09. Rechtspraak

(c) Stichting Wiebe Hayes

De scheepsraad

De rechtspraak aan boord van een VOC schip gebeurde ten tijde van de stranding van de Batavia door de zogenaamde scheepsraad. In deze scheepsraad hadden vijf mensen zitting, namelijk de opperkoopman, de schipper, de onderkoopman, de eerste stuurman en de hoogbootsman. Normaal gesproken mochten ze slechts lichtere zaken behandelen. De zwaardere zaken als muiterij en moord moesten door de brede raad behandeld worden. Deze brede raad bestond uit de commandeur van de vloot, alle opperkooplieden en alle schippers. (In principe voeren alle VOC schepen in vloten.) Als een schip uit een vloot was geraakt, kreeg de scheepsraad de bevoegdheid van de brede raad en mocht de scheepsraad dus ook de doodstraf uitspreken.

Aangezien de Saerdam een reddingsschip was en Pelsaert de enige koopman aan boord werd de scheepsraad samengesteld uit mensen van de Saerdam en van de Batavia. Salomon Deschamps, assistent onderkoopman, werd zo ook toegevoegd aan deze "rechtbank".

De scheepsraad had bredere bevoegdheden en beloonde ook Wiebe voor zijn heldhaftige daden door zijn salaris te verhogen van ongeveer tien gulden naar achttien gulden en door hem te bevorderen.

De verhoren

De, voor die tijd gebruikelijke, hardhandige verhoren vonden op de Saerdam plaats. Bekentenissen werden in dit geval slechts met behulp van "watertorture" afgedwongen. Hierbij werd de verdachte vastgebonden en kreeg een waterdichte doek om de hals in de vorm van een trechter welke dan geleidelijk volgegoten werd met water. Door de enorme hoeveelheden water die de verdachte zo binnen kreeg begon diens lichaam te zwellen. De bekentenissen kwamen dan vaak snel. Dit ondanks het feit dat die bekentenis een vereiste was voor de scheepsraad om de doodstraf te kunnen uitspreken. De muiters werden na de verhoren steeds weer naar het Robbeneiland teruggebracht; zij werden namelijk een te grote bedreiging voor het schip en de kleine bemanning gevonden.

Al snel bleek ook uit de verhoren wat voor onmenselijke taferelen zich op de eilandjes hadden afgespeeld. Sommige muiters hadden bij Cornelisz gebedeld om iemand te mogen vermoorden. Anderen werden gedwongen om lotgenoten te doden. Het bleek nogmaals dat slechts Cornelisz bepaalde wie er vermoord moest worden en wie dat op welke wijze moest doen en op welk moment. De schipbreukelingen werkten hieraan mee en doodden dan, in de hoop hun eigen leven te kunnen rekken, maar met de wetenschap dat zij evengoed de direct daarna volgende konden zijn. Cornelisz heeft echter nooit eigenhandig gedood. Ook werd op het plan bekend om op de Batavia te muiten en om later het hulpschip te kapen.

Tijdens de verhoren ontkende Cornelisz aanvankelijk in alle toonaarden en zei slechts voor zijn eigen leven gevreesd te hebben en daarom te hebben meegedaan. De daders waren volgens hem de vier door Hayes’ groep doodgeslagen mannen. Later bekende hij opdracht te hebben gegeven mensen de kelen door te snijden, te verdrinken, te onthoofden, in de borst te steken enzovoort, dit bij veel mannen, veel vrouwen en alle kinderen. Ook bekende hij Lucretia te hebben misbruikt.

Ook "rechter" Deschamps ontkwam door zijn zitting in de scheepsraad niet aan het recht. Tijdens de verhoren bleek hij, weliswaar onder dwang, eigenhandig een baby te hebben gewurgd.

De vonnissen

Op 28 september waren alle verhoren afgerond en was men tot de conclusie gekomen dat de beschuldigingen tegen de muiters juist waren. Men had het plan tot muiten gehad en zoveel mensen te hebben willen vermoorden om met 120 sterke mannen over te blijven. Later bleken er ongeveer 125 mensen te zijn vermoord en hadden de muiters zich vergrepen aan vrouwen en goederen van de Compagnie.

Het was de bedoeling geweest de bemanning van de Saerdam dronken te voeren en daarna te vermoorden.

Besloten werd de gevaarlijkste muiters niet naar de stad Batavia mee te nemen om schip en bemanning niet in gevaar te brengen.

Op 2 oktober werden de vonnissen, na een dag uitstel vanwege het slechte weer, op het Robbeneiland voltrokken. Van Cornelisz werden voor hij werd gehangen zijn beide handen afgehakt. Zijn bezittingen vervielen aan de VOC. Bij vier muiters werd één hand afgehakt voor zij werden gehangen, twee muiters werden zonder meer opgehangen. Misschien waren de straffen minder zwaar door het feit dat Deschamps zitting had in de scheepsraad. Zo kwam iemand die "slechts" één of twee mensen onder dwang had vermoord (zoals Deschamps zelf) er meestal af met lijfstraffen. Ook Deschamps zelf ontliep zo de doodstraf, hij werd driemaal gekielhaald en kreeg 100 zweepslagen.