De bruine vlakken zijn reflecties
Deze reflecties zijn over wat ik in de werkpraktijk lessen heb gedaan. De complete reflecties per week staan in het playbook gedeelte:)
Deze periode wil ik mij verdiepen in worldbuilding. Worldbuilding is een onderwerp dat ik erg intimiderend vind, omdat het zo groots en overweldigend voelt.
Ik neig meteen te focussen op de karakters van mijn verhalen. Dit is opzich prima, maar daarom voelt de wereld om de karakters heen vaak erg saai. Om dit te vermijden, wil ik dit keer een andere benadering proberen: eerst de wereld bedenken en dan pas naar de karakters kijken. Zo dwing ik mezelf om niet alles om de karakters heen te bouwen, maar hen juist in een interessante wereld te plaatsen.
manen zweven vrij, drijven door de lucht als enorme eilanden
wanneer twee manen botsen, zijn de gevolgen catastrofaal
gestolen zielen zorgen ervoor dat de dief langer leeft, maar verzekeren dat de eigenaar nooit herboren zal worden
er zijn sterrenmakers die als taak hebben om sterren te creëren die ze vervolgens in de lucht loslaten
gevallen sterren zijn verspreid over de wereld
Deze hierboven zijn een aantal ideeën die ik al een tijdje in mijn hoofd heb dus ik wil eigenlijk daar iets mee doen.
Het idee van de sterren en de maan zijn goed te combineren dus dat lijkt me leuk en ook heb ik onlangs veel piratenmedia bekeken en gelezen. Het combineren van de ruimte elementen en de piraten spreekt mij wel aan dus dat ga ik lekker doen!
work by Celine Dahyeu Kim
erg leuke film deze
work by Griselda Sastrawinata-Lemay
hekel aan de film, maar het concept werk is wel erg gaaf
a clash of steel
priory of the orange tree
the mermaid the witch and the sea
the siren the song and the spy
valiant ladies
a pirates life for tea
tale of three ships
to kill a kingdom
Ik had nog een paar piratenpersonages liggen van jaren geleden die waarschijnlijk ga plaatsen in deze wereld.
De kans dat ze er zo uit zullen zien aan het einde van dit project is heel klein, maar dat is een ding voor later.
Deze week is me heel duidelijk geworden dat mijn werkproces in deze periode misschien wel net zo belangrijk is al het 'eindresultaat'. Waar ik gewoonlijk intuïtief vanuit personages werk, sta ik nu open voor de uitdaging om juist eerst de wereld op te bouwen. Dat vroeg om een compleet andere aanpak dan ik gewend ben. Om hierin mijn weg te vinden, ben ik vooral ook veel gaan kijken naar hoe anderen dit proces benaderen.
Wat me daarbij opviel was hoe anders het verzamelen van informatie en inspiratie voor mij werd. Ik duik tijdens het maken van karakters gelijk in de motivaties en uiterlijke kenmerken van hen, maar nu richtte ik me veel meer op de inhoud. Ik heb gekeken naar tijdperken die interesseerde en ook heb ik documentaires over piraten gekeken.
Deze week heeft me eigenlijk laten inzien hoeveel waarde een flexibel werkproces heeft. Door mijn onderzoek anders aan te pakken, voelt worldbuilding minder als een obstakel en meer als een bouwsteen voor mijn verhalen. Tegelijkertijd heb ik eigenlijk geen idee wat ik nou aan het doen ben dus ik ben benieuwd wat de komende weken brengt.
Het idee nu is dat het gaat over een wereld waarin vallende sterren een fortuin waard zijn en piraten deze sterren als eerste willen krijgen.
Plan van deze week is tijd nemen. Dat doe ik heel weinig als ik bezig ben met onderzoek doen dus ik wil me daar in gaan verdiepen.
Ik wil mijn verhaal gaan baseren op onderzoek en feiten.
Dit is voor een aantal redenen, maar de grootste is omdat het starten van een wereld opbouwen op die manier veel makkelijker is.
Ook voelt het geloofwaardiger aan.
https://www.vocsite.nl/schepen/scheepstypen/
https://zienenweten.blogspot.com/2014/03/pinas-enof-jachtschip-wat-is-dat.html
https://historiek.net/spiegelretourschip-retourschip-voc/126714/
https://www.thedutchhistorian.nl/geschiedenis/spiegelretourschip
https://static.kunstelo.nl/ckv2/cultuurwijzer/cultuurwijzer/www/cultuurwijzer.nl/cultuurwijzer.nl/i000823.html#:~:text=Kenmerkend%20voor%20het%20Hollands%20classicisme,Korintisch)%20kroonlijsten%20en%20driehoekige%20frontons.
Zit er over na te denken het te combineren met de legende van De Vliegende Hollander??
Wil dit vooral doen om de wereld te kunnen baseren op Nederland, maar dat kan natuurlijk ook prima zonder De Vliegende Hollander er bij te betrekken.
Oke dus plan: Nederland rond 1700 als basis voor de wereld.
De Vliegende Hollander is een Nederlandse legende uit de 17e eeuw. De legende is vermoedelijk ontstaan bij de VOC tijdens de Goude eeuw. De oudste opgeschreven versies van de legende komen echter uit de 18e eeuw, maar de legende vindt wel plaats in de 17e eeuw. De legende van de Vliegende Hollander gaat over een schip wat vervloekt werd, nadat de kapitein tijdens Pasen ging varen. In sommige versies wordt de kapitein "De Vliegende Hollander" genoemd, maar vaak is "De Vliegende Hollander" de naam van het schip.
De Vliegende Hollander was een schip voor het vervoer van goederen in dienst van de VOC. Het schip voer vanuit Indië terug naar Nederland. De kapitein van het schip was Willem van der Decken. Van der Decken was een roekeloze man die god niet vreesde. Hierdoor had verschillende zonden begaan. Zo besloot hij te varen op Paaszondag. In het verleden was varen op zondag verboden, aangezien zondag een rustdag was. Pasen is een belangrijk christelijk feest, waardoor de kapitein een nog ergere zonde had begaan. In sommige versies begaat de kapitein nog meer zonden. Zo staat hij als vrij wreed tegen zijn bemanning en doet alles om zo snel mogelijk naar huis komen. Soms wordt ook verteld dat de kapitein een stuurman liet vermoorden en/of over zee liet gooien, maar dit is niet altijd onderdeel van het verhaal.
De kapitein zwoer dat hij zal varen of het nou Pasen of geen Pasen is. Hij zegt dat hij "desnoods zal varen tot in den eeuwigheid". In de meeste versies wordt hierdoor door God gestraft. In andere versies sluit de kapitein een pakt met de Duivel om zo snel mogelijk terug te komen in Nederland. Tijdens het varen op Paaszondag wordt de zee steeds onrustiger en komt er een storm opzetten. Deze stormen is heftiger dan wat de kapitein ooit gezien heeft. De golven slaan op het schip en gooien de leden van de bemanning overboord. In deze storm wordt het schip vervloekt en zal hierdoor voor eeuwig doorvaren.
Volgens de legende vaart het schip nog altijd rond Kaap De Goede Hoop. Het schip ziet er oud, vervallen en verlaten uit. In andere versies is het schip vergaan, maar zweeft er een schip in spookvorm boven de golven. Schepen die rond Kaap De Goede Hoop varen kunnen de Vliegende Hollander nog altijd tegenkomen.
Wat voor schepen hadden de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC)?
> Het waren driemasters met een gemiddelde lengte van 40 meter. Het laadvermogen was gemiddeld achthonderd ton. De schepen gingen zo'n vijftien jaar mee. Andere, kleinere, gebruikte schepen waren bijvoorbeeld de hoeker, het jacht, de fluit, de pinas en het galjoot
> Grootste schepen behoorden tot de groep retour schepen, de kleinste sloepen
Het retour schip was voor transport het belangrijkste schip
De naam spiegelschip komt van de typerende onder- en bovenspiegel, Deze 'spiegels' (halfronde achterste afsluiting van het schip onder de hekbalk) waren platte of nagenoeg platte vlakken, aan de achterzijde van het vaartuig.
Het retour gedeelte in de naam kwam omdat het schip altijd, tenzij het verging, een heenreis en een terugreis maakte.
Geen groot verschil in uiterlijk tot een oorlogsschip
De meeste grote schepen waren voorzien van een zonnedek voor de kampanje en een luchtververser op het halfdek, bijzonderheden die algemeen waren op deze schepen die de tropen moesten bevaren.
De schepen hadden niet alleen een grote ladingcapaciteit, maar waren ook geschikt om passagiers te vervoeren.
Het waren driemasters.
Kenmerkend is het galjoen wat van 1/5 naar 1/8 is teruggebracht in de loop van de 17e eeuw
Verdeeld in drie klassen: 150 voet (42,45 meter), 138 voet (39,05 meter) en 130 voet (36,80 meter)
Onzeker of jacht en pinas hetzelfde type schip zijn of alleen of afmetingen verschilden. De pinas is langer en breder.
Een verschil is dat het jacht zwaarden aan de zijden van het schip.
De snelzeilende pinas, ontwikkeld uit de karveel, werd voor zowel oorlog als handel gebruikt.
Onderscheidde zich slechts door zijn geringere afmetingen van een gewoon volgetuigd schip.
De pinas had een vrij hoge boeg en twee dekken. Het onderste van de twee (de overloop) liep ononderbroken over de hele lengte. Het bovenste dek (verdek) was verdeeld in een iets verlaagde bak met een verhoogd bakdek. Daarna kwam een gedeelte van het verdek dat doorliep tot aan het schot van de stuurplecht, waarachter het verdek weer iets lager was. De hoge verschansing van het open dek verbergt alle scherpe contouren, zodat het een zeer evenwichtig scheepje is.
Ook deze schepen hadden drie masten.
Het fluitschip is een betrekkelijk smal schip met vlakke bodem en rond achterschip.
Sterk ingehaalde boorden vanwege de sont-tol die werd berekend volgens een formule waarin de breedte van het denk en de holte op de hals een rol speelde.
De hoge naar binnen lopende zijkanten maakte het lastig voor kapers naar binnen te komen.
Negatief gevolg is dat de zijkanten soms zo uitdroogden dat het breeuwwerk eruit viel en de hitte binnen het schip extreem werd.
Ook drie masten. Waarvan twee hoger dan gebruikelijk.
Bij veel Noorden varende fluiten ontbrak een galjoen en hadden ze een gat, de houtpoort, waardoor hun houtlast geladen kon worden. Zuidelijk varende hadden meestal wel een galjoen.
Bewaping was defensief. Vanwege de lading was het schip een potentieel doelwit.
Schietgaten in kampanje en bak.
Intensief ingezet door VOC voor ruizen tussen Nederland en Oost-Indië en voor de verbinding tussen de handelsposten in de Oost.
Oorspronkelijk was de hoeker een vissersvaartuig, maar hij werd ook wel voor de koopvaardij gebruikt.
De hoeker had een brede boeg en achtersteven
Grote en bezaansmast met vierkante zeilen.
De grotere hoekers hadden ook nog een fokkemast. Als dit het geval was werd het vierkante zeil aan de bezaansmast vervangen met een driehoekig latijns zeil
Kustvaarder
Rondgebouwde platbodem met een kiel.
De afmetingen verschillden sterk.
Had over het algemeen twee masten, maar grotere versies hadden er ook wel is drie die door de VOC werden gebruikt.
vrij snelle schepen die werden gebruikt voor vervoer tussen de factorijen in Indië.
In de 1700 waren er twee stijlen architectuur aanwezig vooral
classicisme (1630-1700)
Classicistische gebouwen hadden een eenvoudige hoofdvorm, en goede verhoudingen. Deze zouden bijdragen aan de evenwichtigheid van mens en gebouw. Je kunt een classicistisch gebouw herkennen aan een symmetrische voorgevel en indeling, pilasters, een driehoekig fronton boven de vensters en een middenrisaliet, oftewel een voorgevel die iets uitsteekt. Een classicistisch gebouw doet vaak denken aan een tempel.
Jacob van Campen was de sleutelfiguur in het ontstaan van het classicisme in Nederland. Hij introduceerde de bouwstijl in Nederland. Wereldfaam verwierf hij met het Paleis op de Dam. Ook ontwierp hij het Mauritshuis in Den Haag, samen met Pieter Post. Post werd ook een belangrijk architect en ontwierp bijvoorbeeld Huis Ten Bosch en het stadhuis in Maastricht. Het classicisme werd gezien als representatieve architectuur voor (stads)paleizen en andere prestigieuze gebouwen.
Strikte symmetrie en harmonieuze proporties
Gebruik van klassieke elementen zoals zuilen, pilasters, frontons en tympanen.
Sobere en monumentale gevels, vak met baksteen en natuursteen
Gevels zonder overdadige versieringen
Rechte kroonlijsten en horizontale lijnen in plaats van verticale accenten
Amsterdam: Paleis of de Dam, Scheepsvaart Museum, Trippenhuis
lodewijkstijlen (1700-1810)
De Lodewijkstijlen zijn genoemd naar de Franse koningen. In de 17e eeuw liet koning Lodewijk XIV, de Zonnekoning, paleis Versailles uitbouwen tot een gigantische residentie. Dit had gevolgen in heel Europa. Bij de elite ontstond vraag naar stijlvol vormgegeven woningen. In de 18e eeuw werden dan ook veel panden verbouwd in Lodewijkstijl, waarbij een voorname gevel en een rijk interieur belangrijk waren.
> XIV
De Franse architect Daniel Marot introduceerde de Lodewijk XIV-stijl in Nederland. De stijl is te omschrijven als: statig, symmetrisch en decoratief. Meestal met grote schuifvensters (onderverdeeld in vele ruitjes), een bepleisterde gevel met stucwerk, grote en zware ornamenten die de portalen en daklijsten sieren en een balustrade.
Strakke symmetrische gevels met rijke decoraties
Gebruik van natuursteen en baksteen, vaak met witte accenten
Klassieke zuilen, frontons en guirlandes
> XV (rococo)
De Lodewijk XV-stijl was zwierig en asymmetrisch en werd ook wel rococo genoemd. Het is voornamelijk een interieurkunst met mooie stucwerkplafonds en wandbekleding. Het heeft vaak wat lichte, speelse decoratie. En er was een voorliefde voor pastelkleuren. De belangrijkste decoratie was de rocaille; een asymmetrische versiering in de vorm van een schelp. Je ziet de versiering bijvoorbeeld in geveltoppen of ingangspartijen.
Eleganter en sierlijker dan de XIV-stijl
Asymmetrische en speelse decoraties, zoals schelpmotieven en krullen
Lichtere kleuren en verfijnde ornamenten
Minderstreng en meer gericht op luxe en verfijning
> XVI (neoclassicisme)
De Lodewijk XVI-stijl ontstond omdat er in Frankrijk weer belangstelling kwam voor de klassieke oudheid, net als tijdens het classicisme. Zuilen, pilasters, frontons en festoenen waren weer in zwang. De stijl was elegant, slank en symmetrisch. En was verwant aan de empirestijl. Vanaf ongeveer 1775 waaide de Lodewijk XVI-stijl over naar Nederland.
Keert terug naar de klassieke vormen van de Griekse en Romeinse oudheid
Strakke symmetrie en eenvoudige gevels met weinig decoratie
Gebruik van zuilen, frotons en klassieke motieven
Statige uitstraling, vaak toegepast bij herenhuizen en stadspaleizen
Amsterdam: Huis Willet-Holthuysen
Deze week stond onderzoek doen dus centraal. Ik merkte al snel op hoe dat mijn keuzes beïnvloedde. Waar ik normaal gesproken geneigd ben om snel door informatie heen te gaan, probeerde ik nu echt de diepte in te duiken. Mijn focus lag in eerste instantie op boten, een onderwerp waar ik eigenlijk nog nooit echt bij stil heb gestaan, maar dat natuurlijk erg relevant is in mijn verhaal.
Wat me opviel, is hoe zo'n praktisch onderwerp zoveel invloed kan hebben op de vorm en dynamiek van een wereld. Dit is zeker heel toepasbaar in mijn studie IAS. Elk schip heeft z'n eigen kenmerken met eigen functies. Deze kenmerken en functies leren en toepassen geeft je de mogelijkheid om een verhaal te vertellen in alleen al het uiterlijk van het schip.
Dit is ook exact waar de waarde van het historisch onderzoek voor mij zich bevindt. Door te kijken naar hoe scheepvaart in elkaar zat en de verschillende schepen te bekijken, leerde ik niet alleen over techniek en handel, maar ook over hoe boten verweven zijn met sociale structuren.
Dit is dus waarom het historisch onderzoek doen voor mij erg belangrijk is in een wereld opbouwen. Hoe mensen leven, wat ze waardevol vinden, hoe de omgeving vormgegeven is, zijn geen losse feiten, maar bouwstenen voor een geloofwaardige wereld.
Als ik een wereld wil bouwen gebaseerd op 1700 Nederland moet ik hier ook de feiten van begrijpen voordat ik ze kan veranderen.
1600 Palthehuis | Oldenzaal
1650 klopjes woningen | Borne
1783 het elderinkshuis | Enschede
^^ wat gebouwen bij mij in de buurt om misschien langs te gaan?^^
Was een leuk museum dit. Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd in het museum zelf te tekenen, maar ik had de perfecte dag gekozen waarin zo'n drie groepen hartstikke luidde kinderen aan het rond rennen waren dus dat was niet altijd even succesvol.
Foto's en schetsen >>
Deze trip heeft de drempel om daadwerkelijk werk te maken een stuk kleiner gemaakt. Aan het begin van de module had ik nog nooit een schip getekend, waardoor ik echt geen idee had waar ik zou moeten beginnen. Het theoretische onderzoek heeft die stap behapbaar gemaakt.
Wat me vooral was opgevallen was dat ik al meer vertrouwen had zonder echt iets te hebben getekend. Door mijn onderzoek heb ik inzicht in de verschillende onderdelen van een schip, de soorten en hun functies gekregen. Dit gaf me veel meer zekerheid in het maken, maar nog belangrijker bracht het me plezier in het proces. Het hoefde niet allemaal perfect te lijken. Alleen al het kunnen herkennen van informatie uit het museum gaf een voldaan gevoel en toonde aan dat mijn onderzoek echt tot iets leidde. De connectie tussen kennis en creatie maakte het proces niet alleen leerzaam, maar ook motiverend.
Dit bracht me ook bij een bredere vraag, aangezien ik volgende week wil kijken welke 'regels' ik wil gaan buigen voor mijn eigen wereld.
Hoe verhouden fictie en feit zich tot elkaar? Door realistische elementen in mijn wereld te verwerken, voelt het geloofwaardiger aan. Feiten geven structuur en context en mensen kunnen deze herkennen. Fictie biedt veel meer de ruimte om vrij te creëren. In verhalen is een balans tussen deze twee naar mijn mening essentieel. De wereld moet herkenbaar en overtuigend genoeg zijn om erin mee te gaan, maar tegelijkertijd vrij genoeg zijn om nieuwe ideeën te verkennen. Ik wil kijken hoe ik de feiten kan inzetten om mijn fictieve wereld sterker kan maken.
Het onderzoek is daardoor niet alleen een praktisch hulpmiddel geweest, maar ook een fundamenteel onderdeel van mijn proces. Het helpt me om mijn creatieve keuzes te onderbouwen en een brug te slaan tussen wat echt is en wat mogelijk zou kunnen zijn.
tripje naar het museum!!
Ik heb tijdens het bezoek aan het kröller müller museum nog een aantal schepen getekend gebaseerd op het schilderij 'Port-en-Bessin, un dimanche' van Georges Seurat. Hier heb ik een half uur bij gestaan en een aantal tekeningen gemaakt.
Ik was erg veel te vinden bij het werk met de stipjestechniek en de van Gogh hal. Ik houd erg van werken waarin heel duidelijk de toets te zien is dus ik kon echt eeuwen blijven kijken naar die werken wat ik wel genieten vond.
Verder loop ik deze week een beetje vast. Ik ga er vanuit dat dit iets tijdelijks is wat hopelijk volgende week weer klaar is dus we zullen zien!
Deze week viel een beetje tegen. Ik had het plan om veel werk te gaan maken vorige week, maar de inspiratie was ver te zoeken, waardoor ik nauwelijks iets heb gemaakt. Het voelde alsof ik vastzat en ik weet nog steeds niet echt waarom.
Misschien kwam het doordat ik te veel verwachtte. Na een tijdje van veel onderzoek en nieuwe inzichten het idee te hebben dat ik daar nu iets mee moest doen, wat dan juist averechts werkte. In plaats van vrij te experimenteren zonder echt verwachtingen te hebben, voelde het alsof ik iets 'waardevols' moest produceren, waardoor ik blokkeerde. Ook zou het wel is kunnen zijn omdat ik nog steeds geen duidelijk einddoel voor mezelf heb deze module.
Nou ben ik wel overtuigd dat ik hier niet in ga blijven hangen aangezien we volgende week ook playgrounds hebben en dat altijd motivatie en inspiratie geeft en ook heb ik wel vaker een dipje tussen door.
Het enige moment dat ik wat heb gemaakt deze week was tijdens het bezoek aan het museum. Hier heb ik een een aantal schepen getekend, niet veel maar het is beter dan niks, gebaseerd op het schilderij Port-en-Bessin un dimanche van George Seurat. Ik was vooral te vinden bij de werken met de stipjestechniek en de Van Gogh-hal. Ik houd van schilderijen waarin de toets duidelijk zichtbaar is, en ik kon eindeloos blijven kijken naar die werken. Dus ondanks het gebrek aan inspiratie heb ik daar toch wel van genoten.
Misschien dat daar ook wel de sleutel ligt voor de komende werken: niet forceren, maar kijken waar mijn aandacht naartoe wordt getrokken en dat als uitgangspunt nemen.
Ik was niet bij de les vanwege playgrounds, maar ik ben hier met veel inspiratie en motivatie weggelopen! Ben ik erg blij mee aangezien ik niet in dat dipje wou blijven hangen.
Hoewel de motivatie weer terug was had ik toch een beetje moeite met weer werk op papier krijgen. Ik ben daarom mezelf gaan afvragen waarom ik nou vastliep.
Ik had deze week al wat silhouette tekeningen gemaakt van schepen waar ik erg blij mee was en toen klikte het een beetje bij mij dat ik het werken aan de details aan het uitstellen was. Ik vond het gewoon eng om mee bezig te gaan en wist niet waar ik moest beginnen.
Daaruit conclueerde ik een beetje dat omdat ik de details van de wereld zelf nog niet genoeg op een rijtje had ik niet het gevoel had dat ik ze goed op papier kon krijgen. En de perfectionist in mij deed daarom maar niks zodat ik geen 'slecht' werk zou maken.
Iets wat mij altijd aanzet tot bezig gaan is het groot uitschrijven en buiten mijn schetsboek. Mijn schetsboek voelt soms een beetje limiterend op die manier aangezien het allemaal goed en netjes moet zijn in mijn hoofd wat eigenlijk gewoon onzin is.
Wat ik erg fijn vind is om op de muur bezig te gaan dus ik heb een aantal bladen opgehangen en ben daarop gaan schrijven en connecties gaan leggen. Ik vind dit eigenlijk puur en alleen leuk omdat het me het gevoel geeft van zo'n crime scene investigator.
En als het werkt dan werkt het. Ik heb nu een veel beter idee van hoe de wereld in elkaar zit nu en kan mijn fictie ideeën koppelen aan het theoretisch onderzoek wat ik heb gedaan.
Dit heeft mij veel meer zekerheid gegeven in waar ik naartoe wil in de designs van schepen, maar zeker ook in de wereld zelf.
Waarom ik dit in het Engels heb geschreven zou ik je niet kunnen zeggen, maar dit is waar ik de stukken van de muur die mij het meest interesseerde verder heb opgeschreven.
Om weer terug te komen op de balans tussen fictie en feit ben ik veel heen en weer aan het springen tussen mijn onderzoek en de ideeën die ik heb voor deze wereld.
Ik heb een heleboel ideeën van hoe dingen kunnen werken, maar ik wil ze het liefst weten te koppelen aan feit.
Hiervoor ben ik heel veel terug aan het kijken naar mijn notities over hoe alle schepen in elkaar zitten.
De piraten doen dingen niet volgens de regels dus ze moeten een schip hebben wat niet al te groot is en vooral erg snel.
Gebaseerd op deze 'kriteria' zijn het Galjoot en het Fluitschip de schepen die het beste aansluiten. Mijn voorkeur ligt hierbij denk ik bij het Fluitschip aangezien hier meer aansluitende punten zijn.
Kenmerken van het uiterlijk van een fluitschip zijn:
smal schip met vlakke bodem en rond achter schip
sterk ingehaalde bodem
hoge naar binnen lopende zijkanten
drie masten waarvan twee hoger dan gebruikelijk
defensief bewapend
schietgaten
Mijn favoriete design momenteel heeft hier een aantal elementen van:
extreem ingehaalde bodem
hoge naar binnen lopende zijkanten (niet heel duidelijk in de tekeningen nog dus moet daar nog even aan werken)
smal schip
drie masten waarvan twee groter
Aspecten die anders zijn zitten vooral in de vorm van het schip
het heeft een interessante vorm lichtelijk gebaseerd op een octant
alle drie de zeilen zijn driehoekig
meer 'decoratie'
FEEDBACK ROB PLAYBOOK
Hoi Mijntje,
Nou ja zeg, ik heb vorige week op behoorlijk wat Playbook mailtjes gereageerd en dus ook niet gereageerd op die van jou. Ik heb je Playbook wel bekeken en gelezen.
Wat me opviel is dat je toch enige inspiratie had verloren terwijl je zo goed op weg was. Wellicht voel je minder motivatie als er geen duidelijk einddoel is. Wat je goed hebt gedaan is naar aspecten gekeken voor een mogelijk groter verhaal. Wat vraagt het om een geloofwaardige wereld te creëren op feitelijke informatie. Dat vond ik een mooi element, ook je bezoek aan het scheepvaartmuseum. Je hebt op die manier zowel een historisch als antropologische ingang gezocht. Het reflecteren daarop, zoals wat is de waarde van historisch onderzoek, wat is de mogelijke rol/waarde van antropologie binnen IAS, welke details zijn relevant? Op minstens één van deze vragen kun je wat dieper ingaan omdat deze dan meegenomen worden in je verdere studie. Er is een grotere vraag die met jouw werkwijze te maken heeft. Hoe verhouden fictie en feit zich tot elkaar? Waarom zijn ze in verhalen van belang?
Dergelijke reflecties mis ik nog. Reflecties waarmee je verder keuzes kunt maken.
Tot donderdag!
Rob
Deze week liep ik tegen een ander klein obstakel aan. Ondanks dat ik met veel inspiratie en motivatie terug kwam van Playgrounds merkte ik dat ik moeite had om werk op papier te krijgen. De inspiratie was terug dus ben ik mij gaan afvragen waarom ik nou vastliep.
Bij het terug denken kwam ik tot de realisatie dat ik, ondanks dat ik schetsen had gemaakt waar ik blij mee was, ik de stap naar details aan het uitstellen was. Ik had het gevoel dat de wereld zelf nog niet goed genoeg op papier stond. Ik had een goed beeld van het onderzoek dat ik heb gedaan naar Nederland, maar had niet helder voor mezelf waar mijn wereld hier van afweek. Ik besloot dus om niks te doen zodat ik geen 'slecht' werk zou maken.
Wat me uiteindelijk hielp om uit die mindset te komen was het loslaten van mijn schetsboek voor een aantal dagen. Ik hing bladen op de muur en begon gewoon te schrijven, verbanden te leggen en ideeën uit te schrijven.
Deze aanpak gaf me niet alleen plezier, maar ook helderheid. Ik kreeg eindelijk een beter overzicht van de wereld die ik aan het opbouwen ben en kon mijn creatieve ideeën verbinden met de feiten die ik eerder had onderzocht. Het theoretisch onderzoek hielp me niet alleen om beslissingen te nemen, maar ook om met nieuwe ideeën op te komen die ik anders misschien niet had bedacht.
De schepen die ik had onderzocht, zoals de Fluitschip, boden niet alleen praktische inspiratie, maar gaven me ook het vertrouwen om hier verder op te bouwen.
Wat deze week me vooral heeft geleerd, is dat ik dat domme idee van 'mijn schetsboek moet mooi en perfect zijn' moet loslaten.
Door niet te forceren en ruimte te geven aan mijn ideeën, kwam ik veel verder dan ik had verwacht. Het begon steeds meer te voelen alsof de wereld zichzelf aan het schrijven was, en dat was ontzettend fijn.
Wat ik ook erg fijn vond deze week is dat het heeft bewezen dat ik mezelf uit zo'n dip weet te krijgen. Dit is vooral omdat ik het een erg fijne gedachte vind dat ik een aantal strategieën heb waaruit ik bijna altijd inspiratie en motivatie weet te krijgen.
Het playbook is het enige momenteel wat mij 'stress' geeft.
Mijn schetsboek is namelijk wel allemaal leuk en aardig, maar is totaal niet praktisch voor de manier waarop ik werk. Ik schrijf eerst gewoon mijn gedachtes op en voeg daar later dingen aan toe na bijvoorbeeld feedback of herschrijf zinnen die niet zo lekker klinken en dat kan niet op deze manier. Een exacte kopie ervan maken voelt ook onnodig en ik besteed die tijd liever aan bezig zijn met deze wereld.
Daarom maak ik toch de switch naar een digitaal playbook en is mijn schetsboek meer een ondersteuning hiervan.
Ik wil bezig gaan met klei. Lekker kijken hoe ik nou dat schip wat ik heb getekend in elkaar kan puzzelen.
Ook wil ik het doen aangezien ik niet echt het gevoel heb dat ik het schip accuraat weet te tekenen dus misschien is een andere manier van werken hier de oplossing voor?
Deze laatste week heb ik vooral doorbraken gemaakt in mijn plannen voor deze periode. Ik heb het idee van een eindproduct volledig links laten liggen. Ik was mezelf alleen maar druk aan het opleggen om een mooi plaatje te leveren terwijl dat helemaal niet nodig is. De focus voor mij deze periode lag op het proces van een wereld op bouwen.
Dit is niet iets wat ik na de module opeens links ga laten liggen. Ik ben hier ook na de module van plan op verder te werken aangezien het nog lang niet klaar is en het idee om een gehaast eindproduct te maken voelde daarom onterecht. Het proces is juist wat centraal staat voor mij, en dat wil ik volledig omarmen.
Daarnaast ben ik begonnen met meer in 3D te werken, vooral met klei. Ik gebruik dit voor de schepen, omdat ik hoop dat het me een beter begrip geeft van hoe ik ze kan visualiseren en tekenen. Hoewel het nog te vroeg is om te zeggen hoe het zal uitplakken, voelt het al wel als een waardevolle manier om dieper in te gaan op mijn ontwerpen.
Deze week heeft me vooral geholpen een stap terug te doen en te reflecteren op hoe ik wil werken. Het is niet alleen de inhoud die ik nu creëer, maar vooral de manier waarop ik ermee om ga. Het process zelf is waar de waarde zit, en ik wil de ruimte nemen om het te verkennen.
Het Diner!!
Ik had een beetje moeite met het bedenken wat ik wou doen voor het service, maar we hebben het laten werken! (Ik ben vooral met de mok blij)
Bord mes en vork: Het bord is een puzzel met een missend stukje. Ik had hiervoor gekozen, omdat een wereld in elkaar vogelen een beetje voelt als een eindeloze puzzel die nooit klaar is (op een positieve manier). Er zijn zoveel aspecten die je kunt bekijken en verder op in kan gaan en dat vind ik zelf erg interessant. Voor het mes en vork had ik een potlood en snijmes aangezien dat de twee dingen zijn die ik momenteel het meest gebruik.
Mok: Voor de mok heb ik geprobeerd te visualiseren dat ik in mijn proces van puur en alleen 2D naar nu een combinatie van 3D en 2D werk ben overgelopen. Ik weet niet zeker of dit helemaal over komt, maar ik vind het er wel erg leuk uitzien dus ik ben helemaal happy.
Ik heb hier echt van genoten! Ik vind dat we het met z'n allen goed hebben weten te regelen zeker aangezien de plannen moesten veranderen.
Het husselen was mijn favoriete gedeelte ervan. Het zorgde ervoor dat je gesprekken kon voeren met meerdere verschillende mensen en je eigenlijk nooit uitgepraat raakte. Ik vond het interessant te horen over de andere mensen hun werk en hoe het service er bij paste. Zeker aangezien ik van zo veel mensen eigenlijk totaal geen idee had wat zij nou allemaal gedaan hadden deze periode dus dat maakte voor een erg leuke afsluiting van de periode!
Ik ben ook erg benieuwd naar hoe de video is geworden dus kijk daar ook erg naar uit.
Deze periode van maken, mooi afgesloten met Het Diner, was voor mij een hele nuttige ervaring. Ik had in eerste instantie wat moeite met het bedenken van wat ik precies wilde doen voor mijn service, maar uiteindelijk heb ik het goed weten te laten werken. Het proces met het opkomen tot mijn service heeft geholpen mijn gedachten over mijn werk in concrete vormen om te zetten.
Het bord is een puzzel met een ontbreken stukje, wat voor mij de voortdurende zoektocht in het opbouwen van een wereld aantoont. Er is altijd meer te ontdekken en te ontwikkelen, en dat blijft een enorm boeiend proces. Het mes en vork, een potlood en mesje, zijn een stuk simpeler de tools die ik het meest gebruik, wat mijn werkproces weerspiegelt.
De mok was een poging om de overgang van puur 2D-werk naar de combinatie van 2D en 3D werk te visualiseren.
Wat het diner voor mij echt bijzonder maakte, was natuurlijk de interactie met anderen. De organisatie, gesprekken met anderen en gezelligheid vond ik erg tof! Ik heb met best een aantal mensen gepraat en het was erg leuk om te horen over waar zijn mee bezig zijn geweest deze module en hoe hun service hierbij aansluit.
Al met al kijk ik heel tevreden terug op dit proces, zowel het maken als de manier waarop we het samen hebben gepresenteerd.
Vond het echt een top afsluiting van de periode!