Sonnetvorm

Een sonnet (It. sonetto, Fr. Oudoccitaans sonet, 'liedje') is een gedicht van gewoonlijk 14 versregels, geschreven in een regelmatig rijmschema waarvan ook verschillende variaties bestaan.

Italiaans sonnet

Het sonnet ontstond in de 13e eeuw in Italië. Dante Alighieri was de eerste grote dichter die er gebruik van maakte. Aan Petrarca komt de eer toe de eerste sonnettencyclus te hebben geschreven. Deze dichtvorm leent zich uitermate goed tot kernachtige expressie van beschouwingen en emoties. Het Petrarca-sonnet (of Italiaans sonnet), waar ook John Milton van gebruikmaakte, bestaat uit een octet volgens het rijmschema abba waarop een sextet volgde met 2 of 3 te kiezen rijmen.

Engels sonnet

Het Shakespeareaans sonnet (ook Elizabethaans of Engels sonnet genoemd) bestaat uit 3 kwatrijnen abab cdcd efef of abba, en een couplet gg. Dit Engels sonnet bestaat gewoonlijk uit tienlettergrepige versregels (vaak in jambische pentameter). Het Italiaans sonnet is opgebouwd met elflettergrepige regels, een Frans sonnet met versregels van twaalf lettergrepen.

Voorbeeld

Voorbeeld van Engels sonnet (met rijmschema abab cdcd efef gg), waarbij day - ate - May - ate het rijmschema a-b-a-b vormen:

Sonnet 18 van William Shakespeare

  1. Shall I compare thee to a summer's day?
  2. Thou art more lovely and more temperate
  3. Rough winds do shake the darling buds of May
  4. And summer's lease hath all too short a date:
  5. Sometime too hot the eye of heaven shines,
  6. And often is his gold complexion dimm'd;
  7. And every fair from fair sometime declines,
  8. By chance or nature's changing course untrimm'd;
  9. But thy eternal summer shall not fade
  10. Nor lose possession of that fair thou owest;
  11. Nor shall Death brag thou wander'st in his shade,
  12. When in eternal lines to time thou growest:
  13. So long as men can breathe or eyes can see,
  14. So long lives this and this gives life to thee.