6 maart 2010
Eindelijk, na de feestdagen en de lange winter ( wat we niet meer gewend zijn) kunnen we eens gaan wandelen op het Pieterpad. Precies 3 maanden geleden hebben we onze laatste etappe gelopen, die eindigde in Hardenberg, waar we vandaag dus moeten starten.
Onze tocht begint op het Klepperplein, waar een groot standbeeld van een klepperaar staat. In onze contreien kennen we dit fenomeen alleen nog van de misdienaars die met Pasen eieren, snoep of geld ophalen. Met dat geld kunnen ze hun jaarlijkse uitstapje met pastoor bekostigen. Maar vroeger verkondigde een klepperaar officieel nieuws van het stads- of gemeentebestuur.
We verlaten Hardenberg via een brug over de rivier de Vecht. Even later lopen we door een tunneltje waarvan de wanden mooi beschilderd zijn door schoolkinderen, eenvoudige maar leuke afbeeldingen van dieren en bomen . Is wel iets anders dan die moderne graffiti.
We komen bij een fietspad dat - hoe verzin je het - het Sumpelpad heet. Het zei zo. Over dit fietspad lopend zien we opeens een ooievaar rechts in een weiland. Het dier laat zich niet afleiden op zijn zoektocht naar waarschijnlijk een “maaltijd”. Na een uurtje gewandeld te hebben komen we bij een bankje waar we even pauzeren. We gaan even zitten, maar dat is voor Tiny nog een probleem. Het bankje is te hoog voor haar!
We moeten er om lachen. Verder lopend leidt het fietspad ons naar Rheeze. De wind komt uit het oosten, wat ons goed uitkomt. Want het is een koude wind, die wij gelukkig op de rug hebben want we lopen westwaarts.
Rheeze is werkelijk een prachtig dorp rondom een brink. De boerderijen vormen samen met de brink een beschermd dorpsgezicht. Het dorp heeft een historie die terug gaat tot in de middeleeuwen.
De boerderijen met hun strooien daken liggen er schitterend en ook idyllisch bij; sommige schuren zijn versierd met stro-motieven.
Vanuit Rheeze komen we in een bos op een lang zandpad. Op sommige plaatsen ligt hier nog sneeuw. Maar verder is dit gedeelte eigenlijk een beetje saai, het is weer zo’n zogenaamd productiebos, ooit aangelegd door Staatsbosbeheer.
Dus “recht toe - recht aan paden” en bomen strak op een rij. We verlaten het bos bij een leuk pittoresk huisje, waarna we even later bij de Junner stuw uitkomen. Tot deze stuw is scheepvaart over de Vecht mogelijk, maar verder stroomopwaarts niet. Langs de stuw is een vistrap aangelegd.
Via deze vistrap kunnen de vissen stroomopwaarts paaiplaatsen bereiken.
Achter de stuw gaan we rechts en komen we in een gebied met weilanden en kleine bosjes waar de paadjes zich door heen kronkelen. Dit is wel afwisselend en mooi. Het pad loopt langs beekjes die nog grotendeels bevroren zijn omdat de zon nog te laag staat en te zwak schijnt. Zo komen we bij een grote zandverstuiving, waar we langs een dode zijarm van de Vecht dit gebied verlaten en bij de spoorweg tussen Ommen en Hardenberg uitkomen. Hier reden we vanmorgen nog overheen. We steken de spoorweg over en lopen wederom een klein stuk door een bos. Uiteindelijk komen we via de verharde weg bij de brug over de Vecht bij Ommen.
Hier eindigt echter nog niet onze etappe, wij lopen nog door tot het station van Ommen, waar onze auto staat.
Lees verder Ommen - Hellendoorn