Lijnen 41-50

L. 41 : Liège - Rivage

Gebruikt als tabelnummer in spoorboekjes, met de dienstregeling van alle reizigerstreinen tussen Luik en Rivage (lijnen 42 en 43).

Op de NMBS-netkaart behoort dit traject tot lijn 43.


L. 42 : Rivage - Gouvy grens (Troisvierges)

Rivage (L. 43) - [Liotte] - [Hagoheid] - [Martinrive] - Aywaille - [Remouchamps] - [Nonceveux] - [Quarreux] - [Lorcé-Chevron] - Stoumont (uitwijkspoor) - [La Gleize] - [Roanne-Coo] - Coo - Trois-Ponts (L. 45) - [Grand-Halleux] - [Rencheux] - Vielsalm (L. 47A) - [Salmchâteau] - [Cierreux] - [Bovigny] - Gouvy (L. 163) - Luxemburgse grens  

Openingsdata:
- Trois-Ponts - Luxemburgse grens: 20 februari 1867 (als deel van de internationale verbinding Luxemburg - Spa, zie L. 44, Compagnie Guillaume-Luxembourg, geëxploiteerd door de Est-français, overgenomen door de Belgische Staat in 1872)
- Rivage - Stoumont: 20 januari 1885.
- Stoumont - Trois-Ponts: 1 juli 1890.

Oorspronkelijk enkelspoor; sectie Rivage - Vielsalm op dubbelspoor gebracht door de Duitse bezetter tijdens WO I; sectie Vielsalm - Gouvy zou omstreeks 1922 dubbelsporig geworden zijn.
Tunnels van Liotte (82 m), Remouchamps (618 m), Targnon (279 m), Xhierfomont (127 m), Cheneux (250 m), La Gleize (59 m), Roanne-Coo (194 m), Coo (305 m) en Trois-Ponts (345 m).
Viaducten van Remouchamps (138 m), Targnon (44 m), Vennes (187 m lang, 21 m hoog) en Roanne-Coo (186 m lang, 23 m hoog).

Sectie Aywaille - Trois-Ponts op enkelspoor gebracht in 1989, met kruisingsmogelijkheid in Stoumont. Tegenspoorseinen in de richting Trois-Ponts - Aywaille. In 1998, tijdens de elektrificatiewerken, werd ook het baanvak Trois-Ponts - Vielsalm op enkelspoor gebracht. Het baanvak Gouvy - Luxemburgse grens - Troisvierges is enkelsporig.
Vmax. 90 km/u op het baanvak Rivage - Aywaille; 100 km/u op het baanvak Aywaille - Gouvy (sinds december 2017) en op het baanvak Gouvy - Luxemburgse grens (sinds de elektrificatie in 1993).
Elektrificatie 25 kV 50 Hz:
- sectie Gouvy - Luxemburgse grens: 22 december 1993 (door CFL)
- sectie Trois-Ponts - Gouvy: 26 september 1999
- sectie Rivage - Trois-Ponts (met neutrale sectie 3 kV / 25 kV in Martinrive): 28 mei 2000.


L. 43 : Angleur - Marloie

Y Aguesses (L. 37, 37A, 37/1, 40/1) - Angleur (L. 37) - [Streupas] - [Sauheid] - [Colonster] - [Sainval] - Tilff - Méry - Hony - Esneux - [Souverain-Pré] - [La Gombe] - Poulseur - [Chanxhe] - Rivage (L. 42) - [Comblain-au-Pont] - Comblain-la-Tour - Hamoir - Sy - Bomal - Barvaux - [Biron] - Melreux-Hotton - [Marenne] - Marche-en-Famenne - Marloie (L. 162)

Geopend: 25 juli 1865 (Melreux - Marloie) en 18 juni 1866 (Angleur - Melreux): Grande Compagnie du Luxembourg, genationaliseerd in 1873.
Tunnels van Esneux (612 m), Comblain-au-Pont (393 m) en Sy (404 m).
Geëlektrificeerd op 23 mei 1993.
Sectie Angleur - Bomal dubbelspoor, Vmax. 90 km/u.
Sectie Bomal - Marloie bij de elektrificatie op enkelspoor gebracht, met een lang uitwijk/kruisingsspoor in Melreux-Hotton. Vmax. 120 km/u.


L. 44 : Pepinster - Spa - Stavelot

Pepinster (L. 37) - Pepinster-Cité - [Pepinster-Chinheid] - Juslenville - [Theux-Marie-Louise] - Theux - [Theux-Centre] - Franchimont - [La Reid] - [Marteau] - Spa - Géronstère [- Nivezé - Sart-lez-Spa - Hockai - Francorchamps -] [Stavelot] (L. 45)

Openingsdata:
- Pepinster - Theux: 21 oktober 1854
- Theux - La Reid: 7 november 1854
- La Reid - Spa: 17 februari 1855
- Spa - Stavelot: 20 februari 1867 (als deel van de internationale verbinding Luxemburg - Spa)
Exploitatie door de Société du chemin de fer Pepinster-Spa (1855-1867), Compagnie française des chemins de fer de l'Est (1867-1872), de Belgische staatsspoorwegen (1872-1926) en de NMBS (sinds 1926).

Enkelspoor. Sectie Pepinster - Spa op dubbelspoor gebracht in 1901-1903. Tweede spoor opgebroken door de Duitse bezetter in 1942.

Vanaf 1956 wilde de NMBS de reizigersdienst tussen Spa en Trois-Ponts opheffen, maar dat stuitte op heftige tegenstand bij plaatselijke politici en bevolking. In het zomerspoorboekje van 1957 is de dienstregeling tussen Spa en Stavelot vervangen door bussen, maar op de valreep werd de treindienst toch behouden en in de volgende spoorboekjes tot en met het zomerspoorboekje van 1959 staat opnieuw de treindienst. Uiteindelijk werd op de sectie Géronstère - Stavelot het reizigersverkeer opgeheven op 2 augustus 1959. Tot in 1966 reden wel nog speciale treinen naar Francorchamps ter gelegenheid van auto- en motorwedstrijden op het circuit.
Goederenvervoer werd definitief stopgezet op 30 juni 1969 (op de sectie Sart-lez-Spa - Stavelot reeds op 1 september 1962).
Het spoor werd opgebroken in 1973-1974.
Op het baanvak Sart-lez-Spa - Stavelot werd in juli 2010 een 'pre-Ravel' fiets- en wandelpad geopend.
Het stationsgebouw van Sart-lez-Spa is gaaf bewaard (omgevormd tot hotel-restaurant). In Hockai is het oude perron nog zichtbaar (539 m boven de zeespiegel, was tot WO I het hoogst gelegen station van België, nadien werd dat Losheimergraben met 613 m).

Sectie Pepinster - Géronstère geëlektrificeerd op 23 mei 1971.
Enkelspoor. Kruisingsspoor in Theux. Vmax. 70 km/u.
De stopplaats Géronstère werd op 15 december 2002 omgedoopt tot Spa-Géronstère.


L. 45 : Waimes - Trois-Ponts

[Waimes (L. 48) - Waimes (Centre) - La Warchenne - Malmédy - Meiz - Masta - Stavelot (L. 44) -] Trois-Ponts (L. 42)

Openingsdata:
- Stavelot - Trois-Ponts: 20 februari 1867 (als deel van de internationale verbinding Luxemburg - Spa, zie L. 44)
- Waimes - Malmédy: 1 december 1885 (Pruissische Staatsspoorwegen)
- Malmédy - Stavelot: 4 januari 1914 (Pruissische Staatsspoorwegen / Belgische Staat).
Na W.O. I werd heel de lijn Belgisch.
Enkelspoor. Tunnels van Meiz (75 m) en Burziheids of Berzilliers (507 m, tussen Masta en Stavelot).

De stopplaats Waimes (Centre) is slechts korte tijd in gebruik geweest, in de jaren 1937-1940. De stopplaats La Warchenne was er van 1931 tot WO II, vlakbij het privé-goederenstation (industrieaansluiting) voor de steengroeve S.A. Carrières des Quartzites belges (aangevraagd op 29 juli 1923, opgebroken door de Duitse bezetter in 1941 - met dank aan Thierry Cardon voor deze informatie).

Reizigersverkeer opgeheven op 23 februari 1959. Op het baanvak Stavelot - Trois-Ponts reden nog tot 2 augustus 1959 de reizigerstreinen van de verbinding Spa - Trois-Ponts (lijn 44).
Lijn buiten dienst gesteld op 18 mei 1983.
Lijn weer in dienst gesteld op 25 augustus 1989 (na het buiten dienst stellen van L. 48 tussen Raeren en Sourbrodt).
De lijn was sinds 1999 officieel weer "buiten dienst" voor de NMBS, wat niet wegneemt dat de NMBS tot einde 2003 wekelijks houttreinen naar Büllingen (L. 45A) heeft laten rijden. Bovendien werd de lijn tot in 2001 toeristisch uitgebaat door de Vennbahn, en reden er tot in 2004 sporadisch militaire treinen naar Sourbrodt (kamp Elsenborn). In mei 2005 werd het baanvak Malmédy - Trois-Ponts heropend ten behoeve van een constructiebedrijf in Malmédy dat onderdelen leverde voor de vernieuwing van een viaduct op lijn 24 in Remersdaal.
Vereenvoudigde exploitatie, Vmax. 40 km/u.
De laatste commerciële rit vond plaats op 4 oktober 2006.
De raad van bestuur van Infrabel heeft op 29 juni 2006 de buitendienststelling en het opbreken van de lijn goedgekeurd.
De lijn werd in de eerste maanden van 2008 opgebroken.
In juli 2010 werd op de lijn een geasfalteerd 'Ravel'-fiets- en wandelpad geopend. In de tunnel tussen Masta en Stavelot werd verlichting aangebracht.


L. 45A : (Jünkerath) Losheimergraben grens - Weywertz

[Losheim - Duitse grens - Losheimergraben - Honsfeld - Büllingen - Bütgenbach - Weywertz (L. 48)]

Geopend op 1 juli 1912 als deel van de verbinding Remagen - Jünkerath - Vennbahn (Pruissische Staatsspoorwegen). Deze lijn werd door de Duitsers met militaire bedoelingen aangelegd; te steile hellingen werden vermeden en er was geen enkele overweg op de lijn; in Weywertz werd een groot station gebouwd, met o.m. vijf perronsporen en onderdoorgang. Het Duitse militaire kamp van Elsenborn (bij Sourbrodt, L. 48) bestond sinds 1894 en moest beter bereikbaar worden vanuit de Rijnstreek, en wellicht dacht men ook al aan de invasie van België en Frankrijk (zie ook de lijnen 46, 47, 47A, 163 en 163A).
Viaduct van Bütgenbach (104 m lang, 30 m hoog).

Na W.O. I werd de lijn Belgisch.
Daarmee werd het station Losheimergraben het hoogst gelegen station van België (613 m). Het hoogst gelegen punt van het Belgische spoorwegnet (619 m) lag bij kilometerpaal 22 tussen de grens en Losheimergraben. Van 1945 tot 1956 werd het Duitse station Losheim beheerd door de NMBS.

Reizigersverkeer opgeheven in 1952.
Nadien bleef de lijn in dienst voor internationaal goederenverkeer tot omstreeks 1981 en voor militair verkeer tot 18 oktober 1999.
De Deutsche Bahn heeft de sectie Jünkerath - Losheim-grens einde 1999 gesloten. Op 1 juli 2000 werd de exploitatie van deze sectie officieel overgenomen door de privémaatschappij EBM (Eisenbahnverkehrsgesellschaft im Bergisch-Märkischen Raum). Een houtverwerkend bedrijf te Losheim werd opnieuw vanuit Jünkerath bediend vanaf 8 juni 2000. Het was de bedoeling ook een toeristische exploitatie te organiseren, maar deze plannen hebben geen doorgang gevonden. De lijn werd definitief gesloten en op Duits grondgebied werden de sporen tussen Losheim-grens en Jünkerath opgebroken in de laatste maanden van 2004.

Sectie Büllingen - Weywertz bleef in dienst voor houttransport (bediening houtzagerij Pauls in Büllingen tot in december 2003) en voor toeristisch verkeer van de Vennbahn (tot in 2001).
Enkelspoor. Vereenvoudigde exploitatie. Vmax. 40 km/u.
De lijn werd opgebroken in de loop van 2006.


L. 46 : Lommersweiler - Steinebrück grens (Bleialf)

[Lommersweiler (L. 47) - Steinebrück - Duitse grens - Ihren - Bleialf]

Geopend: 1 oktober 1888 (verbinding Sankt-Vith - Prüm) door de Pruissische Staatsspoorwegen.
Lijn op dubbelspoor gebracht in 1910.
Na WO I werd de lijn Belgisch.
In 1925 werd dicht bij de Belgische grens het station Ihren geopend, maar de Duitse douanepost bleef in Bleialf.
In de jaren 1930 werd de lijn weer op enkelspoor gebracht.
Tijdens WO II werd de lijn vernield, maar reeds in maart 1945 door het Amerikaanse leger hersteld voor militair gebruik.
Op 8 oktober 1945 heropend voor goederenverkeer: vanuit Bleialf werd hout vervoerd naar België als herstelbetaling door Duitsland.
Op de sectie Lommersweiler - Steinebrück werd het reizigersverkeer weer ingevoerd op 15 mei 1949. Grensoverschrijdend goederenverkeer tot Bleialf (DB).
Op Duits grondgebied werd de lijn Bleialf - Prüm heropend in 1949, ze bleef er in dienst tot 1965 voor reizigers en tot 1987 voor goederen en werd kort nadien opgebroken (bron: https://de.wikipedia.org/wiki/Bahnhof_Bleialf).
Op Belgisch grondgebied werd het reizigersverkeer opgeheven op 18 mei 1952, het goederenverkeer enkele jaren later.
Lijn opgebroken vanaf 1960.

Op de bedding is een fietspad aangelegd, de Eifel-Ardennen-Radweg.


L. 47 : Sankt-Vith - Lengeler grens (Troisvierges)

[Sankt-Vith (L. 48, 163) - Y Wiesenbach (L. 163) - Neidingen - Lommersweiler (L. 46) - Auel - Reuland - Burg-Reuland - Oudler - Lengeler - Luxemburgse grens]

Geopend: 1 oktober 1888 (sectie Sankt-Vith- Lommersweiler, zie L. 46) en 4 november 1889 (sectie Lommersweiler - Troisvierges) door de Pruissische Staatsspoorwegen.
Tunnels van Lommersweiler (eerste tunnel, 120 m), Elcherath (tussen Lommersweiler en Hemmeres, 387 m) en tussen Lengeler en Wilwerdange (langste tunnel van Luxemburg, 800 m)
Sectie Sankt-Vith - Lommersweiler op dubbelspoor gebracht in 1909.  In Lommersweiler werd naast de bestaande tunnel van 120  m een tweede tunnel (166 m) aangelegd.
Na WO I werd de lijn Belgisch, en weer op enkelspoor gebracht in de jaren dertig.

Tijdens WO II werd de lijn erg beschadigd; ze werd nadien niet volledig hersteld en er was na de oorlog geen reizigersverkeer meer op de sectie Lommersweilier - Lengeler grens.
Op de sectie Sankt-Vith - Lommersweiler was er opnieuw reizigersverkeer van 8 oktober 1945 tot 18 mei 1952; goederenverkeer (naar Bleialf, zie L. 46) nog enkele jaren langer.
Goederenverkeer op de sectie Reuland - Lengeler grens tot 4 december 1962: deze sectie werd bediend via Troisvierges.
De sectie Lommersweiler - Reuland werd opgebroken in 1954, de sectie Sankt-Vith - Lommersweiler vanaf 1960, de sectie Reuland - Lengeler grens in 1964.

Nog zichtbare overblijfsels van deze lijn zijn de tunnels rond Lommersweiler, de onderdoorgang die in het station van Lommersweiler de drie perrons met elkaar verbond, de pijlers van de brug van Hemmeres, het gerestaureerde stationsgebouw van Reuland, bruggen in Oudler, het stationsgebouw (thans privéwoning) van Oudler, de tunnel van Lengeler en het stationsgebouw (thans privéwoning) van Wilwerdange in Luxemburg.

Op de bedding is thans een RAVeL aangelegd. Het fietspad loopt ook door de 120 m lange tunnel 1 van Lommersweiler. Tunnel 2 van Lommersweiler en de tunnels van Elcherath en Lengeler zijn echter niet toegankelijk.


L. 47A : Vielsalm - Born

[Y Vielsalm (L. 42) - Vielsalm-Sous-Bois - Burtonville - Recht - Ligneuville - Born (L. 48)]

Lijn voor militaire doeleinden aangelegd door de Duitse bezetter tijdens WO I; in dienst gesteld einde 1917 of begin 1918.
Indrukwekkende viaducten van Born (285 m lang, 18 m hoog) en van Hermanmont (Vielsalm, 260 m lang, 33 m hoog).
Voor WO I lag de grens tussen Burtonville en Recht; na WO I werd heel de lijn Belgisch.
Oorspronkelijk dubbelspoor, met een driehoek-aansluiting op L. 42: noordelijke vertakking richting Trois-Ponts, en zuidelijke vertakking richting Vielsalm. In de jaren 1930 werd de lijn op enkelspoor gebracht.
Op 10 mei 1940 werd het viaduct van Hermanmont gedynamiteerd door het Belgisch leger en nooit weer opgebouwd.
Tijdens WO II organiseerden de Duitsers een commerciële dienst tussen Born en Recht.
Na WO II werd de lijn buiten dienst gesteld en opgebroken in 1952, behalve de sectie Vielsalm - Vielsalm-Sous-Bois: deze sectie werd als industrielijn 220 geëxploiteerd tot in 1972, en in 1973 opgebroken.
Van deze kortstondige spoorverbinding bleven een paar imposante getuigen in het landschap over: in 1970 nog twee volledige bogen, in 2007 nog slechts één pijler van het viaduct van Hermanmont bij Vielsalm, en heel het betonnen "Von Korff"-viaduct in Born. In Born was er ook een draaischijf voor locomotieven; de overblijfselen daarvan werden mooi gerestaureerd en geïntegreerd in de aanleg van de Ravel of 'Vennbahnradweg' op de bedding van lijn 48.


L. 48 : (Aachen / Stolberg) Raeren grens - Sankt-Vith

Duitse grens - Raeren (L. 49) - [Y Periol (verbindingsboog naar L. 49)] - Rötgen - Lammersdorf - Konzen - Monschau - Kalterherberg - Sourbrodt [- Robertville - Weywertz-Nidrum - Weywertz (L. 45A) - Faymonville - Waimes (L. 45) - Ondenval - Montenau - Born-Village - Born (L. 47A) - Sankt-Vith (L. 47, 163)]

Openingsdata (Pruissische Staatsspoorwegen):
- Aachen - Monschau: 30 juni 1885
- Monschau - Waimes: 1 december 1885 (samen met de sectie Waimes - Malmédy van L. 45)
- Waimes - Sankt-Vith: 20 (22? 28?) november 1887.
Op dubbelspoor gebracht tussen 1890 en 1909.

Na WO I werden de Oostkantons Belgisch grondgebied, evenals de gehele bedding van de "Vennbahn", die tussen Raeren en Kalterherberg door Duits gebied loopt.
Omstreeks 1938 werd de lijn weer op enkelspoor gebracht.
Na WO II was er geen reizigersverkeer meer op de sectie Raeren - Kalterherberg.
Op de sectie Waimes - Sankt-Vith werd het reizigersverkeer opgeheven op 1 juni 1954.
Op de sectie Kalterherberg - Weywertz-Nidrum bleef het reizigersverkeer gehandhaafd tot 1 juni 1957, op de sectie Weywertz-Nidrum - Waimes tot 23 februari 1959.

Sectie Waimes - Sankt-Vith buiten dienst gesteld op 28 september 1982; opgebroken op het einde van de jaren 1980.
Op het baanvak Raeren - Sourbrodt goederenverkeer tot 30 juni 1989; op het baanvak Stolberg - Raeren tot 31 mei 1991.
De Vennbahn is thans buiten dienst voor de NMBS, maar werd van 1991 tot in 2001 toeristisch geëxploiteerd door de vzw. Vennbahn. Bovendien reden er op de sectie Weywertz - Waimes tot in december 2003 houttreinen naar Büllingen (L. 45A) en werden er tot in 2004 militaire treinen ingelegd naar Sourbrodt t.b.v. het kamp Elsenborn (tot 1989 via Raeren, vanaf augustus 1989 via Waimes).

Sinds 2004 kan het baanvak Kalterherberg - Sourbrodt met spoorfietsen bereden worden: zie RailBike des Hautes Fagnes.

Het baanvak Raeren - Kalterherberg werd in 2005 opgebroken. Op de bedding werd een fietspad aangelegd (Vennbahnradweg - die verder loopt tot Sankt-Vith en Troisvierges over de beddingen van de lijnen 48 en 47).

De raad van bestuur van Infrabel heeft op 29 juni 2006 de buitendienststelling en het opbreken van het baanvak Sourbrodt - Waimes goedgekeurd. Uit de inventaris geschrapt in september 2007. Het baanvak werd in de eerste maanden van 2008 opgebroken. Op de bedding werd een RaVeL aangelegd (Vennbahnradweg - die verder loopt tot Sankt-Vith en Troisvierges over de beddingen van de lijnen 48 en 47).

De sporen liggen thans dus enkel nog op het baanvak Duitse grens - Raeren (buiten dienst voor Infrabel) en op het baanvak Kalterherberg - Sourbrodt (railbikes).


L. 49 : Welkenraedt - Raeren

Welkenraedt (L. 37, 39) - Herbesthal (L. 37) - Eupen - [Raeren-Rott] - [Y Rott] - Raeren (L. 48).

Verbindingssporen:

Sectie Herbesthal - Eupen geopend op 1 maart 1864.
Sectie Eupen - Raeren op 3 augustus 1887 (volgens een andere bron: 1 december 1885).
Deze lijn lag toen op Duits grondgebied en werd geëxploiteerd door de Pruissische Staatsspoorwegen. Na WO I werden de Oostkantons Belgisch grondgebied. In het begin van de twintigste eeuw werd de lijn door de Duitsers op dubbel spoor gebracht en dat bleef zo tot in de jaren dertig.
Tussen de twee wereldoorlogen werd een dubbelsporige verbindingsboog aangelegd tussen Raeren-Rott en de Vennbahn (L. 48); deze verbinding werd opgebroken in 1962.
In de jaren dertig werd, halfweg tussen Eupen en Raeren, een industrieaansluiting aangelegd door het Herzogenwald naar het bouwterrein van de stuwdam van Eupen; deze lijn bleef in dienst tot in de jaren zestig en werd opgebroken omstreeks 1970.

Reizigersverkeer opgeheven op 29 maart 1959.
Sectie Welkenraedt - Eupen geëlektrificeerd en reizigersverkeer weer ingevoerd op 3 juni 1984.
Enkelspoor; Vmax. 90 km/u.
Sectie Eupen - Raeren enkelspoor, vereenvoudigde exploitatie (Vmax. 40 km/u), sinds 1991 buiten dienst voor de NMBS, toeristische exploitatie door de vzw. Vennbahn tot in 2001. In 2004 werd een deel van het materieel van de Vennbahn via lijn 49 geëvacueerd. In 2005 werd het baanvak Eupen - Raeren heropend ten behoeve van het bedrijf Rails & Traction (het voormalige Locorem), dat de loods van de Vennbahn in Raeren heeft aangekocht en er oude locomotieven wil opknappen voor doorverkoop. Dit baanvak is enkel toegankelijk mits een speciale toelating.


L. 50 : Brussel-Noord - Gent-Sint-Pieters

Brussel-Noord (L. 0, 25, 27, 36, 161/2) - Y Zennebrug (L. 26B, 28, 161/1) - [Koninklijk Station] - [Laken] - Y Laken (L. 28) - Bockstael - Y Bockstael (L. 28/1) - Y Jette (L. 60) - Jette (L. 60) - Sint-Agatha-Berchem - Groot-Bijgaarden - Dilbeek - Sint-Martens-Bodegem - Ternat - Essene-Lombeek - Liedekerke[-Teralfene] - Denderleeuw (L. 50A/2, 50A/3, 89, 90) - Erembodegem - [Aalst-Oost] - Aalst[-Noord] (L. 57, 61, 82) - Lede - Serskamp - Schellebelle (L. 53) - Wetteren - Kwatrecht - Y Melle (L. 50A/4, 122) - Melle - Y Melle-West (L. 50E) - Merelbeke (L. 50E) - [Ledeberg] - [/- Gent-Zuid -/] - Gent-Sint-Pieters (L. 50A, 50E, 75)

Geopend:
- baanvak Schellebelle - Wetteren: 15 september 1837
- baanvak Wetteren - Gent-Zuid: 28 september 1837, beide als onderdeel van de lijn Mechelen - Gent
- baanvak Gent-Zuid - Gent-Sint-Pieters: 12 augustus 1838, onderdeel van de lijn Gent - Oostende
- baanvak Denderleeuw - Aalst: 1 december 1855, onderdeel van de "Dender en Waas"-spoorlijn Ath - Dendermonde - Lokeren
- baanvakken Brussel-Noord - Denderleeuw en Aalst - Schellebelle: 1 mei 1856.
Geëlektrificeerd:
- baanvak Denderleeuw - Aalst: 17 oktober 1954
- baanvak Brussel-Noord - Y Laken: april 1956
- baanvak Y Melle - Gent-Sint-Pieters: 2 november 1956
- de rest van de lijn: 25 januari 1961.
Dubbelspoor, Vmax 120 km/u.


L. 50A : Brussel-Zuid - Oostende

Brussel-Zuid (L. 0, 28, 96, 124) - Y Brussel-Klein-Eiland (L. 50A/1) - Y Anderlecht (L. 50C) - Y Sint-Katherina-Lombeek (L. 50A/2) - Y Welle (L. 50A/3) - Y Meulewijk (L. 50A/4) - Gent-Sint-Pieters (L. 50, 50E, 75) - Y Assels (L. 50A/6, 50D) - Drongen - [Halewijn] - Landegem - Hansbeke - Bellem - Aalter - Maria-Aalter - [Bloemendael =] Beernem - Y Stuivenberg (L 50D) - Oostkamp - Y Oostkamp (L. 50A/5) - Brugge (L. 50A/5, 51, 58, 66) - [Varsenare] - [Jabbeke] - [Oudenburg] - [Zandvoorde] - [Oostende-Stad (L. 62) /] Oostende[-Kaai]

Geopend:
- 12 augustus 1838: Gent - Brugge
- 28 augustus 1838: Brugge - Oostende (eerste inspectierit Brussel - Oostende reeds op 5 augustus)
- 1 juni 1923: Denderleeuw - Gent
- 1 mei 1933: Brussel-Zuid - Denderleeuw
Over de verschillende stations in Oostende zie de nota hieronder over de Oostendse stations en zie ook lijn 62.

Geëlektrificeerd:
- baanvak Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters: 27 februari 1954
- baanvak Gent-Sint-Pieters - Oostende: 26 juni 1954
Dubbelspoor. Sinds 2016 is het baanvak Brussel-Zuid - Y Sint-Katherina-Lombeek viersporig (zie lijn 50C). Het baanvak Gent - Brugge wordt eveneens op vier sporen gebracht (zie lijn 50D)..
Vmax. 160 km/u.

Verbindingssporen:

De stations van Oostende

Het eerste stationsgebouw in Oostende werd opgetrokken in de jaren 1840-1844: het was een neo-classicistisch gebouw van architect Auguste Payen. In 1880 werd dat oude station geïntegreerd in een nieuw gebouw van de Oostendse archiect Felix Laureys, in Engelse gotiek. Dat was het station "Oostende-Stad", gelegen tussen de huidige Leopold III-laan en Perronstraat, aan de Handelsdokken, dat in 1956 werd gesloopt.

Oorspronkelijk meerden te Oostende de mailboten uit Engeland nabij de Visserskaai af. Dit betekende dat reizigers van en naar Engeland een eind bepakt en bezakt naar het station moesten lopen. In de jaren 1860 drong het stadsbestuur aan een rechtstreeks spoor aan te leggen tussen het station en de haven. Met dit doel moesten belangrijke delen van de Oostendse vesting worden gesloopt en nieuwe kaaien worden aangelegd. In 1871 werden het verbindingsspoor en een houten station ("Ostende-Maritime") in gebruik genomen, ongeveer ter hoogte van het huidige station. Van toen af konden dus de treinen die aansluiting gaven op de mailboten, vanaf het station "Oostende-Stad" doorrijden naar het zeestation.

Omstreeks de eeuwwisseling werden plannen gemaakt voor een nieuw, groter station "Oostende-Kaai". Er werd een nieuwe spoorlijn aangelegd vanaf de lijn uit Brugge naar dit nieuwe station, zodat de treinen uit het binnenland het station Oostende-Stad niet meer hoefden aan te doen en rechtstreeks naar Oostende-Kaai konden rijden. Tijdens de bouw van het nieuwe station werd het houten gebouw van "Ostende-Maritime" gesloopt en nam men tijdelijk een langgerekt houten gebouw, op de plaats van het huidige tramstation, in gebruik.

In 1913 was het nieuwe station, dat aansloot op de veerdiensten naar Engeland, eindelijk klaar. Het gebouw, in eclectische stijl met onmiskenbaar Franse invloed, werd ontworpen door de architecten Seulen en Otten. Het werd in oktober 1918 door de wegtrekkende Duitse troepen beschadigd en nooit volledig in zijn oude glorie hersteld. Dit is het station van Oostende dat thans nog altijd dienst doet en als monument werd beschermd.
(Zie Hugo De Bot, Stationsarchitectuur in België. Deel I: 1835-1914, Turnhout: Brepols, 2002.)

Vanaf 1871 tot in het begin van de jaren 1950 waren er in Oostende dus twee stations, op enkele honderden meters van elkaar gelegen. Oorspronkelijk kwamen de treinen uit Brugge (lijn 50A) en uit Torhout (lijn 62) aan in Oostende-Stad en konden van daaruit eventueel verder rijden naar het zeestation over een spoor dat, zo vermoed ik, gewoon over de straat liep. Omstreeks de eeuwwisseling (ergens tussen 1889 en 1907) werd een nieuwe, rechtstreekse verbinding aangelegd tussen de lijn uit Brugge en het nieuw te bouwen station Oostende-Kaai. Vanaf toen reden de treinen uit Brugge ofwel naar Oostende-Stad, ofwel naar Oostende-Kaai. De treinen uit Torhout (lijn 62) konden alleen het station Oostende-Stad bereiken.

Vanaf 5 april 1946 werd Oostende-Stad gesloten voor reizigersverkeer. Het tracé van lijn 62 werd naar het oosten verlegd zodat de treinen uit Torhout naar Oostende-Kaai konden rijden. De verbinding naar Oostende-Stad bleef nog enkele jaren in gebruik voor goederenverkeer, maar moest ten slotte wijken voor de aanleg van de rotonde en de Verenigde Natieslaan op het einde van de nieuwe autosnelweg Brussel-Oostende. Het station Oostende-Stad werd in 1956 afgebroken en alleen het station Oostende-Kaai, thans kortweg "Oostende" genoemd, bleef over.

(Foto's en plannetjes zijn te vinden op de pagina 'De Oostendse stations' op de website 'Naar de sporen' van Johan Van Balberghe)


L. 50C : Brussel-Zuid - Denderleeuw

Brussel-Klein-Eiland - Anderlecht - Y Anderlecht (L. 50A) - Y Sint-Katherina-Lombeek (L. 50A) - Liedekerke - Denderleeuw

Derde en vierde spoor tussen Brussel en Denderleeuw, deze sporen liggen aan weerszijden van lijn 50A.
Werken gestart in 2008, lijn in gebruik genomen in januari 2016, het spoor richting Brussel op maandag 18 januari, het spoor richting Denderleeuw op maandag 25 januari.
De stopplaats Anderlecht werd geopend op 13 december 2020.
Geëlektrificeerd dubbelspoor. Vmax 160 km/u.


L. 50D

Lijnnummer voorbehouden voor het derde en vierde spoor in aanleg tussen Gent en Brugge aan weerszijden van L. 50A.

Voorlopig de benaming voor de baanvakken Y Assels (L. 50A, 50A/6) - Landegem (L. 50A) en Y Stuivenberg (L. 50A) - Y Oostkamp (L. 50A, 50A/5). Geëlektrificeerd dubbelspoor, Vmax 140 km/u.


L. 50E : Merelbeke - Gent-Sint-Pieters

Y Melle-West (L. 50) - Merelbeke (L. 50) - Merelbeke-Goederen - Y Oost Driehoek Ledeberg (L. 58) - Y West Driehoek Ledeberg (L. 58/1) - Gent-Sint-Pieters (L. 50, 50A, 75)

Parallellijn naast lijn 50, bediening Merelbeke-Goederen en vormingsstation, aansluiting driehoek lijn 58.
Dubbelspoor, geëlektrificeerd, Vmax 120 km/u.


L. 50F : Oostende-Zeehaven - Oostende

Parallelle verbindingslijn tussen het goederenstation Oostende-Zeehaven (in de achterhaven; niet te verwarren met het 19de-eeuwse "Ostende-Maritime") en Oostende.

Geëlektrificeerd dubbelspoor. Vmax 40 km/u.