De mens is een eenheid die zich op grond van eigen beslissingen gedraagt

Wie een probleem heeft, heeft het moeilijk met dit principe, want in feite zegt het dat dát wat men ondervindt, namelijk twee zielen in één lichaam te hebben, niet waar is. Wanneer men echter beter met zichzelf en met andere mensen wil leren omgaan, moet men menigmaal iets nieuws leren en ook bereid zijn oude overtuigingen op te geven. Wie bereid is zijn eigen overtuigingen ter discussie te stellen is al op de goede weg.

De gedachte dat de mens een eenheid is en dat alles wat hij doet een uiting is van zijn beslissing, wordt ons misschien aan de hand van enige overtrokken voorbeelden duidelijk.

Voorbeeld -Bezoek:

Als iemand bij u op bezoek komt, moet u wel aannemen dat hij besloten heeft bij u op bezoek te komen, anders zou hij er toch niet zijn.. U gaat er ook automatisch van uit dat dát wat hij doet ook is wat hij wil. Als hij nu zou zeggen: “Ik ben nu wel hier maar ik wilde helemaal niet komen, mijn benen hebben mij hier naar toe gedragen en ik kon mij er niet tegen verzetten”, zou u denken dat hij een loopje met u wil nemen en u zou zijn opmerking niet ernstig nemen. Zou nu iemand hem hebben gestuurd en zou hij niet graag gekomen zijn, dan moet u uit het feit dat hij er nu is desondanks de conclusie trekken dat hij wilde komen, anders was hij er toch niet.

Voorbeeld -Neuspeuteren:

Als u onder het lezen van een boek in uw neus peutert dan zouden wij u geloven als u zegt dat u dat niet opzettelijk doet maar dat u zo geconcentreerd met uw werk bezig was dat u helemaal niet hebt gemerkt dat uw vinger zich in de richting van uw neus bewoog. Desondanks moeten wij vanuit het individualpsychologische principe dat de mens een beslissingen nemend wezen is, aannemen dat de vinger niet een eigen onafhankelijk leven leidt en dat hij niet zonder uw toedoen de weg naar uw neus kan vinden.

Dat wat de mens doet is een uiting van zijn beslissing. Wie in zijn neus peutert heeft besloten dat te doen, ook als de beslissing daartoe niet op een bewust niveau is genomen.

Als wij hier over beslissingen spreken dan bedoelen wij niet alleen de bewust genomen beslissingen. Alles wat de mens doet, denkt, voelt, verwacht en droomt, is een uiting van zijn, meestal niet bewust genomen, beslissing.

Voorbeeld - Vader slaat zijn kind:

Als een vader zijn kind slaat zou hij kunnen zeggen: “Ik wilde mijn kind niet slaan, maar hij heeft mij zo geprikkeld dat mijn hand is uitgeschoten.” Ook in deze formulering vinden wij de opdeling van de mens in twee krachten: Ik en mijn hand. Het klinkt alsof de hand een eigen leven leidt en dat deze het is die verantwoordelijk is voor wat gebeurd is. Aangezien de mens een eenheid is, zou de juiste formulering moeten zijn: “Ik, de vader, wilde mijn kind slaan, anders zou ik het niet gedaan hebben.”

Voorbeeld - Verliefde vrouw:

Hoezeer men zij eigen gedrag afkeurt, hoe meer men er toe neigt de verantwoording hiervoor aan andere krachten toe te schuiven dan aan de eigen beslissing. De getrouwde vrouw die op een andere man verliefd wordt, zal zeggen: “Ik wilde helemaal niet verliefd worden maar het overviel me plotseling; mijn hart was sterker dan mijn verstand. “

Wij horen de verontschuldiging waarmee zij zich vrijspreekt van dát wat zij voor de tweede man voelt.

Als men het individualpsychologische principe, dat de mens een eenheid is en dat hij niet om het proces van beslissingen te moeten nemen heen kan, serieus neemt, dan moet deze vrouw tegen zichzelf zeggen: “Ik wilde op een andere man verliefd worden, anders was ik het niet geworden.”

Wij hebben nu de volgende sleutelzin begrepen: “Als ik wil weten wat ik werkelijk wil, moet ik kijken naar wat ik doe.” Op anderen toegepast luidt het: “Als ik wil weten wat iemand werkelijk wil, moet ik letten op wat hij doet.” Niet wat een mens zegt is de maatstaf, maar wat hij doet.

Alfred Adler is in dit opzicht heel duidelijk: “Ik heb mijn studenten altijd gezegd: “Als jullie over één of ander punt in jullie onderzoek geen duidelijkheid hebt, stop je oren dan dicht en kijk naar de bewegingen.” En verder: “Het is heel natuurlijk dat de mens zich met zijn gehele lichaam uitdrukt en daarom is het dikwijls leerzamer naar de bewegingen van een mens te kijken - de manier waarop hij loopt, zit, glimlacht of rondspartelt - dan te luisteren naar wat hij zegt.”

Wie de zin: “Als ik wil weten wat ik werkelijk wil, moet ik kijken naar wat ik doe” op zichzelf toepast, kan tot verrassende, maar ook tot pijnlijke inzichten komen, vooral als hij de zin nog verlengt met: “…..en naar dát wat daardoor gebeurt.”

Van: kan niet, naar: wil niet