Leefbaarheid

2021 betekende ook de lancering en start van een nieuw Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan, waarin vijf prioriteiten centraal staan. Eén van die prioriteiten is Leefbare en Gezonde buurten, een thema waar ook heel wat Netwerkpartners wel wat over te vertellen hebben. Leefbaarheid is zeker geen nieuw concept. In de periode 2003-2014 werd er heel wat over geschreven, zowel binnen de academische als de beleidsmatige wereld. Daarna deemsterde het begrip wat meer naar de achtergrond. 

Tijd voor een revival? 

Waarom is het begrip opnieuw actueel en wat kunnen we daar nu mee? Daarvoor grijpen we terug naar wat er in die 'bloeiperiode' geschreven werd over leefbare buurten: 

 

Een eerste definitie luidt:

“Leefbaarheid is een kenmerk van een goede samenleving waarin de voorwaarden en behoeften die de mens aan de leefomgeving stelt zo goed mogelijk aansluiten bij de werkelijke leefomgeving. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de bestaanszekerheid, het woonklimaat, het sociaal klimaat, de verzorgingssituatie en het bestuurlijk klimaat” (Van Mullem, 2012: 9 – eigen nadruk)[1]

 

De focus ligt dus op de afstemming tussen wat bewoners willen en nodig hebben en wat er in de feitelijke omgeving is. Vandaaruit wordt leefbaarheid soms ook opgedeeld in objectieve en subjectieve leefbaarheid, maar belangrijk is dat het om het samenspel gaat tussen wat er is en hoe het aangevoeld of beleefd wordt.

 En hoewel deze definitie en het begrip op zich een duidelijke positieve insteek hebben, zien we dat ‘leefbaarheidsacties’ heel vaak vertrekken vanuit het vermijden of oplossen van problemen, van een negatieve insteek. Leefbaarheid wordt dan vooral het wegwerken van onveiligheid of van overlast, eerder dan een aangename en rechtvaardige omgeving te creëren.

 

Dit is geen pleidooi tegen aandacht voor veiligheid, maar wel een pleidooi om daar niet te stoppen en verder te gaan in het leefbaarheidsverhaal. Vanuit kind- en jeugdvriendelijkheid willen we graag ook het positieve en proactieve aspect van leefbaarheid in de verf zetten. Durf op zoek te gaan naar hoe een buurt zelf en samen vorm kan geven aan de omgeving die ze wensen, durf op zoek te gaan naar die interventies die ontplooiingskansen verhogen en die bijdragen tot rechtvaardigheid.

 

We leggen graag ook de link met duurzame ontwikkeling, zoals dat ook in de voortrajecten voor de stad- en gemeentemonitor gebeurde. In het Brundtland-rapport wordt duurzame ontwikkeling gedefinieerd als

“een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties zonder de behoeften van de toekomstige generaties in het gevaar te brengen.”

Vandaaruit verbreedt duurzaamheid de idee van leefbaarheid naar ‘ook voor toekomstige generaties leefbaar’. Dit werd later vertaald in de SDG’s, waarbij SDG 11 expliciet streeft naar inclusieve, veilige, veerkrachtige en duurzame steden en nederzettingen.

 

De stadsmonitor[2] definieert een duurzame en leefbare stad of gemeente op basis daarvan als

“een stad waarin tezelfdertijd economische ontwikkeling, sociale rechtvaardigheid en ecologische kwaliteit worden bereikt, en dit met behulp van bestuurlijke kwaliteit. Dat laatste heeft betrekking op de kwaliteit waarmee de samenleving (de stad in dit geval) wordt bestuurd.”

Daarin komen duidelijk 4 grote groepen principes naar voor: economisch, sociaal, fysiek-ecologisch en bestuurlijk. Deze werden in de visiematrix bij de stadsmonitor verder uitgediept:

 

De principes:


1] via https://theses.ubn.ru.nl/bitstream/handle/123456789/5396/Bacherlorthesis%20'Leefbaarheid%20voor%20kinderen'.pdf?sequence=1

[2] https://gemeente-stadsmonitor.vlaanderen.be/sites/gemeente-en-stadsmonitor/files/stadsmonitor_visiematrix.pdf

Hoe doen anderen het?

Samenlevingsopbouw heeft in haar lange geschiedenis heel wat leefbaarheidsprojecten opgezet en hebben die ervaring gebruikt om een scherpe visie te ontwikkelen. Leefbaarheid werd vertaald naar een inzet op aandachtsgebieden vanuit 3 verbonden sporen: 



Voor Kind & Samenleving gaat het vooral om beleefbare buurten - waar het belevingsaspect sterk voorop staat. Vanuit de 4 begrippen 'nabijheid', 'vrijheid', 'iedereen welkom' en 'samen' schuiven ze een strategie naar voor om beleefbaarheid te stimuleren: 

In concrete buurten rond concrete noden aan de slag gaan, dat blijkt het beste te werken. En dat kan in de praktijk dan rond heel diverse aspecten van leefbaarheid gaan. Tijdens een Meet Up in 2021 lieten we 3 verhalen aan het woord. Klik op de voorbeelden hieronder en ontdek hoe zij het doen of lees hier het volledige verslag. 

Op be­zoek in Gent en Has­selt

We trokken eind 2021 naar Gent en Hasselt, om 'in 't echt' te zien hoe leefbaarheid en jeugdvriendelijkheid elkaar kunnen vinden. Marianne, Jo, Karolien, Hannes en Tonette namen ons in Gent op sleeptouw. Wouter, Mike en Mathy waren de gidsen in Hasselt.

Je kan in de filmpjes hieronder beide steden zelf ontdekken.

Fietsroute Gent.mp4
Wandelroute Gent.mp4
584_012_inspiratiedag_hasselt_v10 (720p).mp4

En hoe kunnen wij het doen?

Wat kunnen we nu leren uit de verhalen van beide steden? Daarvoor brachten we tijdens een inspiratiedag eind 2021 een expertenpanel bijeen dat zich boog over de vraag: 'hoe kunnen kinderen en jongeren mee bouwen aan een leefbare buurt?'.
Om wat meer focus te geven, zoomden we in op 

Herbekijk het gesprek en ontdek wat Emma (VRP), Thibalt (Stad Gent), Toon (Agentschap Natuur en Bos) en Wouter (Kind & Samenleving) aan Gerda (DCJM) vertelden over leefbare jeugdvriendelijke buurten.

We sloten de inspiratiedag tot slot af met een reflectie van Sven (HOGENT) op het thema. Ook dat kan je hieronder herbekijken.