Siernokken

Dakelementen en volksgeloof - Wolfseindeversieringen - Épis de faîtage - Daktuiltje - Donderplanten op de dakvorst - Siernokken - Windwijzers

Soms was de horizontale noklijn van een patriciërshuis versierd met een aantal decoratieve elementen van dezelfde vorm. Te Gent bv. werden de overblijfselen gevonden van een gestilleerde en groen geglazuurde irisplant uit de 15 de eeuw. Uit een en ander blijkt hoe de dakbekleding op het platteland steeds onderhevig gebleven is aan de vereiste technieken. Wat het Duitse kannebakkersland betreft, is de traditie der decoratieve volkskundige variaties er nog zeer in trek. Zowel de Dachplatte als de Fitstziegel waren goed geschikte elementen voor het aanbrengen van allerlei figuren uitgevoerd in een soort kerfsneetechniek zoals menselijke gestalten, schutsheiligen, zinnebeeldig bedoelde afweertekens, kruis-met-hart, levensboom en dies meer. Hier geen kwestie van ambachtelijke volmaaktheid, wel van met voorkeur gekozen zinnebeeldige elementen, waarin de mens zijn vertrouwen kon terug vinden. Zeer merkwaardig zijn de grillig plastisch uitgebeelde en dof geglazuurde mens- en dierfiguren op de eind- of nokpannen. Er waren voor de tegeldekkers zoveel belangrijke punten, waar zij hun fantasie konden op uitleven. Zo kwamen op de vorstkam ruiterfiguren voor, stormende paarden, haantjes, fioelen, heidense en verchristelijkte motieven, pentagrammen tegen toverkrachten, heksenbezems en zonneraden. In latere versies vervaagt de grens tussen het apotropaeïsche en het decoratieve.

overgenomen uit: Het Boerendak, Clemens V. Trefois, Danthe, St-Niklaas, 1980.

Recentere siernokken op woning in Schaffen (Diest).

Omstreeks 1840 startte James Reed in Herfordshire (BG) de machinale productie van dakpannen met behulp van een stoommachine. De pannen kregen de vorm van de 'Biberschwanz' uit Zwitserland, Neieren en Oostenrijk. Het zijn subvormige over mekaar liggende pannen met sluitingsribben die het water naar de onderste punt van de pan geleiden. In 1846 startten Jossen en De Langle hun fabriek te Niel (ten zuiden van Antwerpen). Voor de vorsten werden versieringen geleverd met grote en kleine fleurons. Later werd deze pan ook gefabriceerd in Nederland in Oegstgeest (bij Valkenburg). De productie werd hier in 1914 gestopt.

Overgenomen uit het Restauratievademecum, Oegstgeester dakpannen, H.Janse

Voorbeelden in eigen regio

Voorbeelden in het buitenland