28 september 2009
Vandaag hoeven we ons niet te haasten, het vertrekpunt ligt vlak bij ons hotel. Het eerste gedeelte van de route loopt langs het Hoornse Diep. Als we de stad verlaten lopen we over een kronkelend dijkje, dat zich tussen dit oud riviertje bevindt en aan de andere kant het Hoornse Meer en Paterswoldse Meer. In het water zien we veel meerkoeten, die onder het water duiken op zoek naar voedsel. Ze kunnen lang onder water blijven.
We komen bij een oud sluisje dat het Hoornse Diep verbindt met het Paterswoldse Meer. Het is de Nijveensterkolk.
Het is een kleine schutsluis, die met de hand bediend moet worden. We hebben geluk, want er komt een pleziervaartuig vanaf het Paterswoldse Meer, en zien hoe de sluiswachter met touwen de deuren van sluis opent en sluit. Aan de andere kant opent hij een schuif waardoor het water kant zakken. De ophaalbrug zelf gaat automatisch omhoog. Op de achtergrond zien we de poldermolen De Helper, die begin 70-er jaren verplaatst werd om plaats te maken voor de autosnelweg.
We gaan verder en komen bij het stadje Haren, dat we echter niet binnenlopen. Vlak voor de bebouwing gaan we rechts en komen we in een ander polderlandschap. We lopen langs de rand van de stad. Op het einde hiervan gaat de weg over in een zandpad, tot dat we bij een drukke weg komen die we moeten oversteken.
Hier gaan we even zitten voor een korte pauze. Als we verder lopen komen ontmoeten we een vrouw die vraagt of we het Pieterpad lopen. Als we dit bevestigen zegt ze dat we nu in een mooi gebied gaan komen. Hetgeen klopt, als we een oude spoorbrug gepasseerd hebben komen we in een heel ander gebied. Eerst komen op een smal schelpenpad tussen twee weilanden, het Tranendal ( zie voorpagina van dit verslag).
Daarna in een bos- en heidelandschap. Hier moeten we wel goed op de goede paaltjes letten om de juiste weg te volgen. Dit gedeelte is voornamelijk onverhard, we komen langs stuifduinen bij Appèlbergen en iets verderop langs het Noordlaarderbos. Onderweg houden we nog een korte pauze bij een echt verouderde herberg. Nou ja, de koffie was goed. Al gauw bevinden we ons in Drenthe, maar via een lus zijn we weer even terug in Groningen en gaan we even naar het enige hunebed dat in Groningen ligt.
Het is niet zo groot, maar ligt wel fraai tussen bomen op een heuveltje. Vervolgens komen we weer definitief in Drenthe. In Midlaren liggen ook 2 hunebedden vlak bij elkaar. Maar deze vinden we niet zo snel. Als we informatie vragen aan een mevrouw blijkt dat we er vlak bij staan. Ze liggen vlak naast een oud boerderijtje dat door dezelfde mevrouw en haar echtgenoot onlangs is gekocht. Van de buren zullen ze straks geen last hebben, zegt Jack. Maar wel nog veel werk aan het opknappen van de boerderij, het gebouw is echt bouwvallig.
We lopen verder naar Zuidlaren. Voor het stadje is en man op een akker met een apparaat bezig naar oude voorwerpen te zoeken. Hier schijnt een oude route te lopen waar vroeger de Romeinen nog kwamen. Dan zijn we uiteindelijk in Zuidlaren, de plaats die vooral bekend is vanwege de jaarlijkse paardenmarkt. Het is alsof we de paarden nu al ruiken.
We blijven hier niet lang, we nemen de bus terug naar Groningen. En van hieruit rijden we weer terug naar Limburg.
Lees verder Zuidlaren - Rolde