Rond de elleboog lopen 3 belangrijke zenuwen. De n. radialis, de n. ulnaris & de n. medianus. Deze kunnen ingekneld raken door een lokale druk. De voornaamste "impingement" syndromen worden hieronder vermeld.
Nervus ulnaris syndroom
De nervus ulnaris loopt in de binnenzijde van de elleboog achter de mediale epicondyl. Hij
verzorgt het gevoel van de ringvinger en de pink. Impingement kan spontaan optreden na langdurig plooien van de elleboog waarbij de zenuw wat uitgerokken wordt. Overbelasting van de flexorspieren kan eveneens pijn en tintelingen uitlokken over de pink & ringvinger.
De diagnose kan klinisch gesteld worden maar wordt best bevestigd op een electro-myografie (EMG).
Behandeling kan zowel conservatief als operatief zijn. Bij de operatieve release wordt de zenuw vrijgelegd en worden alle drukpunten verwijderd. Eventueel wordt de zenuw ook naar voor "getransponeerd".
Posterior interosseus nerve entrapment (PIN)
Deze zenuw is een zijtak van de nervus radialis. Deze kan inknellen onder de arcade van Frohse, een anatomische boogstructuur waaronder de zenuw loopt.
De symptomen zijn vaak gelijkaardig aan die van een tenniselleboog doch wat vager. Er is vooral krachtsverlies van de vingers.
De diagnose kan klinisch vermoed worden doch wordt best via een EMG bevestigd.
Operatieve release is vaak de enige oplossing.