23 mei 2012
We hebben vakantie, en eigenlijk niets bijzonders op de planning staan. Dan ligt het natuurlijk voor de hand dat we weer eens een stukje Grenslandpad gaan doen. De startplaats van vandaag is Hamont. Aanstaande zondag zijn hier mars- en showwedstrijden waar de drumband van Concordia Obbicht – waar Ivo inmiddels lid van is – ook aan deelneemt.
Het is tegen 11:00 uur als we in Hamont aankomen, ondanks dat we al om 7:00 uur uit de veren waren. Op de markt zien we dat men al gestart is met het opbouwen van de tribunes. Het belooft heel feestelijk te worden. En als de weervoorspellers gelijk krijgen wordt het een prachtig Pinksterweekend. Daar zullen ze in Landgraaf ( Pinkpop) en Thorn ( historische stoet) ook blij mee zijn.
Vanaf de markt lopen we naar de Stadswaag, een brede weg die naar een spoorovergang loopt. Dit spoor maakt deel uit van de Ijzeren Rijn, een spoorverbinding tussen Antwerpen en het Ruhrgebied. De Belgen vechten al jaren om de spoorlijn weer open te krijgen, maar Nederland houdt dit tegen omdat het spoor door het Meinweggebied ( een natuurgebied) loopt. Maar of dit de werkelijke reden is?
We komen in het buitengebied van Hamont, en lopen door kleine buurtschappen zoals Winter en Hork. Kort achter Hork ligt een kleine bospassage en dan komen we bij het Kanaal Bocholt - Herentals. Het kanaal ligt er verlaten bij, wij zien slechts één pleziervaartuig. Wij volgen dit kanaal zo’n 2 kilometer, waarna we links een grindpad op gaan. We bevinden ons nu op de Lozerheide, een gebied dat vroeger daadwerkelijk heidelandschap was. Maar in loop van de jaren zijn er veel bossen ontstaan. Het heet ook Domeinbos Lozerheide! Het valt ons op dat dit stukje natuur goed onderhouden wordt door onze zuiderburen.
Als we over een lange brug lopen zien we een groot meer of ven aan onze rechterhand. Het ligt er verlaten, maar toch ook indrukwekkend bij.
Aan de watervogels zie je bijna gewoon dat ze genieten van deze plek. Tiny staat stil bij een soort totempaal. Hier staan enkele gedichten op met als onderwerp de stilte; genieten van de stilte van de natuur. Dat doen wij nu ook.
Maar we moeten toch verder. We verlaten het natuurgebied bij een visvijver. Wijselijk heeft men draden boven het water gespannen, zodat de beste visser die in de natuur in onze omgeving leeft ( de reiger) hier niet zijn honger kan komen stillen. Wel zien we twee majestueuze zwanen. Vanuit de viskwekerij komen we bij een bijzondere plek in de Zuid-Willemsvaart, de haakse bocht bij Lozen.
Hoe kunnen ze het verzinnen, een haakse bocht in een kanaal. Maar hij is er, en om de schepen de kans te geven om die bocht te nemen hebben ze de bocht behoorlijk uitgedijt. Anders loopt natuurlijk elk schip vast.
We steken de sluis over en gaan verder, eerst door een stukje akkerland maar al gauw lopen we langs de Zuid-Willemsvaart. Het is niet echt een spannend stuk. Tiny maakt de opmerking dat ze naar de samenstellers van de route zal schrijven met het verzoek om hier wat meer afwisseling aan te brengen en dat er ook meer koffieshops(!) onderweg moeten komen. Ze bedoelt uiteraard iets anders.
We passeren de grens en na ruim twee kilometer zien we bij de afslag een picknicktafel staan. Hier gaan we pauzeren. Al snel krijgen we gezelschap van een aantal fietsers die ook onderweg zijn naar Stramproy. “Daar kun je lekker ijs krijgen”’, vertellen ze.
Na de pauze begeven we ons in de Laurabossen, ooit aangeplant voor de levering van hout ten behoeve voor het stutten van mijngangen. Maar steenkoolmijnen zijn er niet meer in Nederland, en nu wordt het bos veelal gebruikt voor recreatie.
Als we het Laurabos verlaten komen we eerst in een akkergebied en daarna op de Kettingdijk, een lang recht halfverhard pad waar één boerderij langs ligt: de Kettinghoeve.
Hier zien we een aantal mooie zwarte paarden. De hoeve is misschien wel een stoeterij.
Ook aan de Kettingdijk komt een einde ( gelukkig). We steken een verharde weg over en bevinden ons dan in het Wijffelterbroek. Dit is een natuurgebied waar schijnbaar veel “reptielen” nog leven. Het is moerassig. Vroeger schijnt het gebied ruim 200 ha groot te zijn geweest, nu is er nog zo’n 60 ha natuur. Het gebied maakt deel uit van het Belgisch-Nederlandse natuurgebied Kempen-Broek. Dit is nog steeds in ontwikkeling.
In het bos van de Wijffelterbroek lopen we eerst over een kronkelend smal pad. Dit vindt Tiny wel leuk. Maar even later komen we langs beekjes en dan is het met de pret gedaan. We worden bestookt door allerlei vliegend ongedierte zoals muggen en steekvliegen. Ongetwijfeld komt dat door het vocht en de warmte. En onze huid trekt natuurlijk ook muggen aan door het transpireren.
Tiny probeert zich te beschermen door het vest om haar heen te slaan. Wij zijn blij als we dit gebied achter ons kunnen laten en ons op de Pruiskesweg tussen de akkers bevinden.
Na weer een bospassage komen we bij een Zevensprong met een klein kapelletje. Eigenlijk is het geen kapelletje, het is een klein monument met een beeld in een nis. Van hier uit loopt het laatste lange stuk richting Stramproy. Eerst tussen weilanden, daarna bos en uiteindelijk tussen akkers naar de buitenwijken van het grensplaatsje. We passeren een mooie molen.
In Stramproy nemen we plaats bij ijssalon “Ut Opsjupperke” op het mooie marktplein. Eerst een kop koffie en daarna uiteraard ijs. De fietsende dames hadden gelijk, dat smaakt hier geweldig. En wij vinden dat we het wel verdiend hebben; het was een lange route vandaag, en dat bij warm drukkend weer.
Voordat we naar huis rijden kijken we nog even naar het beeldje van de “Zoatmaal”, oftewel de zoutsmokkelaar. Het beeld herinnert aan de periode eind 19e begin 20e eeuw dat er zout gesmokkeld werd vanuit België naar Nederland. In die tijd kostte een kilo zout in België 3 cent per kilo, terwijl in Nederland de prijs ruim 12 cent per kilo was ( ten gevolge van de accijnsheffing). Als overheid vraag je er dan eigenlijk om, is onze gedachte…………….
Met geperforeerde armen en benen rijden we naar huis.
Lees verder Stramproy - Thorn