Sonnet 28
Shakespeare
How can I then return in happy plight
That am debarred the benefit of rest?
When day's oppression is not eased by night,
But day by night and night by day oppressed.
And each (though enemies to either's reign)
Do in consent shake hands to torture me,
The one by toil, the other to complain
How far I toil, still farther off from thee.
I tell the day to please him thou art bright,
And dost him grace when clouds do blot the heaven.
So flatter I the swart-complexioned night,
When sparkling stars twire not thou gild'st the even.
But day doth daily draw my sorrows longer,
And night doth nightly make grief's length seem stronger.
Vertaling door Jules Grandgagnage (2014)
Hoe wordt de wonde van mijn reis verzacht
Als me de rust ontzegd wordt die me heelt?
Als dwingelandij van dag niet slaapt bij nacht
En dag mijn nacht en nacht mijn dag verspeelt.
Als zij, die nochtans elkaars vijand zijn,
Hun krachten bundelen voor mijn tortuur
Geeft d' een labeur, de andere chagrijn
Omdat de reisweg lengt van uur tot uur.
De dag vertel ik om zijn gunst te werven
Dat als de wolken dreigen je zijn glans verlicht,
En evenzo vlei ik de nacht als sterren
Even helder schitteren als jouw aangezicht.
Maar elke dag groeien mijn zorgen meer,
En zorgt de nacht voor langer hartenzeer.