Sonnet 78
Shakespeare
So oft have I invoked thee for my muse,
And found such fair assistance in my verse
As every alien pen hath got my use,
And under thee their poesy disperse.
Thine eyes, that taught the dumb on high to sing
And heavy ignorance aloft to fly,
Have added feathers to the learned's wing
And given grace a double majesty.
Yet be most proud of that which I compile,
Whose influence is thine, and born of thee.
In others' works thou dost but mend the style,
And arts with thy sweet graces gracèd be;
But thou art all my art, and dost advance
As high as learning my rude ignorance.
Vertaling door Jules Grandgagnage (2020)
Zo vaak riep ik jou als mijn muze aan,
Als steun en inspiratie bij mijn rijm,
Wat elke vreemde pen ook heeft gedaan
Wier roemvol vers zo jouw heraut kon zijn.
Jouw blik, die bij de stommen zang verwekt,
Domheids zwaarte dwingt in hogere sferen,
Wijze vleugels met meer veren sterkt,
En gratie dubbele majesteit kan verlenen;
In mij toont zich pas echt jouw hoogste kunst,
Door jou verwekt, op jouw gezag geboren:
Aan anderen verleen jij slechts de gunst
Hun verzen te verbeteren met jouw woorden.
Maar jij bent al wat ik mijn Kunst kan heten,
En tovert ruwe kennis om tot weten.