17 juli 2020
De schoolvakanties zijn in het zuiden van Nederland inmiddels begonnen. Ivo en Mandy vieren hun vakantie met Sten en Jur in het zuiden van Frankrijk. Een heerlijke plek om te verblijven, en hopelijk blijft het corona-virus rustig. Al waart het nog altijd rond.
Wij logeren 2 dagen in Borger. De bus brengt ons via de “Hunebed-Highway” ( de N34) naar de P&R bij Gasselte. Van hieruit wandelen we naar ’t Nije Hemelriek. Bij 't Nije Hemelriek ligt de recreatieplas waar het 3 weken geleden zo ontiegelijk druk was. Nu is het er nog rustig, maar het is ook nog vroeg, 10:00 u in de ochtend.
We wandelen langs de grote waterplas. Bij een kruising houden we links aan. Vóór het einde van dit pad gaan we rechtsaf en lopen we over een breed bospad naar een ander klein meertje.
Hier is niemand te bekennen. Enigszins logisch, want er mag hier niet gezwommen worden. Sterker nog, men mag niet te dicht bij het water komen. Vanuit dit punt volgen we een keienpad naar links. Het pad doet ons aan de Romeinen denken, die reden er met hun strijdwagens over zulke paden. Maar er over wandelen is niet zo prettig, we lopen meer in de berm. Het pad leidt naar het Houtvester Kuhn Huis van het Staatsbosbeheer. We pauzeren even en kijken rond in het recreatiepark en het informatiecentrum. Hier is ook een Boomkroonpad, een educatief pad dat gedeeltelijk hoog langs de toppen van de bomen loopt. Overigens: in deze corona-tijd moet men vooraf reserveren om een tocht te maken over dit interessante pad.
We vervolgen de route van het oude keienpad door het bos en komen bij een heideveld dat we aan de linker zijde passeren totdat we bij 2 genummerde stenen linksaf moeten. Die stenen zien we niet, maar als we links een bospad waarnemen is Jack er van overtuigd dat dit het genoemde pad is. Het blijkt te kloppen. Het bospad komt uit op een zessprong. Hier nemen we het 2e pad naar rechts en zo’n 200 mtr verder gaan we naar links. In een bocht gaan we naar rechts licht omhoog en komen uit bij hunebed D26.
hunebed D26
Ondanks de afgelegen ligging schijnt dit hunebed veelvuldig onderzocht te zijn. Men vond vooral veel potten en kralen.
We gaan verder en volgen een pad dat ons langs een groot veld leidt dat rechts ligt. Eerst een graszodenveld en daarna aardappels. Het veld volgend komen we op een brede keienlaan.
Een mooie laan met hoge bomen aan weerszijden. En genoeg plek om niet over de keien te moeten lopen. Deze laan eindigt bij een viaduct waar we onderdoor moeten. Na het viaduct gaan we tussen enkele bomen naar rechts en komen we bij 2 hunebedden: D19 en D20. Er zijn al meerdere mensen druk aan het fotograferen.
hunebed D19
hunebed D20
Nadat ook wij onze kiekjes gemaakt hebben lopen we Drouwen in, een klein dorp dat bekend is bij toeristen. Er ligt een vakantiepark, een camping, en daarnaast zijn er natuurlijk de hunebedden. Het boomkroonpad is ook niet ver uit de buurt. Via de Hoofdstraat en Schoolstraat lopen we door het dorp en nemen dan even een korte pauze om iets te eten. Daarna verlaten we het dorp over de Zuideresch. We lopen tussen grote akkers, voornamelijk aardappelvelden. Het is heerlijk wandelweer, de temperatuur zal rond de 22 °C zijn, bij een matige wind. Na een kleine kilometer gaan we linksaf, in de verte zien we links een bosje. We denken al een hunebed te zien. Bij het bosje aangekomen zien we 2 hunebedden die beiden tegen een boom aan leunen, D21 en D22.
hunebed D21
hunebed D22
Bij hunebed D21 leunt een grote deksteen ( rechts op de linkse foto) tegen de stam van de boom. Wonderbaarlijk hoe die boom het gewicht van die steen kan “dragen”. D22 is maar klein en ligt tegen een eikenboom aan. Volgens deskundigen is dit het kleinste hunebed van ons land. De draagstenen zijn nauwelijks te zien, ze zitten voornamelijk onder de grond. De boom heeft het zwaar, we zien dat hij ook lijdt door baldadigheid. Maar toch, hij geeft niet op en heeft zelfs nieuwe jonge takken. Dit is een bijzondere plek, hier ervaar je een beetje de mystiek die waart rondom de hunebedden.
Iets verder bij een driesprong bevinden zich zelfs 3 hunebedden, te weten D23, D24 en D25.
hunebed D23
Hunebed D23 ligt het verst van het pad, dit geruïneerde graf is het kleinste van de drie.
hunebed D24
Ook “tweelingbroer” D24 ziet er ernstig gehavend uit.
hunebed D25
D25 daarentegen niet, deze oogt een stuk beter.
Het is hier druk, veel fietsers passeren deze plek en uiteraard stopt men even voor een fotosessie.
We nemen de zandweg rechtsaf. Dit schijnt een eeuwenoud pad te zijn; we wandelen eerst door een bosje met kronkelende takken van verwilderde bomen, daarna weer tussen akkers.
Hier zou men ook de flanken van Hondsrug goed kunnen waar nemen. We constateren dat er wel enig hoogteverschil is, het landschap golft een beetje, maar veel is het niet. Misschien is onze verwachting te hoog.
Het pad leidt naar Borger waar we bij het Hunebedcentrum komen. Het hunebedcentrum is een archeologisch museum. Men toont er hoe de boeren in de prehistorie leefden en hoe de hunebedden “gebouwd” werden.
We lopen het terrein op en komen via een smal paadje bij hunebed D27.
hunebed D27
Met een lengte van 22,6 mtr en 9 dekstenen is dit het grootste hunebed van Drenthe en ons land. Reeds in het jaar 1685 werd het onderzocht door Titia Brongersma, een Friese dichteres. Zij ontdekte dat het om een begraafplaats ging en niet zomaar op elkaar gestapelde stenen. De etappe van vandaag eindigt hier.
’s Avonds eten we bij La Bella, een leuk en gezellig Italiaans restaurantje, waarna we nog even door het centrum van Borger wandelen. Borger noemt zich ook wel “Hunebedcity”, omdat het ‘t grootste hunebed van Nederland binnen zijn gelederen heeft.
Meer foto's:
Lees verder Borger - Odoorn