Joodse Geschiedenis

Joden in Winschoten

De eerste Joden vestigden zich eind 17e eeuw in Winschoten. Rond 1710 woonden er zo'n vier Joodse gezinnen. Dit aantal nam in de eerste helft van de 18e eeuw maar nauwelijks toe. Pas in tweede helft van de 18e eeuw is er sprake van een groei van het aantal Joodse inwoners. In 1773 woonden er elf Joodse gezinnen en in 1783 , 34 Joden en in de omgeving eenzelfde aantal. Vooral in de 19e eeuw groeide de Joodse bevolking sterk.

In 1814 telde de Joodse Gemeente Winschoten 197 leden, waarvan er 170 te Winschoten woonden.

In 1773 is er voor het eerst sprake van bestuurders of parnassim van een Joodse Gemeente Winschoten. In datzelfde jaar wordt er een reglement opgesteld waarin de onderlinge verhoudingen tussen de Winschoter Joden wordt geregeld. Desondanks kende de Joodse Gemeente veel onderlinge strubbelingen. Joden in Winschoten

In de 19e eeuw groeide Winschoten uit tot het bestuurlijk, juridisch en verzorgingscentrum van oostelijk Groningen. In minder dan een eeuw verdubbelde de bevolking. Ook de Joodse bevolking nam spectaculair toe: van 196 in 1809 tot 699 in 1899. Zij waren voornamelijk werkzaam als koopman, slager en veehandelaar. Een groot deel van de winkels in de plaats werd gedreven door Joden.

In 1941 telde de plaats nog 493 Joden. In augustus en oktober 1942 werd het grootste deel van hen gedeporteerd. Begin 1943 werden de laatste Joden gedeporteerd. Van alle Winschoter Joden hebben niet meer dan zo'n 20 de oorlog overleefd.

In april 2005 werd in Winschoten een moument onthuld met de namen van alle joodse inwoners tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.

Bron: Regionaal Historisch Centrum , Groninger Archieven

10-2014

Voorwerpen Winschoter joodse familie weer in familie bezit.

Stichting Oud Winschoten geeft kistje met verkregen voorwerpen, na meer als 70 jaar, terug aan nazaten Joodse familie uit Winschoten.

Kort voor de deportatie van de joodse familie Slager aan de Grintweg 4 te Winschoten gaf Lena Slager-de Vries enkele voorwerpen, waaronder enkele zilveren servetringen, een horloge, bros en oorbellen en enkele speldjes, verzameld in een klein ijzeren kistje, in bewaring aan haar buurvrouw mw. Schoenmaker. Nadat de vijfkoppige familie Slager gedeporteerd en in 1944 omgebracht is in Auschwitz en Sobibor, werd niets meer van de familie vernomen. Voor mw. Schoenmaker die beloofd had de voorwerpen te bewaren was het uit emotioneel gezichtspunt vanzelfsprekend dit ook daadwerkelijk te doen. Het bewaren ging voort van dochter op dochter tot de 4e generatie het kistje van haar moeder in bezit kreeg. Via haar oom, Henk Klappe bestuurslid van Stichting Oud Winschoten (SOW) werd het vervolgens door Astrid Klappe, wonend in Heerhugowaard, aan de Stichting overgedragen.

Nadat via het halfjaarlijkse tijdschrift en de website van SOW melding gedaan werd over dit bijzondere verkregen kistje, meldde zich, zeer opgetogen, een nazaat van de familie. Na met zijn familie overlegd te hebben kwamen de emoties van de geschiedenis vanzelfsprekend boven en werd verzocht om het kistje met voorwerpen weer aan de familie over te dragen.

Uiteraard wilde SOW graag haar medewerking, aan deze toch wel zeer bijzondere gebeurtenis, verlenen en het bestuur is dan ook bijzonder verheugd deze overdracht samen met burgemeester P. Smit van de gemeente Oldambt en de achterkleindochter van Mw. Schoenmaker, Astrid Klappe, aan de kinderen van Mw. de Vries, een volle nicht van Benjamin en Lena Slager, te overhandigen.

Op 28 oktober 2014 vond de overdracht plaats in de raadszaal van het gemeentehuis in Winschoten. Hieronder enkele foto;s van deze toch wel heel bijzondere gebeurtenis.

Dankwoord Els Kok-de Vries

Meneer Smit (Burgemeester) dank voor uw warme welkomstwoorden en ontvangst hier op deze mooie locatie in Winschoten. Meneer Klappe u ook hartelijke dank voor uw inzet en het regelen van al datgeen wat uiteindelijk resulteerde in deze voor ons bijzondere ceremonie – de overdracht na 70 jaar van het ijzeren kistje van onze familie Slager aan de vroegere Trekweg 4. En niet in het minst natuurlijk een hartelijk woord van dank aan Astrid Klappe. Als u dit niet in gang had gezet, wisten wij niet eens van het bestaan van dit ijzeren kistje en haar inhoud.

En nu staat het hier voor ons. Het inmiddels voor ons zo besproken ijzeren kistje…………. Wat zou het allemaal hebben meegemaakt sinds het werd afgegeven aan mw. Schoenmaker? Als het oren had wat zou het allemaal gehoord hebben in de afgelopen 70 jaar? Zou er een laatste traan van tante Lena op het deksel zijn gevallen toen ze er haar spulletjes definitief in opborg? Nog een laatste gesprek tussen beide buurvrouwen bij de overdracht en dat was het dan?

We kunnen onze gedachten er enorm op loslaten. Ook buurvrouw Schoenmaker zal zijn aangedaan door dit afscheid want ik stel zo me voor dat beide dames het goed hadden met elkaar .

Beide families hoopten elkaar weer terug te zien. Om de draad van het dagelijkse leven weer op te pakken. Tante Lena zou vertellen hoe het met Bram en Aaltje ging en de kleine Henry. Ook buurvrouw Schoenmaker zou dan vol blijdschap kunnen vertellen hoe haar kinderen de oorlog waren doorgekomen. Samen sterk!

De kinderen Schoenmaker vroegen er vast naar wanneer het ijzeren kistje opgehaald zou worden. Maar het duurde steeds langer – er kwam niemand terug. Het vragen was te pijnlijk geworden. Het kistje was goed opgeborgen en er werd steeds minder over gepraat. Er werd niet meer gevraagd – men vermoedde het – later wist men het.

Over het fenomeen van het zwijgen en verdringen van de pijnlijke oorlogsgeschiedenis is veel gepubliceerd. Terugkijkend weten we – met voortschrijdend inzicht – wat er gebeurd is.

Astrid en ik staan hier als vertegenwoordigers van een nieuwe generatie. Met enige schroom willen we opener zijn en ons uitspreken. Tegelijk willen we ook zaken laten rusten. Met deze mix van gevoelens ontvangen we als familie heel dankbaar dit bijzondere kistje met heel persoonlijke inhoud. M’n vader zal waarschijnlijk geweten hebben van wie wat was. Vorige zomer is hij over leden. Hij was de laatste levende schakel met de familie Slager. Daarom is het voor ons zeer dierbaar om iets tastbaars van onze familie Slager te hebben. Ook helpt het onze zwijgpijn te doorbreken en via deze doorleefde attributen het trieste verhaal aan onze kinderen door te geven. Opdat men niet vergeten zal.

Dank u.

Een Joods monument in Winschoten

Onthulling Joods Herinneringsmonument in Winschoten

Op onze website kunt u al veel lezen over de plannen om te komen tot een Joods Herinneringsmonument in Winschoten. 15 april 2005 was het eindelijk zover dat het monument werd onthuld door dhr. J.G.M. Alders, Commissaris van de Koningin van de Provincie Groningen.

De volgende tekst is afkomstig uit het Dagblad van het Noorden van 15 april 2005:

Winschoten geeft joodse burgers naam terug

door Hennie Lemein

In de loop van 1942 werd bijna de gehele Winschoter joodse gemeenschap opgepakt en gedeporteerd naar werkkampen en Westerbork. Na de bevrijding bleek dat 389 van hen de verschrikkingen niet hadden overleefd. Ter herinnering aan die joodse Winschoters werd gisteren in het centrum een indrukwekkend monument onthuld.

Zondag 15 april 1945. Ondanks een striemende regen lopen de inwoners van Winschoten enthousiast uit om hun Poolse en Belgische bevrijders toe te juichen. ''Groter geestdrift dan op die gedenkwaardige vijftiende april kwam nimmer eerder tot uiting'', wordt later de sfeer beschreven.

Vrijdag 15 april 2005. Onder een stralende zon wordt een monument onthuld dat herinnert aan de 389 joodse medeburgers die de bevrijding niet mee vierden. Zij overleefden de verschrikkingen en gruwelijkheden van de oorlog niet. Als commissaris van de koninging Hans Alders het doek van de verscheurde Davidster wegtrekt, vloeit her en der een traan. Rabbijn Evers bekent tegenstrijdige gevoelens te hebben. Dankbaar dat het centrum van wat ooit 'Lutje Mokum' was zijn joods monument heeft gekregen, maar verdriet bij de herinnering aan allen die zijn weggevlucht, weggevoerd en vermoord.

De joodse gemeenschap vormde rond 1900, volgens de laatst bekende tellingen voor de oorlog, tien procent van de bevolking. Daarmee telde Winschoten na Amsterdam procentueel het meeste aantal joden. Winschoten voer er wel bij, vooral de negotie bezorgde 'Lutje Mokum' de status van handelsstad.

De vreugde van de bevrijding drukte de herinnering aan de Winschoter joden naar de achtergrond. ''Pas in de loop van de tijd werd duidelijk wat er zich in de kampen had afgespeeld en kwam de vraag: wat is er met die? en die gebeurd, of waar is die? en die gebleven. Weg? verdwenen in de anonimiteit, alsof ze niet hadden bestaan. Maar, toch? Het knaagde. En hier en daar werden initiatieven genomen om te gedenken dat ook deze burgers deel hadden uitgemaakt van de samenleving die de stad Winschoten alom kenmerkte'', sprak Trijnko Pelgrim, voorzitter van Stichting Oud Winschoten. ''Een samenleving zo vervlochten en toch verdwenen.''

Tot de dag van gisteren bleven de joodse medeburgers onbekend. Inzet van met name het drietal Henk Strating, Gerard Maagd en Dik Stijkel had tot resultaat dat de 389 joodse slachtoffers hun naam terug hebben gekregen. Hun namen zijn aangebracht op plaquettes die het door architect Bert van Ringh ontworpen monument flankeren. Hun bestaan mag immers niet worden ontkend. ''Het monument zal reacties geven'', voorspelt Pelgrim. "De vormgeving is een duidelijke boodschap. Respectvol en tevens bikkelhard, maar dat is het doel: herinnering en waarschuwing.''

Onderstaande tekst is afkomstig uit Tijdschrift nr. 13 van de Stichting Oud Winschoten van november 2004

MONUMENT VOORMALIG JOODSE INGEZETENEN

door Trijnko Pelgrim

“Herinneren betekent keuzes doen”

Deze uitspraak van Gunter Grass (schrijver van o.a. het boek “die Blechtrommel”) past bij alle commotie die de afgelopen zomer is ontstaan over de plaats van het op te richten Joods monument.

Op verzoek van de gemeente is in het voorjaar bij diverse geledingen binnen de Winschoter gemeenschap gepeild of de plek, grens verkeers- en voetgangersgebied Venne/Israelplein, voldoende draagvlak zou vinden.

De reacties waren voornamelijk positief, alleen Handel & Nijverheid had zijn bedenkingen en dan met name voor wat betreft vandalisme-gevoeligheid.

Deze bedenkingen werden aanleiding om te suggereren dat Handel & Nijverheid tegen het monument en dan met name de plek, zouden zijn.

De hele media viel over het bestuur van Handel & Nijverheid en Oud Winschoten heen en zelfs het “Nederlands-Israelitisch Kerkgenootschap” (N.I.K.) reageerde direct met de reactie: ‘dat de mogelijkheid van vandalisme geen argument mag zijn om de herinnering aan de weggevoerde Joden niet aan de openbare weg, in het centrum van Winschoten levend te houden’.

Dit alles werd aanleiding om eind augustus met alle betrokkenen: Handel en Nijverheid; Oud Winschoten; architect Van Ringh, gemeente Winschoten onder leiding van burgemeester J. Vlietstra, alle voor- en tegenargumenten nog eens op een rij te zetten.

Door alle partijen werd de eerder genoemde plaats als juist aangemerkt en op dat moment werd het besluit genomen voor deze plek te gaan en de procedures tot realisatie van het monument te effectueren.

De gemeente doneerde gelijk een aanzienlijk bedrag en Handel & Nijverheid zouden zich “ook van de goede kant laten zien”.

De zinsnede van Harm van der Veen in het stukje:

“twijdracht en twist” in “Toal en Taiken” nr. 4 van juli/augustus 2004:

‘Ooit zol de jeudse gemainschop van Sodom ‘eene zeer twistzieke natie’ west hebben; t het der veul van vot dat t mit de Winschoters van nou nait aans is.” is hiermee ontkracht.

Plaats en vormgeving

In editie 10 van onze uitgave werd het monument, ontworpen door architect Van Ringh, reeds beschreven en werd toen nog de (tijdelijke) plaats nabij het station aangegeven.

Het monument komt nu op de grens verkeers- en voetgangersgebied van de Venne en het Israëlplein, waarmee tevens een duidelijke markering van deze gebieden gerealiseerd wordt, zonder dat er hinder ontstaat voor de diverse hulpdiensten en toelevering van goederen aan het winkelgebied en de markt.

De namen van de voormalig Joodse ingezetenen komen niet op de Davidster te staan zoals aanvankelijk de bedoeling was.

Aan de achterzijde komen 3 zuilen waarop naamplaten aangebracht worden, welke inmiddels in opdracht van de Winschoter Dhr. Henk Strating, zijn vervaardigd.

Dhr Strating is schrijver van het boek: “Winschoten 1940 - 1945, een provinciestadje aan de Duitse grens” en beijvert zich al vele jaren voor een herinnering aan de voormalig Joodse ingezetenen en heeft na veel speurwerk alle namen achterhaald.

Uit o.a. de revenuen van zijn boek zijn deze naamplaten vervaardigd.

De financiering

De kosten van het monument bedragen e 25.000,–, waarvan de 3⁄4 gedeelte rond is. Bijdragen zijn er van Gemeente Winschoten; de slapende stichting “Joods historisch verleden Winschoten”; een anonieme stichting in onze regio, alsmede diverse private donaties.

Verder zijn er diverse fondsen aangeschreven; rekenen we na toezegging op een bijdrage van de Winschoter Handel en Ondernemingen.

Onthulling

Het ligt in de bedoeling het monument rond 15 april 2005 te onthullen. Het is dan 60 jaar geleden dat Winschoten werd bevrijd. Een bevrijding welke voor bijna 400 Joodse ingezetenen veel te laat kwam, maar die we met een weloverwogen keuze op een waardige plek willen herinneren, opdat wij niet vergeten...

Na het bekend worden van de plaats en de vorm van het monument heeft dit diverse reacties opgeroepen en de regionale en plaatselijke media hebben de bevolking alle ruimte gegeven om te reageren. Naar aanleiding van deze reacties is via gemeente Winschoten contact gezocht met het Inter Provinciaal Opper Rabbinaat (IPOR) te Hilversum om advies uit te brengen over de voorgestelde vormgeving.

Een reactie van Hoofdrabbijn Binyomin Jacobs kwam vlot en deze schreef:

"Uw zorgvuldigheid wordt door mij bijzonder gewaardeerd en is een teken van respect en begrip voor de gevoeligheid van de materie. Gevoel is een erg persoonlijke aangelegenheid en vaak zie ik dat wat de een respectvol vindt door de ander als te hard of direct wordt gezien of wellicht respectloos. De opmerking dat een dergelijke vormgeving afschuwelijke herinneringen oproept is mijns inziens inderdaad het doel van het monument; herinneringen oproepen aan een uiterst pijnlijk gebeuren, een zwarte bladzijde in onze moderne Nederlandse geschiedenis. Dat daarbij de Davidster, de Jodenster, die de Joden verplicht werden te dragen om vervolgens zichtbaar als Jood afgevoerd te worden en verscheurd, als symbool wordt gebezigd zie ik niet als een probleem. De Davidster heeft niet een dermate religieuze betekenis dat een verscheurde Davidster als het ware als een soort G'dslaster kan worden gezien.

Speciaal als er met de Davidster de namen van de joodse ingezetenen staan vermeld, dan denk ik dat de boodschap duidelijk is, respectvol en tevens bikkelhard, verscheurend………maar dat is het doel van het monument: herinnering en waarschuwing !" einde citaat.

Gesterkt door dit antwoord heeft de gemeente inmiddels de bouwvergunning verleend en worden verdere voorbereidingen getroffen om een en ander te realiseren.

De fondsenwerving is inmiddels gestart en verdere bijdragen t.n.v. Stichting Oud Winschoten: herinneringsmonument, zijn van harte welkom op rekeningnummer 657327859 ING bank Winschoten

Het is zoals Hoofdrabbijn Jacobs zegt: het monument is een herinnering aan ingezetenen die niet vergeten mogen worden, maar tevens een waarschuwing……………………………….

Op allerlei fronten zijn er in het verleden initiatieven geweest om deze herinnering levendig te houden, ik nodig iedereen uit om in gezamenlijkheid, op respectvolle wijze, onze voormalige Joodse medeburgers een waardig monument te geven, opdat wij niet vergeten……………..

Voor diegenen die het drama van de Winschoter Joden willen nalezen wordt verwezen naar het boek "Winschoten 1940-1945, een provinciestadje aan de Duitse grens" geschreven door Henk Strating. Een deel van de opbrengst van dit boek is ten gunste van het monument.