De Meisjesschool en Vrouwenrechten

Marie Mensing en Marie Milatz


Er moet iets ''in de lucht hebben gehangen'' in het 19e eeuwse Kampen. Vanuit de meisjesschool aan de Burgwal was een groepje vrouwen actief met het strijden voor rechten van vrouwen en mannen. Van hieruit werd jeugdwerk opgezet, werden Kamper afdelingen opgericht van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht, van de Sigarenmakersvakbond en van de SDAP. Opvallend is dat bijna alle betrokkenen een connectie met Haarlem hebben.

De ''Franse'' school

Wie wil werken volgt , meestal, eerst een opleiding. Dat begon in de 19e eeuw met lager onderwijs, waarna voor kinderen van de meer welgestelden nog een traject in het voortgezet onderwijs volgde. In 1828 waren er twee ''Franse'' scholen in Kampen: een voor jongens en een voor meisjes. In vier tot zes jaar leerden de leerlingen de beginselen van Nederlands, Frans, Duits en Engels. Daarnaast geschiedenis en aardrijkskunde. De jongens hielden zich ook bezig met rekenkunde, algebra en meetkunde.; de meisjes kregen handwerken en huishoudkunde. Om zich in gezelschap goed te kunnen bewegen waren er lessen in muziek, dans, schermen en paardrijden. Voor vrouwen was het niet gepast later een maatschappelijk beroep te kiezen. Voor hen was het vooral van belang om goed in het Frans te kunnen converseren, een perfecte gastvrouw te zijn en fraai te kunnen handwerken. Voor hen die niet wilden trouwen, bood de meisjesschool de uitweg om onderwijzeres te worden. De leerlingen kwamen uit de hele regio, dus waren het dag- en kostscholen. De Franse schoolhouder en -houderes ontvingen een salaris van de stad en ook de behuizing voor de scholen werd hen door de stad toegewezen. De meisjesschool was in de 19e eeuw gevestigd aan de Burgwal.

Het schoolgebouw uit 1846 kort voor de sloop (ca. 1975): rechts eerst sigarenfabriek van Oenen & Manssen, aansluitend het schoolgebouw.

de schoolleiding

In 1816 was Johannes Glaser de onderwijzer van de jongensschool; aan het hoofd van de school voor meisjes stond weduwe Roland. Zij werd in 1818 opgevolgd door Wilhelmina Hendrika Leignes. Enkele jaren later, in 1825, leidde dit tot een huwelijk tussen Johannes Glaser en Wilhelmina Hendrika Leignes. Mevrouw Glaser-Leignes had ca. 30 leerlingen op haar school. In 1846 werd een nieuw schoolgebouw met woning ingericht voor een ''Instituut van onderwijs voor jonge juffrouwen''. Enkele jaren later baten de zusters Van Gogh, Bertha en Truitje, een kostschool uit in Kampen. Dit waren twee ongetrouwde zussen van ds. Dorus van Gogh en daarmee tantes van Vincent en Theo. In het laatste kwart van de 19e eeuw stond de meisjesschool onder leiding van Line Liernur. Bij haar in huis woonde lerares Bora van Vloten. Het huishouden van de ongehuwde dames werd bestierd door Marie Mensing, een nicht van Line Liernur. Marie was feministe en van de genoemde dames het meest actief en strijdbaar. Zij was degene die allerlei activiteiten ondernam en daarin gesteund werd door Bora van Vloten en Cato Lubach. Cato's vader Douwe Lubach zorgde ervoor dat aan de Kamper meisjesschool vanaf 1870, op proef, ook lessen in natuurkunde, scheikunde, natuurhistorie en cosmographie werden gegeven. Het werd een geslaagd experiment, zelfs al afgestudeerde meisjes kwamen als toehoorders de lessen volgen.


de leerling

Marie Milatz groeide op in Kampen. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij als leerling de meisjesschool aan de Burgwal bezocht. In 1894 verhuisde zij naar Zwolle waar Marie Milatz bekend werd door haar strijd voor vrouwenkiesrecht en tegen het korset. Marie Mensing en Marie Milatz waren van verschillende generaties, maar streden beiden voor vrouwenkiesrecht. Zij hebben elkaar zeker gekend. Misschien hebben de dames ook wel samengewerkt bij het aantrekken van sprekers voor door hen georganiseerde avonden in Kampen en Zwolle.


Haarlem als verbindende factor

Line Liernur, Marie Mensing en Cato Lubach waren van de zelfde generatie; Line Liernur, Marie Mensing, Douwe Lubach en Frederik Franciscus Milatz groeiden op in Haarlem. Juist daar in Haarlem werd in 1867 door particulieren de eerste mms (middelbare meisjesschool) opgericht. Een school, die meisjes opleidde op het niveau van het (veel later ingevoerde) havo-diploma. Het examen van de mms gaf toegang tot de kweekschool, de kunstacademie en de school voor maatschappelijk werk. De mms werd ook gezien als een goede vooropleiding voor het werk van secretaresse.

bronnen:

. Dr. R.J. Kolman, De Latijnse school en het Stedelijk Instituut te Kampen verenigd tot Gymnasium (1847), KA 1969

. ir. R.G. Busser, Het eerste jaar van de stadsvernieuwing in Kampen, KA 1976

. Marhilde Wessels-Bierling, Souvenir, een 19e eeuws album amicorum in Kampen, KA 2018

. P.Th.F.M. Boekholt en E.P. de Booy, De Geschiedenis van de school in Nederland, Van Gorcum-Assen, 1987

. G.H. Leignes Bakhoven, Levensbericht van Douwe Lubach, 25 december 1815 - 11 october 1902, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1905

. www.begraafplaatsgroenesteeg.nl/vanGogh

. www. openarchieven.nl/leignes

. wikipedia.org/Middelbare_meisjesschool

Kampenaandearbeid.nl is de bijdrage van cultuurZIEN aan Maand van de Geschiedenis 2021.

©cultuurZIEN, 2021