Sigarenmakers en de Vakbond

Pas na 1913 kwam de vakbond in Kampen van de grond. Toen was de strijd voor betere arbeidsomstandigheden al elders in het land gestreden. Het niet-georganiseerd zijn had de Kamper sigarenmakers een slechte naam opgeleverd. Sigarenfabrikanten die met een staking geconfronteerd werden, verplaatsten de productie naar Kampen. Nog in 1910 deed zich een dergelijk geval voor bij sigarenfabriek Van Oenen & Manssen.

korte geschiedenis van de vakbond

Ieder begin is moeilijk en ook het ontstaan van de vakbonden verliep rommelig. De sigarenmakers waren een beroepsgroep die zich al vroeg organiseerde. In 1871 werd de Nederlandse Internationale Sigarenmakers en Tabaksverwerkers Bond (NITSTB) opgericht. In het zelfde jaar volgde de oprichting van de eerste landelijke vakcentrale: het Algemeen Nederlandsche Werklieden Verbond (ANWV).Tussen april 1873 en januari 1874 voerde de NITSTB actie voor loonsverhoging en verplicht lidmaatschap van de Sigarenmakersbond. Deze staking van de sigarenmakers was de eerste landelijke staking van de Nederlandse Arbeidersbeweging. De actie mislukte en de NITSTB verdween. Van de NITSTB zouden in Kampen 60 arbeiders lid zijn geweest, maar dat lijkt onwaarschijnlijk en bewijzen daarvoor zijn (nog) niet gevonden. Een reactie op de grote werkstaking van 1873 bleef niet uit: de patroons richtten een landelijke werkgevers vereniging op. Hiervan waren 7 Kamper fabrikanten lid. Ten tijde van een grote staking bij de Van Nellefabriek in Rotterdam (1894) richtte de Kamper fabrikant Boele zich in een brochure rechtstreeks tot zijn 'mede-arbeiders'. De brochure eindigde met de mededeling dat wie lid werd van de Sigarenmakersbond door Boele zou worden ontslagen. De overige Kamper fabrikanten volgden al snel het voorbeeld van Boele.

De mannen van de Christelijke Nationale Werkmansbond afd. Kampen, opgericht 1897

Pas in 1887 werd er weer een landelijke vereniging van sigarenmakers opgericht. Het duurde nog tot 1900 voordat hiervan in Kampen een afdeling kwam. In Kampen bleef men nog lang steken op het niveau van de gezelligheidsvereniging, waar de patroon een geeerde gast was tijdens de activiteiten. Doordat de Kamper sigarenmakers niet georganiseerd waren, was het voor directies van sigarenfabrieken vrij eenvoudig een staking te breken door de productie tijdelijk naar Kampen te verplaatsen. Dat de lage organisatiegraad veroorzaakt zou worden door het geloof, blijkt niet uit de feiten. Ook de christelijke vakbeweging kwam in Kampen nauwelijks van de grond. De zo vaak geconstateerde matheid en ongeinteresseerdheid van de Kamper sigarenmakkers, lijkt vooral het gevolg van de erbarmelijke omstandigheden waaronder zij moesten werken. Vooral in de huisindustrie waren deze schrijnend. Zoals archivaris Van der Vlis het later omschreef: ''Achter de prachtige IJsselkade lag een op veel plaatsen verkrottende stad. Daar leefde een verpauperde massa sigarenmakers, niet in staat om hun isolement te doorbreken en een gevaar voor sigarenmakers die zich elders in het land wel begonnen te organiseren''.

staking bij sigarenfabriek Van Oenen & Manssen

Sigarenfabriek Van Oenen was in 1902 opgericht in Amsterdam. In 1904 werd de veel jongere Manssen mede-firmant en de drijvende kracht achter de fabriek. In 1905 werd de fabriek naar Hilversum verplaatst. Daar brak in 1910 een staking uit over een arbeidscontract. De directie reageerde met het overbrengen van de productie naar Kampen. In Kampen werd een sigarenfabriek gekocht en werden voldoende mensen gevonden om de productie op gang te houden. Bij de fabriek werd gepost door leden van de Nederlandse Sigarenmakers en Tabaksbewerkers Bond en van St. Willibrordus, de katholieke bond. In de Middelburgse Courant van 23 september 1910 stond over de gespannen situatie ronde sigarenfabriek van Van Oenen & Manssen in Kampen een bericht. Daaruit blijkt dat het 's avonds bij het uitgaan van de fabriek in de Bovennieuwstraat erg onrustig was. Er hing een rellerige sfeer, die steeds meer publiek trok. De meesterknecht, overgekomen vanuit Hilversum, moest onder politiebegeleiding naar huis. Het mislukken van de staking in Hilversum was voor een deel te wijten aan ''het broeinest van onderkruiperij te Kampen'', volgens de vakbond, die in haar vakbondsblad verder brieste: '' wanneer zal hen enig begrip voor organisatie komen''.

Op het hinderlijk volgen van werkwilligen stonden forse straffen. Zo werd in 1904, tijdens een eerdere staking bij Van Oenen & Manssen een arbeider tot een boete van f 10, - veroordeeld, wegens het hinderlijk volgen van een werkwillige collega. Ook de Sigarenmakersbond waarschuwde haar leden om ''vooral de onderkruipers niet uit te schelden en niet te mishandelen, in de IJssel te gooien, met een zuur gezicht aanzien of wat dan ook''.

brand in Sigarenfabriek Van Oenen & Manssen

Vijf jaar later, in 1915, haalde Van Oenen & Manssen opnieuw de nationale pers. Dit keer was de fabriek in Kampen in brand gevlogen. Door vlug optreden van brandweer, militairen en vooral de politie bleef de brand beperkt tot het fabrieksgebouw. Dat brandde helemaal uit. Het vermoeden was dat de brand in de droogkamer was ontstaan, maar dat kon niet meer met zekerheid worden vastgesteld. Gelukkig was de fabriek verzekerd: de opstallen voor f 11.000 en de tabak, enz. voor f 50.000. Aan de fabriek waren op dat moment ongeveer 100 werklieden verbonden, waaronder geen thuiswerkers. Zij waren hun werk dus voorlopig kwijt.

Ook drukt het bericht ons op een andere feit: het brandgevaar van al die fabrieken in de nauwe straten en stegen van de binnenstad. Vooral de droogkamers, waar ovens gestookt werden, waren onveilig. In de droogkamers stookten ''jeugdigen'' de kachel en brachten en schikten zij de sigaren. Er werden in de droogkamers temperaturen gemeten van 42 tot 65 graden Celsius .

ontslag wegens overproductie

In 1920 lezen we opnieuw in de nationale pers over sigarenfabriek Van Oenen & Manssen in Kampen. De Goudse Courant berichtte op 24 november 1920 dat het personeel kennisgeving van ontslag had ontvangen per 29 november. De reden voor het ontslag was overproductie. Toch duurde het nog tot 1929 voor het fabrieksgebouw in Kampen door Van Oenen & Manssen definitief werd gesloten. De gebouwen werden in 1930 overgenomen door de firma Van Vlijmen & co.

De sigarenfabriek Van Oenen & Mansen in Hilversum werd in 1949 verplaatst naar Bergeijk, waar de fabriek na enkele moeizame, laatste jaren werd gesloten.

bronnen:

. B. Marinus, Vereniging hier is 'fransch', organisatie van sigarenmakers in Kampen (1894-1913), IJsselacademie-Kampen, 1982

. W.A. Fasel, Lijst van Tabaksfabrieken en Sigarenmakerijen, KA 1965

. Bram van der Schuyt, Twee Hilversumse Sigarenfabrikanten, gooienvechthistorisch.nl

. drs. D. van de Vlis en J.W.H.J.M. Noldus, De tuin van een stad, de geschiedenis van de IJsselkade te Kampen, Kok-Kampen, 1978

. Middelburgse Courant, d.d. 23 sept. 1910

. De Maasbode, d.d. 12 juli 1915

. Goudse Courant, d.d. 24 nov. 1920

Kampenaandearbeid.nl is de bijdrage van cultuurZIEN aan Maand van de Geschiedenis 2021.

©cultuurZIEN, 2021