Marie Mensing (1854-1933)

socialiste en feministe


Marie Mensing, met dank aan het thema van de Maand van de Geschiedenis 2021 stapt zij opnieuw mijn leven binnen. In de jaren '80 van de 20e eeuw was ik betrokken bij een stichting voor vrouwenemancipatie in Kampen, wij kozen voor de naam ''Maria Mensing''. Als eerbetoon aan de vrouw die in Kampen in 1898 een afdeling van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht oprichtte en 1900 een afdeling van de SDAP en van de Sigarenmakersvakbond. Wie was deze vechtster voor (vrouwen-)rechten uit de eerste feministische golf?

komst naar Kampen

Maria Anna Catharina Mensing werd in 1854 geboren in Den Haag als dochter van boekhandelaar Willem Johannes Mensing en zijn vrouw Imena Johanna Mensing (ouders waren neef en nicht). Haar ouders beheerden de bekende Haagse boekhandel De vijf Vocalen. Marie volgde een opleiding tot onderwijzeres en was waarschijnlijk enkele jaren werkzaam als hulponderwijzeres in Haarlem. In 1884 verhuisde Marie naar Kampen. Hier trok zij in bij haar nicht C.G.E.G. (Line) Liernur, hoofd van de meisjesschool aan de Burgwal. Marie gaf waarschijnlijk geen lessen, maar verzorgde het huishouden van haar alleenstaande nicht. Bij hen in huis woonde ook onderwijzeres Bora van Vloten. Samen verzorgden Maria en Bora Toynbee-cursussen voor jonge meisjes: naar Engels voorbeeld werd sociaal-cultureel clubwerk opgezet. Hiervoor kregen de dames financiele ondersteuning van de Kamper afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.

actief als feminisite en socialiste

Vaak was dit werk voor vrouwen een eerste stap in de richting van meer politieke activiteiten. Zo ging het ook bij Marie Mensing. In 1896 blijkt Marie lid te zijn van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, want namens deze vereniging kwam zij in de redactie van het feministische blad ''Evolutie, weekblad voor de vrouw''. Ondanks dat een jaar later de samenwerking tussen het blad en de vereniging ophield, bleef Marie Mensing tot 1899 in ''Evolutie'' publiceren. Behalve over vrouwenkiesrecht schreef Marie Mensing over co-educatie, cooperatieve huishouding en seksuele bevrijding. Over seksuele bevrijding schreef zij in 1897 ook in ''De Dageraad'', het blad voor vrijdenkers. Volgens Marie leidde een huwelijk tot onrecht voor beide geslachten. Onafhankelijkheid was voor haar een vereiste. Samen met Bora van Vloten en Cato Lubach richtte Marie Mensing in 1898 de afdeling Kampen van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht op. Marie werd voorzitster van de nieuwe afdeling en bleef dit tot 1901. Vanaf 1898 was Marie Mensing betrokken bij de voorbereidingen van de Nationale Vrouwenraad van Nederland, bedoeld om de kennis en kunde van vrouwen op allerlei gebieden (blijvend) te bundelen. Op 29 oktober 1898 volgde de oprichtingsvergadering in Utrecht. Vanaf 1898 was Marie ook lid van de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming, met als doel alleenstaande en ongehuwde moeders en hun kinderen sociaal en financieel te steunen. In het zelfde jaar was Marie correspondente voor de Nederlandse Vrouwenbond tot Internationale Ontwapening. Een jaar later, in 1899, was zij bestuurslid van het Vrouwen Hogerhuis-Comite. Deze organisatie streed voor gratie voor drie Friese broers Hogerhuis, aanhangers van Domela Nieuwenhuis. Zij waren tot hoge gevangenisstraffen veroordeeld als gevolg van klassenjustitie. Intussen was Marie Mensing ook correspondente geworden van het sociaal-democratische blad ''De Arbeid''. Met steun van Bora van Vloten lukte het Marie om op 8 mei 1900 in Kampen een afdeling op te richten van de SDAP en van de Sigarenmakersbond. Te midden van ''een haar zeer vijandig gezinde massa arbeiders'' hield Marie Mensing de inspanningen voor partij en bond vijf jaar lang vol. In 1905 telde de Kamper afdeling van de SDAP 11 leden en was Marie moegestreden.

naar Amsterdam

In augustus 1905 vertrok zij naar Amsterdam. Dit vertrek had niet alleen politieke, maar ook persoonlijke redenen. Nicht Line Liernur was in 1903 met pensioen gegaan, waarna de relatie tussen Line en Marie verslechterde. Toen Marie aan Line haar voornemen bekend maakte elders werk te willen zoeken, werd Line zo ziek dat de nichten elkaar op doktersadvies enige tijd niet zagen. Marie zag kans een financiele regeling te treffen met Line Liernur, die haar economisch zelfstandig maakte. Marie Mensing vertrok naar Amsterdam en wijdde zich verder volledig aan de sociaal democratie. Rond 1910 stopte Marie Mensing met veel partijfuncties, waarschijnlijk omdat zij vaak ziek was (nierkwaal). Opmerkelijk is een verhuizing in 1912 naar Bloemendaal, waar haar nicht Line Liernur in 1918 overleed. Woonden de dames weer samen? In de loop van de jaren '20 van de 20e eeuw werd het stil rond Marie Mensing. Na in verschillende rusthuizen te hebben gewoond, stierf Marie Mensing in 1933 in het krankzinnigengesticht Veldwijk bij Ermelo, waar zij wegens dementie was opgenomen.

Marie Mensing, zo belangrijk voor de sociale en politieke ontwikkeling van Kampen, wordt nergens in de stad herdacht of geeerd.

bronnen:

. G.H. Leignes Bakhoven, Levensbericht van Douwe Lubach, 25 december 1815 - 11 october 1902, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1905

. https://socialhistory.org/bwsa/biografie/mensing

. http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Mensing

. https://www.canonsociaalwerk.eu/

. https://www.nederlandsevrouwenraad.nl/

. https://begraafplaatsveldwijk.wordpress.com/2011/05/07/wie-schrijft-die-blijft-en-mensing-dus-ook/

. https://www.wieiswieinoverijssel.nl/zoekresultaten/p2/123-marie-milatz

Kampenaandearbeid.nl is de bijdrage van cultuurZIEN aan Maand van de Geschiedenis 2021.

©cultuurZIEN, 2021