Sonnet 115

Shakespeare

Those lines that I before have writ do lie,

Even those that said I could not love you dearer:

Yet then my judgment knew no reason why

My most full flame should afterwards burn clearer.

But reckoning Time, whose million'd accidents

Creep in 'twixt vows, and change decrees of kings,

Tan sacred beauty, blunt the sharp'st intents,

Divert strong minds to the course of altering things;

Alas ! why, fearing of Time's tyranny,

Might I not then say, 'Now I love you best,'

When I was certain o'er incertainty,

Crowning the present, doubting of the rest?

⁠ Love is a babe; then might I not say so,

⁠ To give full growth to that which still doth grow.

Vertaling van Jules Grandgagnage (2020)

't Was leugen wat ik dichtte in het verleden,

Vooral dat ik niet inniger kon beminnen;

Mijn oordeel had geen reden om te weten

Dat mijn vuur met tijd aan gloed zou winnen.

Maar tijd, met duizend toevallen, slaat toe

Breekt eden en dwingt vorsten om te falen,

Taant schoonheid, verijdelt plannen en juicht toe

Hoe sterke geesten van hun koers afdwalen.

Mocht ik, bevreesd voor tijds dwingend gareel

Niet zeggen: Nu bemin ik je het best?

Toen onzekerheid een zekerheid leek,

Kroonde ik 't heden en twijfelde aan de rest!

Liefde, een kind? Ik kon toen niet vermijden

Als volle was te zien wat nog moest rijpen.