens is en het omgekeerde van wat je werkelijk doet.

Wat zegt je innerlijke stem als je zegt:

'Ik zou graag ordelijker, netter willen zijn.'

'Ik zou graag actiever willen zijn.'

'Ik wil eindelijk deze brief beantwoorden.'

'Ik wil meer contact maken met anderen.'

Als je iets werkelijk wilt, dan doe je het. Dan zeg je ook niet 'ik zou graag willen', maar 'ik wil' of 'ik ga'. Je praat dan niet over de toekomst, maar over de mogelijkheden om nu een begin te maken. Je kiest ook voor datgene wat je werkelijk wilt en op het moment dat je het uitvoert, weet je, dat dat echt was wat je wilde. 'Ik wil mijn broer opbellen om deze hele toestand met hem op te helderen.'Als je dit plan uitvoert, dan weet je dat je daarvoor gekozen hebt en dat je het echt wilde. Als je dit plan niet uitvoert, dan weet je dat je het niet wilde, maar hoogstens graag zou willen.

Als ik weten wil, wat ik werkelijk wil...

Deze gedachte systematisch tot een eind voeren, kan ook pijnlijke inzichten aan het licht brengen, want hiermee brengen we tot nog toe niet-bewuste beslissingen in het bewustzijn en deze kunnen zeer pijnlijk zijn.

Stel dat je er onder lijdt dat je geen levenspartner vindt, omdat de contacten die je opbouwt, steeds weer door die nieuwe vriendin worden verbroken. De gedachte dat jij zelf daarbij een belangrijke rol speelt, kan zeer veel losmaken; want afgezien van details uit je gedragsrepertoire zul je, nadat al weer een nieuwe vriendin de relatie verbroken heeft, in het algemeen moeten vaststellen:

'Als ik wil weten wat ik werkelijk wil, dan moet ik kijken naar wat ik doe. Ik wil mij blijkbaar zo gedragen dat mijn vriendin bij me weggaat.'

Meer in detail kan dit betekenen: 'Ik wil me om kleinigheden gekwetst voelen', 'Ik wil dat ze er alleen voor mij is', 'Ik wil haar voortdurend met mijn problemen belasten', 'Ik wil mijn tijd niet met haar delen', 'Ik wil niet kiezen tussen mijn moeder en haar' enzovoorts.

Eerlijk gezegd zou de conclusie dan moeten zijn: 'Ik zeg weliswaar dat ik graag een vaste relatie zou willen hebben, maar als ik kijk naar wat ik werkelijk wil, stel ik vast: Ik wil alleen zijn en me onrechtvaardig behandeld voelen.'

In het bovenstaande voorbeeld gaat het om het waarnemen van het vormgeven van het eigen leven, opgebouwd uit verschillende afzonderlijke beslissingen. Als je terugkijkt op je leven en kijkt naar de rode draad, die je vaker ontwikkelt, dan kun je misschien vaststellen: 'Ik wil me blijkbaar door andere mensen laten leven, want dat is wat ik steeds weer doe, toch?', 'Ik wil met andere mensen ruziën, het beter weten en zo steeds weer mijn sociale contacten verwoesten'. Of. 'Ik wil steeds weer iets groots ondernemen, met veel enthousiasme beginnen en na enige tijd weer opgeven.'

Als je merkt dat je leven steeds weer volgens een bepaald patroon verloopt, dan kun je eerst eens ophouden met het afschuiven van de schuld op de 'slechte ander' of het toeval en het als een uiting van je eigen beslissing accepteren.

Zeer waarschijnlijk kun je ook de positieve lijn in je leven zien.

Ik kom daar bij het thema zelfbemoediging nog op terug, want dat zal je zeker goed doen.

Op de eerste plaats wil ik met deze beschrijving bereiken dat je gedragingen of een bepaald levenspatroon waar je onder lijdt, beter begrijpt en daardoor meer innerlijke vrijheid krijgt. Het kan weliswaar pijn doen, om bijvoorbeeld te moeten vaststellen: 'Ik wil blijkbaar veel geld verdienen en mijn huwelijk verwaarlozen', maar misschien gaan door deze inzichten ook je ogen open en kun je nieuwe beslissingen nemen, met name dan als je begrijpt, waarom geld belangrijker voor je is dan je huwelijk. De vraag naar het 'hoe' en het 'waarom' is meestal de vraag naar de onbewuste, achterliggende doelen. Dat is een thema van het volgende hoofdstuk van dit boek .

Uit ‘Moed doet goed’ www.uitgeverij-anode.nl