King Lear
"This is the excellent foppery of the world"
(King Lear, Act II, Scene 1)
Shakespeare
EDMUND:
This is the excellent foppery of the world
that when we are sick in fortune—
often the surfeit of our own behavior—
we make guilty of our disasters the sun, the moon, and the stars,
as if we were villains by necessity,
fools by heavenly compulsion,
knaves, thieves, and treachers by spherical predominance,
drunkards, liars, and adulterers by an enforced obedience of planetary influence,
and all that we are evil in by a divine thrusting-on.
An admirable evasion of whoremaster man,
to lay his goatish disposition to the charge of a star!
My father compounded with my mother under the dragon’s tail
and my nativity was under Ursa Major,
so that it follows I am rough and lecherous.
Fut, I should have been that I am,
had the maidenliest star in the firmament twinkled on my bastardizing!
"Dit is de hoogste dwaasheid van de wereld"
(King Lear, Act II, Scene 1)
Vertaling: Jules Grandgagnage
EDMUND:
Dit is de hoogste dwaasheid van de wereld,
dat, bij tegenslag door eigen schuld,
we de oorzaak van onze rampen leggen
bij de zon, de maan en de sterren.
Het is alsof we schurken zijn uit noodzaak,
narren onder hemelse dwang; schelmen,
dieven en verraders door de invloed der sferen;
dronkaards, leugenaars en overspeligen
door een gedwongen gehoorzaamheid
aan planetaire machten; en dat al onze slechtheid
uiteindelijk een goddelijke oorzaak heeft.
Een schitterend excuus voor hoerenlopers
en geile bokken: de sterren dwongen mij!
Mijn vader paarde met mijn moeder onder de Drakenstaart,
en mijn geboorte was onder de Grote Beer,
waardoor ik ruw en wellustig ben.
Ach, onzin: ik zou geweest zijn wat ik nu ben, zelfs al had
de maagdelijkste ster toegezien op de verwekking
van deze bastaard!