25 juni 2020
Het is nog vroeg als we om 08:30 u aan de wandeling beginnen. Vanuit de carpoolplaats wandelen we in de richting van Zuidlaren, waar we vlak vóór de bebouwing linksaf gaan. Rechts van ons liggen mooie woonhuizen, en links het bos. Een chique wijk dus. De straat maakt een bocht naar rechts. Op het einde van de straat gaan we linksaf en lopen we op een verharde weg door open veld. De weg gaat over in een onverhard pad dat een scherpe bocht naar links maakt en daarna in een grote boog naar rechts gaat. Vervolgens verlaten we dit pad en komen we in het kleine natuurgebied De Vijftig Bunder. Dit is een heidegebied dat op de overgang van de Drentse Aa en de Hondsrug ligt. We wandelen langs een tankgracht die dateert uit de 2e wereldoorlog.
Rechts van ons rust een kudde schapen onder enkele bomen, ze zoeken nu al verkoeling. Na zo’n 500 mtr steken we naar links de gracht over en lopen dwars door de heide naar een verharde weg.
Aan de overzijde van de weg betreden we het Noordlaarderbos, in de verte zien we op een open terrein enkele grazers. Ver genoeg van ons vandaan! We naderen de provincie Groningen.
Bij de Aol Jobs’ Stee ( een oude schuur aan de bosrand) houden we een korte pauze. Een fraai plekje, waar in vroegere tijden ongetwijfeld hard gewerkt moest worden.
Na de pauze volgen we het smalle fietspad langs de boerderij en komen even later bij hunebed G1, het enige “officiële” hunebed in Groningen.
hunebed G1
Ooit waren er meer hunebedden in Groningen, maar deze zijn verdwenen, verplaatst ( er staat nog eentje in een museum) of vernietigd. Vanuit het hunebed lopen we naar Noordlaren, waar een oude korenmolen staat: de Korenschoof. Deze molen werd in 1849 gebouwd. Verder wandelend komen we bij de Bartholomeuskerk.
Achter dit kerkje bevindt zich het oude haventje. Op het pleintje bij de haven staat een visboer, en warempel, we zien dat hij toch enige klandizie heeft. We blijven niet lang, en verlaten het dorp op dezelfde plek als waar we het binnenliepen. Via een klinkerweg, die overgaat in een zandpad, wandelen we in zuidelijke richting naar Zuidlaren. In de verte zien we een ooievaarsnest, met bewoners.
Bij de Steenakker in Midlaren liggen 2 hunebedden ( D3 en D4), 11 jaar geleden ( we liepen toen het Pieterpad) hadden we enige moeite om ze te vinden. Ze bevinden zich namelijk pal naast de gevel van een voormalig boerderijtje en zijn via een smal paadje te bereiken.
hunebed D3
Van de hunebedtweeling is D3 het mooiste.
hunebed D4
D4 is wat "rommelig
Toch vreemd dat men pal naast een hunebed - dat er al duizenden jaren lag - een woonhuis of boerderij bouwde, of mocht bouwen.
We lopen verder over het zandpad naar Zuidlaren. Hier blijven we steeds rechtdoor lopen tot we aan de drukke winkelstraat komen. We besluiten hier onze wandeling even te onderbreken en nemen een lunchpauze. Nadat we genoten hebben van een broodje gezond cq tonijn kunnen we er weer tegen. Het is al warm, volgens de voorspellingen kan het 30 °C worden. We gaan verder en nadat we het zwembad gepasseerd hebben komen we op terrein Dennenoord. Dit terrein werd aangelegd voor de verzorging van geesteszieken. Het is aangelegd als een dorpje met vooral met eigen voorzieningen zoals paviljoenen, een kerkje en zelfs een watertoren.
Maar ook veel natuur en een dierenweide, de patiënten kunnen zich hier op hun gemak voelen. Onderweg passeren we een bordje waar een mooi gedicht op staat.
We verlaten het complex en vervolgen de route langs Westlaren en komen langs Schipborg. Het riviertje de Aa dat westelijk van het dorp stroomt heet hier het Schipborgse Diep. Ongeveer op het einde van Schipborg gaan we linksaf over een klinkerweg die later een zandpad wordt. We lopen langs een aarden wal over de Hondsrug. We passeren een camping en komen in open gebied. Gelukkig niet zo lang, want het wordt toch echt heet. Bij “De Strubben” komen we weer tussen bomen wat verkoeling geeft. Strubbe betekent kreupelhout, het landschap ontstond door schapen die aan de takken van jonge eikenboompjes knabbelden. Na enige discussie over gele ( of waren ze toch groen?) paaltjes komen we bij hunebed D7.
hunebed D7
Het ligt aan de rand van een bos. Het is hier erg rustig, we zien niemand in de weide omgeving.
We volgen het pad verder. Onze gids geeft aan dat we na een water met veel riet rechts af moeten bij een paaltje met groene kop. Hetgeen we doen, ofschoon we geen water zien, wel riet en véél paaltjes, zei het met een géle kop. We twijfelen of we goed zitten, maar gaan toch verder en komen op een breed zandpad.
We gaan linksaf en komen bij de Galgenberg, een klein heuveltje met een markesteen.
Hier in het Kniphorstbosch moet hunebed D8 liggen. We bekijken de situatie en zien dan inderdaad de verwijzing naar de locatie van het hunebed.
hunebed D8
Het bevindt op een open plek in het bos vlak bij een brede zandweg met fietspad.
Vanuit het hunebed volgen we een klein paadje dat ons naar een tunneltje onder de N34 leidt. Van hieruit volgen we de weg naar Annen waar we bij de doorgaande weg rechtsaf gaan.
hunebed D9
Even later staan we bij een klein hunebed dat rechts van ons ligt. Nummer D9, dat op het einde van de 19e eeuw grondig onderzocht werd door 2 Engelsen die menig gevonden voorwerp mee naar huis namen. Onze etappe eindigt vandaag hier.
Bij de bushalte met de toepasselijke naam “hunebed” nemen we de bus terug naar Zuidlaren waar we bij de Brink overnachten in het hotel dat zijn naam dankt aan dezelfde brink. ’s Avonds eten we net zoals gisteren bij een leuk en gezellig Italiaans restaurant.
Meer foto's:
Lees verder Annen - 't Nije Hemelriek