Sonnet 85

Shakespeare

My tongue-tied muse in manners holds her still,

While comments of your praise richly compiled

Reserve their character with golden quill,

And precious phrase by all the Muses filed.

I think good thoughts, whilst other write good words,

And like unlettered clerk still cry Amen

To every hymn that able spirit affords,

In polished form of well refined pen.

Hearing you praised, I say: '’tis so, ’tis true,'

And to the most of praise add something more;

But that is in my thought, whose love to you

(Though words come hindmost) holds his rank before,

Then others for the breath of words respect,

Me for my dumb thoughts, speaking in effect.

Vertaling van Jules Grandgagnage (2020)

Mijn zangster roert sinds kort haar tong niet meer,

Terwijl zich boeken vullen die jou prijzen,

Met rijke woorden uit een gouden veer

Die jou bewaren en muzen eer bewijzen.

Ik denk het goede terwijl zij 't goede zingen,

'k Roep veinzend "Amen!" en luister in stille eerbied

Naar elk fraai gezang vol goede dingen

Die fijnere veders kwelen in hun lied.

Bij elke lof zeg ik dom "'t Is waar! 't Is waar!"

Maar geef het hoogste prijzen steels iets meer;

Mijn liefdevol gedacht is mij meer waard:

Een liefdeswoord, zelfs laatst gedacht, komt eerst.

Als lege pennezuchten je zo bekoren,

Acht mij dan ook, om mijn gedachte woorden.