Stegen en Driften

Stegen en Driften in Winschoter binnenstad

Smalle doorgangen zorgden van oudsher voor een verbinding tussen Langestraat en Venne. Meerdere doorgangen zijn op particulier terrein gesitueerd, maar een aantal is openbaar. Deze driften zijn enkele jaren geleden voorzien van een officiële straatnaam. De driften zijn in het kader van het Actieprogramma Versterking Binnenstad Winschoten aantrekkelijker gemaakt met fotopanelen, bloembakken en verlichting. Mogelijk gemaakt door de gemeente Oldambt, Stichting Oud Winschoten, Handel en Nijverheid en met een subsidie van Leader.

Gerealiseerd door CQ Reclame en de Buitendienst Gemeente Oldambt in juli 2019.

Minuutplan/Kadastrale kaart.

Deze kadastrale en ingemeten topografische kaart uit 1823, een zogenaamd Minuutplan, laat zien dat ‘Het Vlek Winschoten’ een lintvormige nederzetting was. Parallel aan de Moeskershorn en Witte Vrouwenstraat, nu Langestraat, liep de Trekvaart, nu de Venne, van Groningen naar de Nieuwe Schans. Woningbouw en bedrijvigheid concentreerde zich langs de waterweg aan de Buiten Venne en de Binnen Venne. Smalle doorgangen, driften en stegen, zorgden voor een verbinding tussen de Langestraat en deze Venne (kade) met z’n pakhuizen en grossierderijen. Hier vond de overslag van goederen plaats. Ook vervulden de driften een belangrijke rol bij de wateraanvoer in geval van brand. Verbouwingen naar winkelpanden, maakten van de Langestraat steeds meer een ‘koopstraat’ die de consument nog altijd veel te bieden heeft.

Algemene historie Winschoten

Winschoten is eeuwenlang een onbeduidend plaatsje geweest, dat pas nadat de Dollard beteugeld was door sterke dijken, haar betekenis gaandeweg zag toenemen. Het begon langzamerhand een centrum te worden van een bloeiende omgeving, waarin reeds eerder de stichting van de kerk op het Marktplein door de kloosters te Beerta en Heiligerlee, een groot aandeel had. In genoemde kerk kwamen op gezette tijden de nonnetjes van deze kloosters voor hun godsdienstoefening. Zij liepen dan door de huidige Langestraat die aan die tijd de naam Witte Vrouwenstraat dankte.

De geschiedenis geeft niet al haar geheimen prijs en over de oudste historie van Winschoten is dan ook weinig bekend. Er zijn in de afgelopen jaren diverse boekwerken verschenen waarin summier het alleroudste verleden van de plaats wordt beschreven, want geen van de auteurs kon de juiste gegevens achterhalen. In voorgaande afleveringen is al eens stilgestaan bij het ontstaan, de naamgeving en de stedenbouwkundige ontwikkeling van de plaats Winschoten, maar in de loop der jaren zijn er toch weer elementen toegevoegd voortkomende uit verder verricht historisch onderzoek. Ik weet zeker dat ik vele, waaronder mogelijk nieuwe, luisteraars een plezier doe de aandacht wederom te richten op vooral de stedenbouwkundige ontwikkeling die Winschoten heeft doorgemaakt en de veranderingen die vooral de laatste jaren het stadsbeeld hebben doen veranderen en nog zullen veranderen.

De aanname dat Winschoten ruim 600 jaar bestaat vindt z'n oorsprong in een oorkonde die dateert uit 1391. Toch moet zoals gezegd Winschoten ouder zijn, getuige de kerk op het Marktplein die omstreeks 1270 al gebouwd is en de gegevens die vast staan over het in 1230 gestichte klooster te Heiligerlee. De naam Winschoten komt echter voor het eerst voor in die oorkonde uit 1391, dat daarmee het oudste officiële document is van de plaats.Hoewel de gegevens over de oudste geschiedenis van Winschoten dus beperkt zijn, kunnen we ons toch een aardig beeld vormen hoe het er hier heeft uitgezien.

Aangenomen wordt dat in die grijze oudheid deze omgeving bewoond is geweest. De bodemgesteldheid geeft uitsluitsel dat Winschoten is ontstaan op een relatief hoge zandrug te midden van kleigronden. In de nabijheid moeten eeuwen geleden dichte bossen zijn geweest, die in latere tijden in hoge venen zijn veranderd. Tevens waren er weidestreken te vinden en kon ook de visvangst beoefend worden. Door de geweldige springvloeden die de Dollard in 1413 deed ontstaan werd de plek waar eens Winschoten zou verrijzen door water overstroomd en doorploegd. De aanleg van waterkeringen werd daardoor nood-zakelijk en één van de eerste en belangrijkste dijken is in die dagen stellig de Vissersdijk geweest, die van de zandhoogten ten noorden van Winschoten voerde naar de Garst en het daarachter gelegen hoogveengebied van Zuiderveen. Omdat er veel viswater was en het water van de Dollard de plaats dicht naderde, is het verklaarbaar dat de toen opgeworpen waterkering de naam Vissersdijk kreeg waardoor men hier betrekkelijk veilig kon wonen. Ook de jacht kon beoefend worden in de bossen en op de hoge heide gronden, met weiden voor het vee.

Waarschijnlijk hebben hier de eerste bewoners voor hun doen een behoorlijk bestaan gehad.

Koopcentrum

De uitgroei van Winschoten als markt- en handelsplaats werd mogelijk gemaakt door een gunstige verkeersgeografische ligging.Winschoten lag van oudsher aan de belangrijkste landsweg van Groningen naar Munster en vanaf 1635 had de plaats middels het Winschoterdiep een goede vaarverbinding met Groningen (het economisch en bestuurlijk centrum van de provincie). In het 2e en 3e kwart van de 19e Eeuw werd die verkeersgeografische ligging nog eens begunstigd door een aantal wegverhardingen.

De woningbouw concentreerde zich in eerste instantie rond het centrum, langs het W'terdiep. Het was vergelijkbaar met de bouw in de Veenkolonieen (langgerekte dorpen langs een kanaal). In W'ten concentreerde zich dit langs de Buiten- en Binnen Venne. Tussen de hier reeds bestaande herenhuizen, plaatste men kleinere huizen,waarvan de voorgevels ongeveer op de lijn van de achter-gevels van de herenhuizen kwamen. Zo ontstond een merkwaardige "verdubbeling" in de huizenrij aan de Venne, langs de kade van het W'terdiep. Zo ontstonden er vele driften waaraan kleine woningen of pakhuizen verrezen.

In 1880 werd het Omsnijdingskanaal gegraven ter ontlasting van de bestaande waterweg door het centrum. Een deel van dit Winschoterdiep, genaamd de Binnenvenne (tussen Bosstraat en Hotel de Nederlanden) werd toen gedempt. De Buitenvenne (tot aan de huidige Bosstraat) werd hierdoor een doodlopend zijwater dat als haven fungeerde. Het andere deel van de oude vaarweg (van Hotel de Nederlanden tot aan de Posttil) werd vergraven tot Oosterhaven.