Verhaal 21

De bus

Pa, Rieks en ik, Jan, waren met de IJmond naar de Botlek gevaren. We hadden net afgemeerd en Pa had haast om naar huis te gaan.

We liepen naar de bushalte toe, maar waren er nog behoorlijk ver vandaan. Er kwam een bus aan en ik begon hard te lopen. De bus en ik kwamen tegelijk bij de bushalte en ik stapte in.

Pa deed het rustig aan en wenkte zelfs dat ik maar beter weer kon uitstappen. Gehoorzaam als altijd deed ik dat dan ook.

Even later was Pa ook bij de bushalte gekomen en toen zagen we dat het wel de goede bus was geweest. De volgende bus zou over 3 uur vertrekken.

Een kleine woordenwisseling lag voor de hand, maar daar kregen we tijd niet voor: Er stopte een auto en de man achter het stuur zei: ik weet hoe moeilijk het hier is met de bussen.

Uiteindelijk hadden we toch de snelste verbinding gevonden.