Het gemeenschapsgevoel ontwikkelen

Het doel van alle therapie, zelferkenning en zelfhulp is: de ontwikkeling van het gemeenschapsgevoel. Deze ontwikkeling voltrekt zich boven de erkenning dat geen mens een eiland op zichzelf is, maar dat ieder mens een cel is in het organisme van de mensheid en dat dit organisme pas dan naar tevredenheid kan functioneren als iedereen zichzelf steeds weer instelt op het geheel. Als de enkeling er op uit is zichzelf te verrijken ten koste van anderen, als hij zijn kennis niet doorgeeft en daarmee het doorstromen van kennis blokkeert, als hij anderen ontmoedigt, of op welke manier dan ook schade berokkent, enzovoorts, dan verstoort hij daarmee de gezondmaking van het geheel, hij werkt als een gezwel.

Wij zijn immers op gelijkwaardigheid, op samenwerking, op bemoediging, op verdraagzaamheid, op doorgeven, op democratisch probleemoplossend gedrag ingesteld; dit bevordert de gezondheid van het geheel. Dit is in de geest van het gemeenschapsgevoel.

Het gaat er daarbij niet om braaf te willen zijn, om aanpassing of om anderen beslist een plezier te willen doen. Zeker zal gemeenschapsgevoel tot uitdrukking komen in samenwerking met anderen en de betreffende mens zal zich, met open ogen voor de belangrijkheid van een situatie, ook aanpassen; dat wil zeggen dat hij, normaal gesproken voor een verkeerslicht dat op rood staat, zal stoppen, maar niet als hij een doodziek mens in zijn auto heeft, die beslist naar het ziekenhuis moet.

Deze behoefte, in het belang van de mensheid te handelen, heeft voor Alfred Adler betrekking op: “De mensheid van déze generatie en van vólgende generaties”. Zo krijgen wij voor ons handelen een breder perspectief dat ons afhoudt van het bevredigen van kortetermijnbehoeften.

Wij spraken er over dat de enkeling altijd het geheel voor ogen moet houden en actief zijn nuttige bijdrage moet leveren. Dit kan hij natuurlijk pas dan als hij ook zichzelf belangrijk genoeg vindt. Ieder mens is enig in zijn soort, hij is anders dan alle anderen en door de menigvuldigheid van de individuen, de menigvuldigheid van de.talenten, bekwaamheden, ideeën, culturen, talen, huidskleuren enzovoorts, wordt de samenleving net zo bont en interessant als een bloementuin vol verschillende soorten bloemen een lust voor het oog is. Ieder individu draagt door zijn anderszijn bij aan de veelvoudige mogelijkheden van de samenleving. Wie zich voorstelt, dat het goed is dat hij is zoals hij is, die kan van zichzelf houden en lichter door het leven gaan en in dienst van het geheel zijn bijdrage leveren. Hij zal zijn eigen rechten net zo belangrijk vinden als de rechten van anderen; hij zal respect hebben voor zichzelf en voor anderen, hij zal zijn eigen belangen moedig in het oog houden en niet schromen voor zijn eigen mening uit te komen. Zo zal hij zich ontwikkelen in de wisselwerking tussen de belangen van de gemeenschap en van die van hemzelf en waarschijnlijk tot de erkenning komen dat hij op de lange duur zijn eigen belangen het beste dient door het erkennen van de belangen van de gemeenschap.

Hij zal anderen, noch zichzelf schade doen, noch lichamelijk, bijvoorbeeld door drugs, alcohol of andere schadelijke overdrijvingen, maar ook niet geestelijk door zelfbeschadigende gedachten en gevoelens. Hij zal begrijpen dat met zieke individuen geen gezonde gemeenschap is op te bouwen en dat de kwaliteitsverbetering van de enkeling ook een aspect van het gemeenschapsgevoel is. Kwaliteitsverbetering van de enkeling betekent hier: bekwamer worden in het oplossen van de voornaamste levensvragen. Deze bekwaamheid wordt zichtbaar in de wijze waarop de enkeling de problemen die in werk, liefde en de samenleving optreden, tot een oplossing brengt.

Een hoge dunk van zichzelf hebben is goed en nuttig, maar op overdrijving moet men ook hier acht slaan. Degene die zo een hoge dunk van zichzelf heeft dat hij van mening is dat anderen naar hem toe moeten komen, hem moeten tonen dat zij hem mogen, hem nodig hebben, die leeft net zo half als degene die alleen maar tegen anderen praat, zonder te luisteren en die anderen met zijn initiatieven tot contact dooddrukt.

Wie zijn gevoelens teveel gewicht geeft, komt licht met het gemeenschapsgevoel in conflict. Wie bijvoorbeeld meent dat hij pas dan “echt” is, wanneer hij zich volgens zijn gevoelens gedraagt, die kan er licht toe komen zijn neerslachtige stemmingen tot uitdrukking te brengen als het hem past; anderen zijn vriendelijkheid en bemoediging te onthouden als hij daarvoor niet in de stemming is deze te tonen enzovoorts. Gevoelens zijn als motor voor ons handelen te verstaan en zo gezien onontbeerlijk, maar als remmende of blokkerende gevoelens gewichtiger voor ons worden dan het leveren van een bijdrage, dan leven wij in conflict met het gemeenschapsgevoel. In wezen is het belangrijker dat de volgende generaties een leefbare wereld aantreffen dan dat wat wij bij het opbouwen van deze wereld hebben gevoeld. Wij danken Grieken, Romeinen, Arabieren en alle anderen die voor ons de aardbol bewoonden voor dát waarop wij konden verder bouwen, maar wie vraagt nog naar hun gevoelens?

Wie zich zonder verdere constructieve verklaring gerechtigd voelt zich van anderen terug te trekken omdat hij zich gekwetst of onrechtvaardig behandeld voelt; wie zijn eigen angsten, schuldgevoelens of zijn symptomen zo zwaar laat wegen dat hij zich voor zijn gehele levensopgave of voor delen daarvan afsluit met de neurotische instelling: "Ja,……….. ik weet wel dat ik eigenlijk……..en ik zou ook wel, maar ……..hij heeft mij zo slecht behandeld, ik voel mij niet goed, ik stotter zo, ik bloos zo gauw, ik ben zo moe, ik heb geen tijd”, enzovoorts, die is meer geïnteresseerd in zijn eigen zekerstelling dan in het leveren van een bijdrage. Hij blokkeert de voortgang van de beweging; een beweging van de samenleving van een min naar een plussituatie, aangezwengeld en in gang gehouden door individuen die het gevoel willen hebben erbij te horen. Dat dit uitsluitend mogelijk is op basis van de menselijke gelijkwaardigheid, is duidelijk. Niet gelijkheid is nastrevenswaardig, maar de erkenning van de organische eenheid van de mensheid, bestaande uit miljarden gelijkwaardige partners in een gemeenschappelijke opgave: Deze planeet levensvatbaar en het leven waard te maken en te houden. Ook met deze opgave begint de arbeid hier en nu bij ons zelf.

Meer lezen:

Moed doet goed

Omgaan met jezelf

"Ja, ....Aber!"

Hulp nodig?

Kijk op http://www.stichtingencouragingtraining.nl/