Heupaandoeningen

De pathologische heup

 

Arthrose

Wat is arthrose ? Bij arthrose treedt er verlies op van kraakbeen wat resulteert in een minder vlotte beweging tussen heupkom en -pan. Het lichaam zal trachten dit te verbeteren door meer gewrichtsvocht te produceren. Hierdoor komt er meer druk te staan op het kapsel wat pijn veroorzaakt. Na verloop van tijd zal het lichaam trachten de druk te verspreiden over een groter oppervlak wat resulteert in extra botaanwas. Dit noemen we osteofyten. De patiënt voelt deze pijn typisch in de liesstreek, of binnen-, voor-, of buitenzijde van het bovenbeen tot aan de knie. Arthrose van de heup kan ook rugpijn induceren.

De pijn is zelden aanwezig in rust en treedt meestal op na belasting, vb. rechtstaan uit stoel, langdurig wandelen, ...

Door het verlies aan mobiliteit wordt het aantrekken van schoenen & kousen sterk belemmerd. 

De initiële behandeling is conservatief. Er kan geopteerd worden voor het toedienen van hyaluronzuur intra-articulair. Dit laatste is een bouwsteen van het kraakbeen. Door deze stof toe te dienen kan het plaatsen van een heupprothese in selectieve gevallen uitgesteld worden.

Bij terminale arthrose bestaat de enige oplossing uit het plaatsen van een totale heupprothese. Bij jonge/actieve patiënten wordt geopteerd voor de zogenaamde sportprothese of "resurfacing". 

 

Arthritis

Arthritis is een ontstekingsproces van de heup. Deze komt het meest voor bij reumatoïde arthritis of "reuma" in de volksmond. Hierbij treedt er een ontstekingsproces op ter hoogte van het gewrichtskapsel. De pijnklachten zijn identiek als bij arthrose doch de oorzaak ervan is anders. Vaak zien we meer botaantasting bij arthritis.

Avasculaire necrose

Bij avasculaire necrose treedt er een stoornis op in de bloedvoorziening van de heupkop. De voornaamste oorzaken zijn corticoïden en trauma. Vaak treedt dit spontaan op zonder dat er een aanwijsbare oorzaak kan gevonden worden. Dan spreken we van een idiopathische vorm.Door de gestoorde bloedvoorziening treden necrotische zones op in het bot. Als gevolg vermindert de draagkracht van het bot waardoor verschillende delen van het kraakbeen als het ware instorten met een onregelmatig heupoppervlak tot gevolg.De behandeling in de acute fase is rust en ontlasting. 

 

Fractuur/trauma

Een heupfractuur is zeer frequent bij de bejaarde populatie door osteoporose. Dit zorgt voor een hoge morbiditeit voor deze patiëntenpopulatie.

Er zijn eigenlijk 2 grote groepen van heupfracturen: intra- en extracapsulaire fracturen.

  

Femoro- acetabulair impingement (FAI)

Bij deze pathologie treedt er een "impingement" op tussen de heupkop en de kom. Er zijn 3 groepen van "impingement" of inklemming.

Deze letsels zien we vaak bij sporters, vnl voetballers

Deze pathologie wordt best tijdig aangepakt, nog vóór er kraakbeendegeneratie optreedt.

Indien tijdig gediagnosticeerd kan dit correct behandeld worden door middel van een arthroscopie (kijkoperatie) van het heupgewricht.

Congenitale heupdysplasie (CHD)

Hierbij is er een "mismatch" tussen de vorm van de heupkop en de kom. Hierdoor is de heupkop niet perfect gecentreerd in de kom waardoor er vroegtijdige degeneratie ontstaat van het kraakbeen. Dit lijdt tot vroegtijdige arthrose indien dit niet tijdig gediagnosticeerd en behandeld wordt.Legg-Calvé-Perthes (LCP)

Dit is een ziekte van het jonge kind waarbij er een stoornis ontstaat van de bloedvoorziening van de heupkop. Bij laattijdige diagnose leidt dit tot een afplatting en misvorming van de heupkop wat op vroege leeftijd een arthrotische degeneratie van de heup veroorzaakt. Vroegtijdige detectie is hier uiteraard van cruciaal belang ten einde verdere afplatting af te remmen.Slipped capital femoral epiphysis (SCFE)

Dit is een aandoening voornamelijk bij adolescenten, waarbij de groeischijf (epiphysis) progressief gaat afglijden zodat de heupkop verder groeit in een abnormale stand (linker heup op de radiografie). Indien niet tijdig gefixeerd leidt dit opnieuw tot vroegtijdige degeneratie van het kraakbeen, zijnde arthrose. Deze aandoening komt vaak aan beide zijden (bilateraal) voor.Obesitas bij adolescenten is een uitlokkende factor.Infectie

De meest frequente vorm van infectie treedt op na multipele heupchirurgie en vergt een gespecialiseerde en langdurige behandeling.

Een andere vorm van infectie treedt op bij kinderen. De frequentste oorzaak is na een veralgemeende lichaamsinfectie (sepsis) waarbij bacteriën vanuit de bloedbaan ook de heup infecteren.

M. piriformis syndroom

Hierbij treedt er pijn op ter hoogte van de bilstreek (gluteaal) voornamelijk bij zitten. Een frequente oorzaak is een val of chronische druk op de nervus gluteus superior (aftakking van de n. ischiadicus). Deze zenuw loopt bij sommige mensen onder de musculus piriformis waarbij deze overdruk ervaart en hierbij pijn veroorzaakt. De diagnose wordt klinisch gesteld en via EMG (electromyografie). Een proefinfiltratie kan duidelijkheid scheppen. Dit probleem kan elegant opgelost worden via een endoscopische release van de m. piriformis.

Bursitis trochanterica

De bursa trochanterica is een slijmbeurs die zich onder de musculus tensor fascia lata bevindt, wat een lang peesblad is gaande van de heup tot de knie. Door chronische wrijving kan deze slijmbeurs ontsteken wat lokale pijn geeft dewelke ook kan uitstralen van heup tot knie.

Behandeling kan conservatief (kine, ijs, medicatie, infiltratie) of operatief zijn.

Snapping hip: external & internal

Hierbij treedt er een "snapping" of verspringend gevoel op ter hoogte van de heup. Dit is niet noodzakelijk pijnlijk. Niet pijnlijke snapping wordt niet behandeld.

Bij external snapping hip is het de m. tensor fascia lata die over de grote trochanter klikt.

Internal snapping hip wordt veroorzaakt door wrijving tussen de heupkom en de m. iliopsoas.

Behandeling van beide kan zowel conservatief als operatief zijn.