Begrippenlijst

Letter S

Scaffolds

Ondersteuning die je als leraar aanbiedt om leerlingen te brengen naar een niveau dat ze (nog) niet zelfstandig kunnen bereiken. Net als bouwsteigers bouw je deze ondersteuning stelselmatig af.

Scharniermoment

Op deze momenten, die volledig afhangen van het vakgebied, moet de leerkracht weten of de leerlingen bepaalde begrippen voldoende begrijpen om verder te gaan met de leerstof. 

ScharnierVraag 

Vragen om vast te stellen of leerlingen bepaalde leerstof begrijpen, maar waarbij het juiste antwoord niet kan gegeven worden om de foute redenen (Diagnostic questions).

Self-explanation effect

Het genereren voor zichzelf verklaringen, conclusies over oorzakelijke verbanden om zo meer betekenis te geven aan nieuwe informatie en dus het begrip te vergroten. Dit proces van zelfverklaren helpt de leerling ook te beseffen wat hij niet weet, om ontbrekende informatie aan te vullen, het begrip te controleren, en de linken van nieuwe informatie met voorkennis te wijzigen wanneer discrepanties of tekortkomingen worden ontdekt (Zelfverklarings-effect).

Serious Games 

Computerspellen die ontworpen zijn om kennis en vaardigheden te verwerven. Ze worden gebruikt om leerlingen op een interactieve manier te betrekken bij het leren. Deze spellen kunnen realistische situaties en contexten virtueel modelleren. Hierdoor ondersteunen ze de ontwikkeling van kennis en vaardigheden die anders moeilijk te onderwijzen zijn. 

SIGNALERINGSPRINCIPE

Door toepassing van dit principe help je de leerlingen aandacht te vestigen op wat belangrijk is tijdens de les. Dit kan je zelf doen als leraar door de intonatie in je stem of letterlijk iets aan te duiden op het bord. Op een dia in je presentatie kan je signalering inbouwen door het werken met pijlen, kleuren ... of in een kennisclip door pauzes, samenvatten van kernbegrippen of stellen van vragen.

Spaced practice

Gespreid oefenen. Dit betekent dat het inoefenen van dezelfde leerstof niet plaatsvindt in één enkele oefensessie maar over meerdere momenten gespreid wordt, waarbij de totale oefentijd in beide gevallen gelijk is. Als leerlingen gespreid oefenen leidt dit tot beter leren op langere termijn dan wanneer ze slechts één keer oefenen (Spaced practice effect, spacing effect of distributed practice effect).

Spiraalsgewijze aanpak

Een spiraalaanpak zorgt ervoor dat de aangeleerde concepten over de lessen heen regelmatig terugkomen en verder uitgebreid en verdiept worden.

Spreidingseffect

Het fenomeen dat het spreiden van inoefenen van dezelfde leerstof over de tijd leidt tot beter onthouden dan het groeperen van de oefening in één oefensessie (waarbij de totale oefentijd in beide gevallen gelijkaardig is) (Spaced practice effect, spacing effect of distributed practice effect).

steigers

Tijdelijke steun bij het leren die langzamerhand afneemt naarmate het leren vorder (Scaffolding).

storage strength

Hoe diepgaand kennis is verwerkt in je langetermijngeheugen (Opslagsterkte)

Succesgerichte feedback

Succesfeedback toont de leerlingen hoe ze een bepaalde aanpak of oplossingsstrategie succesvol hebben gebruikt. Dit stimuleert om in de toekomst hetzelfde te doen.

Summatieve evaluatie

Om vast te stellen wat er door de leerlingen wordt geleerd, gebruiken we doorgaans summatieve toetsen. De informatie uit deze toetsen wordt gebruikt om de leerling een beoordeling te geven in de vorm van bijvoorbeeld een cijfer of een punt, of om tot een beslissing te komen over slaagkansen voor een volgend schooltype of -niveau.

Summatieve feedback

Er wordt teruggekeken in plaats van vooruit. Het is een verantwoording van de beoordeling of de punten op basis van een vergelijking met de vooropgestelde norm of criteria.

Synchrone leeractiviteiten

Activiteiten waarbij de leerlingen en de leraar op hetzelfde moment aanwezig zijn. Dit kan zowel tijdens fysiek contactonderwijs als live online lessen via Zoom, Microsoft Teams of Google Meet (Asynchrone leeractiviteiten).