Sonnet 120

Shakespeare

That you were once unkind befriends me now,

And for that sorrow, which I then did feel,

Needs must I under my transgression bow,

Unless my nerves were brass or hammer'd steel.

For if you were by my unkindness shaken,

As I by yours, you've pass'd a hell of time;

And I, a tyrant, have no leisure taken

To weigh how once I suffer'd in your crime.

O, that our night of woe might have remember'd

My deepest sense, how hard true sorrow hits,

And soon to you, as you to me, then tender'd

The humble salve which wounded bosoms fits!

⁠ But that your trespass now becomes a fee;

⁠ Mine ransoms yours, and yours must ransom me.

Vertaling van Jules Grandgagnage (2021)

Dat jij me kwetste, heeft mij goed gedaan:

Door het verdriet waaronder ik toen leed,

Voel ik het gewicht van wat ik heb begaan;

Mijn zenuwen zijn niet uit staal gesmeed.

Ben jij even gekrenkt door mijn misleiding,

Dan weet je welke hel ik toen verdroeg;

Zelf tiran, nam ik niet eens in overweging,

Hoe diep de wonde was die jij ooit sloeg.

O, had ik maar in beider smartensnacht

Beseft hoe echte pijnen het hart verteren,

Dan zou ik niet zo lang hebben gewacht

Om onze wonden met balsem te genezen.

Thans koop ik mij met jouw dwaling vrij

En jij vergoedt jouw zonde met die van mij.