Begrippenlijst

Letter T

Testeffect

Het positieve effect op leren dat het resultaat is van retrieval practice. Leren en onthouden worden versterkt door het actief trachten te herinneren van informatie (ophalen uit je langetermijngeheugen). Retrieval practice verbetert het leren beduidend beter dan bijvoorbeeld het opnieuw bestuderen van leerstof (Testing effect).

Time on task

 De tijd waarin leerlingen actief bezig zijn met leren, dus de totale tijd die leerlingen besteden aan luisteren, oefenen, vragen stellen, huiswerk enzovoort.

TRANSACTIONELE AFSTAND

 De (psychologische) afstand die kan ontstaan tijdens online (afstands)leren. Dit kan zowel de afstand zijn ten opzichte van andere lerenden, de docenten of afstand ten opzichte van de leerinhouden. In bijvoorbeeld een cursus zonder 'live' bijeenkomsten of zonder bijeenkomsten waarbij ieder online op hetzelfde moment aanwezig is, kan de ervaren transactionele afstand groter zijn.

Tutoring

Onderwijs op maat door (extra) instructie te geven aan individuele leerlingen (een-op-een onderwijs) of kleine groepjes. Tutoring wordt door de band genomen niet standaard toegepast omwille van de praktische onhaalbaarheid, maar wel wanneer leerlingen vastlopen en extra ondersteuning nodig hebben.

20%-regel

Vuistregel voor het bepalen van een optimale spreiding tussen oefenmomenten en de eindtoets. Volgens deze regel bedraagt de periode tussen twee oefenmomenten ongeveer 20% van de tijd tussen het laatste oefenmoment en de eindtoets. Voor een totale periode van tien dagen en drie oefenmomenten geldt dan dat er telkens één of twee dagen tussen de oefenmomenten gelaten wordt en vijf dagen tussen het laatste oefenmoment en de eindtoets. Deze regel geeft slechts richting en de praktische toepassing ervan is afhankelijk van heel wat contextfactoren.