3 juni 2020
We hebben besloten om met de auto naar ons vertrekpunt in Gasteren te rijden. Dat scheelt tijd omdat we vanavond weer naar huis rijden.
Het is 9:30 u als we bij de pannenkoekenboerderij aan de wandeling beginnen, we lopen in de richting van Oudemolen. Bij een splitsing houden we rechts aan, waarna we zo'n honderd meter verder over een wildrooster linksaf gaan. We komen in de Gasterse Duinen. Al gauw komen bij het hunebed D10. Ofschoon het niet zo groot is en ook niet compleet, wordt het vaak vermeld in kronieken. Soms met een schunnige naam.
hunebed D10
In de 16e eeuw schreef een Vlaming dat er mensen werden geofferd nadat ze eerst door de smalle gang onder de altaarstenen moesten kruipen.
Vanuit de plek waar het hunebed staat gaan we rechtsaf. Als we op een heuvel staan hebben we een mooi uitzicht op het natuurgebied. Rechts van ons staan enkele bomen waar een kleine schapenkudde de schaduw op zoekt. Wij gaan rechtdoor.
Bij een driesprong houden we links aan en verlaten we het “duingebied” via een rooster. Vervolgens gaan we rechtsaf en passeren we aan onze linker zijde enkele grafheuvels. Het is rustig, wij zijn nog geen andere wandelaars tegen gekomen. Bij een heideveldje houden we rechts aan en vervolgens links. Vóór een groot hek volgen we het pad naar rechts. We lopen lekker in de schaduw van een bomenrij, rechts van ons ligt een grote grasweide. Ons pad gaat over in een vlonder. Het is hier drassig.
Naast de vlonder zien we veel blauwe libellen die zich prima thuis voelen tussen de waterplanten die hier veelvuldig groeien. Waar de vlonder eindigt gaan we linksaf. Als we bij een smal bruggetje komen ontmoeten we warempel tegenliggers. Een mevrouw tilt zich op aan de leuningen van de brug waarop Jack haar vraagt of ze vroeger geturnd heeft. Nou nee, en ze gaat er ook niet meer aan beginnen, is het lachende antwoord.
Als wij vervolgens het bruggetje over het Oudemolensche Diep genomen hebben komen we in een andere mooie omgeving. Links het stromende water met op de achtergrond het bos, en rechts open weilanden. We volgen het pad langs de beek tot aan een driesprong waar we even rusten bij een bankje. Hier zijn meer wandelaars op de been. Na de korte pauze gaan we verder. Dan zegt Tiny dat ze Schotse hooglanders ziet, waarop Jack de vraag stelt: “Hebben ze rokjes aan?”. Uiteraard wordt deze vraag niet beantwoord.
Volgens ons boekje zouden in deze periode van het jaar veel paarse orchideeën bloeien langs de beken. Maar helaas, wij zien ze niet. Misschien zijn ze al uitgebloeid door het warme voorjaar. Bij een bos gaan we naar links en komen in een gebied waar veel vakantiehuisjes staan: Mooi Zeegse. Hier volgen we een breed pad dat naar een grote zandvlakte leidt. Bij een kruising houden we links aan en lopen langs zandduinen die rechts van ons liggen. Op het einde van de vlakte staat een levensgrote stoel. Majesteit (Tiny dus) wil deze stoel wel eens proberen hetgeen het volgende plaatje oplevert.
Bij een afrastering houden we rechts aan en vervolgen op een fietspad links. We komen bij hotel de Zeegser Duinen en houden hier een korte pauze.
Na de koffie ( en gebak) vervolgen we de tocht aan de overzijde; hier liggen enkele indrukwekkende grote villa’s met strodaken. Prachtig. Maar na enkele bochten naar links en rechts worden de panden toch weer modaal, of zelfs beneden modaal. In open veld aangekomen gaan we bij een T-kruising linksaf en enkele honderden meters verder rechtsaf over de Hunebedstraat richting Tynaarlo. We steken het Zeegser Loopje ( een kronkelend beekje) over. Bij een villapark gaan we naar links en maken we een klein rondje totdat we bij een spoorwegovergang terug op de Hunebedstraat uitkomen. Schuin tegenover ons ligt inderdaad Hunebed D6.
hunebed D6
Het is een klein hunebed dat volgens de deskundigen nog compleet is: een “modelhunebed”. Er bestaat een mooie tekening uit 1901 waar het hunebed prachtig wordt afgebeeld op de heide met een grazende schaapskudde en een paard met kar op een zandpad. Tijden veranderen……..
We lopen weer terug over de Hunebedstraat en gaan na de laatste woning links over een veldweg. Bij een bord van het Staatsbosbeheer nemen we een smal paadje naar rechts en gaan weer via een bruggetje over het Zeegser Loopje. We volgen het beekje over een graspad naar links, totdat het pad naar rechts buigt. We bevinden ons weer in een groot open gebied met akkers. Het in het boek vermelde klaphek missen we, al zien we wel enige restanten die mogelijk tot dit hekje behoorden. Het pad wordt breder en we komen bij een brug over het Schipborger Diep. In deze mooie omgeving waar het Schipborgs Diep meanderend door het grasland stroomt ligt een groot restaurant waar het druk is. Kinderen spelen in het water en volwassenen zitten gezellig op het terras. Op afstand, dat wel! Wij gaan linksaf en volgen het pad De Vledders. We passeren een natuurbad en daarna enkele veenmeertjes. Het pad eindigt op een drukke doorgaande weg waar we rechtsaf gaan naar de carpoolplaats bij de kruising van de N34 en de N386, einde van deze etappe. Met de bus gaan we via Zuidlaren en Annen terug naar Gasteren. Om ca. 19:00 u zijn we terug in Limburg.
Meer foto's:
Lees verder Westlaren - Annen