Verklaring

(c) Wiebe Hayes

Verklaring Wiebe Hayes ten laste van Jeronymus Cornelisz 

Volght noch seeckere getuyghenisse, ten laste van Jeronymus Cornelisz voornoemt verleent.

WY ondergeschrevene Weybbe Hayes van Winschoten Sergiant; Claes Jansz 

‘t Hooft uyt Ditmartsen, Trompetter; Allert Jansz Corporael, ende Jan 

Karstensz van Tonninge, Bosschieter, attesteren ende getuygen op onse mannen

waerheyt, met onse oogen gesien ende nuchtere ooren gehoort te hebben, op he-

den den 2. October 1629, dat Lucretia Jansz Weduwe van Boudewijn van der Mij-

len een uur te vooren dat Jeronymus Cornelisz door Justitie (weghen sijn over-

groote misdaden) van ’t leven ter doot soude gebracht werden; haer tegens den

voorsz Jeronymus seer beklagende van de sonde die hy met haer, tegens hare wil-

le, ende daer toe gedwongen zijnde, gedaen hadde; waer op Jeronymus seyde; het

is waer, ghy hebter geen schult toe, want ghy hebt wel twaelf dagen by mijn in

de tente geweest, eer ick mijn wille van u krijgen konde: segghende voorts, dat

hy’t op’t laetste tegens David van Zeevanck klaegde, dat tot sijn voornemen met

goetheyt ofte quaetheyt niet konde geraken. Des Zeevanck antwoorde; weet ghy

daer geen raet toe? dat sal ick haer wel haest doen doen; waer over Zeevanck in

de tente quam, en seyde tegens Lucretia; ick hoore klachten over u; waerom sey-

de sy? om dat ghy den Commandeur 1) met goetheyt sijn wille niet en doet; maer

ghy moet nu kiesen ofte deylen, de wegh van Wybrecht Klaes 2) te gaen, ofte te doen

’t gene daerom wy de wijven ghehouden hebben: alsoo heeft het Lucretia door’t

voorsz dreygen dien dagh moeten consenteren, ende heeft soo den tijt van 2. maen-

den sijn vleeschelijcke wille met haer gedaen. In teecken der waerheyt (dat dit 

bovenschreven aldus waerachtelijcke van woort tot woorde uyt de mondt van

Jeronymus Cornelisz ghehoort hebben, ende ter presentie van meer andere ghe-

schiet) hebben dit met onse ghewoonlijcke hant-teeckenen onderteeckent. Der-

halven zijn bereyt tot allen tijden (daer toe versocht zijn) sulcks met eede te be-

vestigen. Actum op’t Eylant, genaemt Bataviaes Kerck-hof, ontrent het wrack

van’t verongheluckt Schip Batavia. Datum ut supra.

                                                      C C 3

1) Jeronymus Cornelisz

2) Wybrecht Klaes, de dienstmeid van de dominee, die al vermoord was

Bron: Ongeluckige voyagie, van 't schip Batavia, Amsterdam, Jan Jansz, 1647, p. 59-60, UBA: 1804 D 2

 

Wiebe Hayes is al lang op zoek naar de originele, geschreven, verklaring van Wiebe Hayes. Daar zou een handtekening (of een teken, als hij analfabeet was) onder moeten staan. We hebben tot onze spijt de brief nog niet kunnen vinden in de archieven, wellicht kan iemand ons daar mee verder helpen!