Als je kan plannen en organiseren kan je stap-voor-stap werken van een idee naar een concreet product dat je kan overleggen aan de opdrachtgever. Je weet deze stappen ook helder in kaart te brengen in een duidelijke planning en je hier aan te houden. Je weet in deze planning dan ook vastgestelde deadlines op tijd te halen en je kan je planning tijdig aanpassen wanneer blijkt dat het behalen hiervan lastig kan zijn. Werkzaamheden kan je goed op een rij zetten en inschatten hoe lang ze duren. In samenspraak met je teamgenoten weet je het werk gelijkwaardig over je team te verdelen. Grote problemen weet je op te delen in kleine deelproblemen. Die kan je vervolgens stap-voor-stap oplossen zodat je het grotere probleem kan tackelen. Je ontwerpstappen weet je ook te beschrijven in een logboek, zodat jij en je teamgenoten bij kunnen houden wat er gedaan is. Schetsen, (bouw)tekeningen en andere ontwerpen kan je zorgvuldig archiveren.
Voeg hier bewijsmaterialen toe waaraan jij laat zijn dat je de competentie 'Plannen en organiseren' beheerst. Voor elk stuk bewijsmateriaal geef je in een lopend verhaal een duidelijke omschrijving van de volgende zaken:
In welk leerjaar je het bewijsmateriaal hebt toegevoegd;
Aan welk project je aan het werk was;
Een duidelijke beschrijving wat de situatie was rond het bewijsmateriaal (voorbeeld: Wanneer je een verslag van een vergadering upload, leg je uit waar de vergadering over ging en wat er gebeurt is);
Een duidelijke beschrijving waarom het gekozen bewijsmateriaal bijdraagt aan de competentie;
Bij het uploaden van bestanden geef je het bestand een passende naam (voorbeeld: 'Jaar 1 - Project 1 - Verslag vergadering.docx'). De naam van het bestand komt ook terug in de beschrijving.
Geef hier de beschrijving van het eerste bewijsmateriaal
Geef hier de beschrijving van het tweede bewijsmateriaal
Geef hier de beschrijving van het derde bewijsmateriaal.