Meer rechtstreeks als apotropaia zijn metalen objecten, die meestal bij deuren en ramen werden gehangen, los van tijd of seizoen. De eigenschappen van metalen, en vooral dan ijzer, zoals sterkte, glans, geluid en mogelijk de magnetische eigenschappen leverden heel wat methodes op om kwaad af te weren of te verschalken.
Culturen over de ganse wereld onderschrijven het idee dat het kwaad wordt aangetrokken door glanzende bollen. Eens aangetrokken wordt de geest afgeleid van zijn originele intenties of wordt hij gevangen in de glans, zoals een beeld in een spiegel. Klokkengelui, geklingel, het geluid van belletjes, getinkel van wapperende pijpjes werken allen op dezelfde wijze: ze trekken de aandacht van feeën, heksen en duivels weg van hun oorspronkelijke bedoelingen om binnen te dringen en onheil te brengen.
Hoefijzers werkten op twee manieren: door het geloof dat het kwaad kan worden geweerd of geneutraliseerd door het metaal, en anderzijds door zijn vorm die als een val de kwaadaardige geest kon vangen.