Begrippenlijst

Of leervoorwerpen. Dit zijn concrete voorwerpen die leerlingen in staat stellen een idee te verkennen in een actieve, fysieke benadering. Leervoorwerpen kunnen blokjes, knikkers, autootjes of gelijk welk ander voorwerp zijn (Leervoorwerpen).

Een leerstrategie die inhoudt dat tijdens één oefenmoment wordt geoefend met leerstof. Ook wel gegroepeerd oefenen genoemd.

Bij beheersingsleren mogen leerlingen pas een volgend onderdeel aanvatten als er aangetoond is (bijvoorbeeld door een oefentoets) dat ze de voorafgaande leerstof vatten (Beheersingsleren).

Metacognitie betekent 'denken over het denken' of 'kennis over het eigen leren'. Leerlingen monitoren hierbij hun eigen leerproces en sturen dit op basis hiervan bij. Metacognitieve strategieën zijn het oriënteren op de leertaak, doelbewust plannen, systematisch handelen en het leerproces op basis van evaluatie bijsturen.

Misverstand of foute (vaak intuïtieve) overtuiging waarbij men tot de verkeerde conclusie komt. Ook wel misvatting genoemd.

De leraar demonstreert hoe een oefening wordt uitgewerkt of een handeling wordt uitgevoerd. Je redeneert hierbij luidop hoe en waarom je elke stap zet. In een video modeling example kunnen leerlingen de opname van een gedemonstreerde oefening of handeling (her)bekijken, zelfs tijdens het uitvoeren van de taak (Modeling).