17 maart 2012
Toen we vorig jaar startten met het lopen van het Grenslandpad liep een aktie van Fletcher hotels. We hebben toen een aantal Vouchers gekocht waarmee je voordelig in een van hun hotels kunt overnachten. Het was de bedoeling om dit weekend één nacht in hotel de Kempen te overnachten, maar helaas doet dit hotel dit weekend niet mee aan de aktie. Vandaar dat we gisteren naar Oisterwijk reden en een nachtje in hotel Boschoord verbleven. En dit was best in orde.
Even na 10:00 u vertrekken we met de auto naar Reusel, waar we de auto bij het busstation kunnen parkeren. Met de bus gaat het dan naar de bushalte Hoogeindseweg bij Esbeek om van daar uit naar De Tulder te lopen. Het is omslachtig, maar het kan niet anders. Bij De Tulder nemen we de route weer op. Volgens het wandelboekje was De Tulder vroeger een landbouwenclave waar een wal omheen lag en ook omwaterd was. Dit was om de bewoners te beschermen tegen indringers. Er liep immers volk rond dat niet te vertrouwen was in dit eenzame gebied dat dicht bij de grens ligt. We rusten even op een bank die er ter nagedachtenis aan een te jong overleden dame staat.
Met een mooie toepasselijke spreuk.
Al gauw komen we bij de grens. Hier staan 2 grenspalen dicht bij elkaar, nummer 208 en 207. Over een pad volgen we de grens die hier een rechte lijn volgt. Een kilometer verder slaan we links af en komen we in het landgoed De Utrecht. Eigenlijk een vreemde naam voor een landgoed, maar deze naam is ontstaan uit het gegeven dat de toenmalige verzekeringsmaatschappij De Utrecht in de 19e eeuw kocht voor ontginning van de heide. Er ontstonden akkers, weilanden en ook productiebossen. De Utrecht werd later AMEV.
Het pad dwarrelt als het ware door het bos. Bij een open gebied passeren wij een grote boerderij, met een bijzondere naam: ’t Aanrijt. Iets verder komen we bij een klein ven, het Turfven.
Dat is nog eens een naam die te verklaren is. Verderop maakt ons pad een haakse bocht naar rechts en zo lopen we even later weer langs de grens totdat we bij grenspaal 205 komen. Deze paal is geperforeerd met meerdere (kogel?)-gaten. Hier heeft zich dus het een en ander afgespeeld! Hij staat precies op een plek waar de grens een hoek maakt.
We moeten linksaf, en aan de Nederlandse zijde staat zo’n molen die je tegenwoordig alleen maar in westerns ziet. Als we een MP3-speler bij ons hadden zouden we nu gegarandeerd naar muziek van Ennio Morricone gaan luisteren. Maar goed, die hebben we niet. We gaan verder totdat we stilstaan bij een bijzonder “monument” dat herinnert aan een voorval dat hier in 1950 heeft plaatsgevonden.
Op deze plek (Witgoor) werd namelijk een Belg door een Nederlandse politieman doodgeschoten omdat hij een bevel negeerde en trachtte te ontkomen. Wie weet wat er gebeurd is?
Misschien hebben ze daar dit liedje op gemaakt:
Hij was een smokkelaar
Die diep in de nacht
Steeds weer zijn………….
We pauzeren even op een bankje om wat te eten en gaan weer verder. Er wordt hier flink gesnoeid. Tiny vindt het wel lekker ruiken, die frisse dennengeur. Bij een heidegebied verlaten we de grens. Dit is de Turnhoutsche Heide. We lopen aan de rand van een bos langs de hei. Zo uitgestrekt is dit gebied ook weer niet, zodat we alweer gauw tussen de bomen lopen over zandpaden die hier erg drassig zijn. Het is dus uitkijken waar we onze voeten neerzetten. Dan komen we weer in open gebied en zien we in de verte het plaatsje Hooge Mierde liggen. “Daar zijn we vanmorgen nog met de bus door heen gereden”, zegt Jack. “Zal wel”, is de reactie van Tiny. We komen er nu niet, voor het dorp gaat het rechts en bevinden we ons weer op een zandpad, en dat begint langzaam aan te vervelen. Het zand is “rul”, zacht of hoe men dat bewoordt. Het loopt gewoon zwaar. Maar we komen wel in een mooi gebied, via een smal paadje bereiken we een open zandgebied waar het Zwartven ligt, een grote plas en het lijkt inderdaad of dit water donkerder dan normaal is. Kan ook inbeelding zijn.
We vervolgen onze weg over het smalle pad, dat uitkomt op een brede zandweg waar we kort naar rechts gaan en daarna links. Weldra bevinden we ons weer op de grens. Onze gids schrijft dat we een zandpad moeten volgen langs een fietspad, maar dat is niet te doen. Aan de Belgische kant heeft er een complete kaalslag plaats gevonden. Het zandpad is niet begaanbaar, diepe sporen van tractors en/of andere voertuigen en overal liggen takken. We nemen dus het fietspad, totdat dit links weg draait en we alsnog het pad door het bos moeten nemen. Vlak voor grenspaal 204 verlaten we het grenspad en gaan we naar links. Daarna bevinden we ons weer even op een verharde weg, wat wel “lekkerder” lopen is. Het begint te druppelen, het zal toch niet………..? Nee, gelukkig zet de regen niet door. Als we linksaf slaan komen we langs een plas water die niet op de kaart staat. De Belevensche Heide is dus weer gedeeltelijk ven geworden. Ons pad draait weg van het vengebied en over een smalle brug volgen we het pad. In de verte zien we de kerktoren van Reusel liggen. Vlak voordat we dit “dorp” binnenlopen komen we over een beek die ook Reusel heet. Zo zit dat dus. Uiteindelijk zijn we om 16:00 u bij het busstation waar de auto staat. Maar voordat we naar huis rijden laten we ons een Brusselsche wafel goed smaken! Lekker, bij La Gare.
Als we naar huis rijden zien we vele vlaggen halfstok hangen. Ongetwijfeld vanwege het zware busongeluk dat in een tunnel in Zwitserland plaats vond. Een ramp, waarbij 28 doden te betreuren waren, waaronder 22 kinderen. Velen afkomstig uit Lommel, dat hier vlakbij over de grens ligt.
Lees verder Reusel - Eersel